Laten we eerst vaststellen wat slavernij IS. Slavernij is
een situatie waarin de één bezitter wordt van de arbeidsopbrengst van de
ander.
Er is sprake van een slavernijsysteem,
wanneer zeer weinigen systematisch bezitter worden van de arbeidsopbrengst van zeer
velen. Wanneer veel slaven het resultaat van hun werk dus moeten afstaan aan één
of enkele bazen.
Eigendom en bezit
Eigendom is: “dat wat iemand eigen is”. Wat ons eigen
is, is onze tijd van leven en onze levensenergie. In een rechtmatige situatie
kunnen we kiezen wanneer en hoe we die tijd en energie inzetten. De opbrengst
van die inzet is dan ons eigendom. Zowel onze tijd van leven, als onze levensenergie,
als het resultaat van de inzet daarvan, is ons eigendom.
Bezit is: “dat wat bezet
is”. Bezit is dus bezet eigendom. Wanneer dit eigendom van een ander betreft,
dan is dat bezit onrechtmatig.
De opbrengst van slavernij bestaat dus uit onrechtmatig verkregen
bezit, bestaand uit eigendom van anderen.
Ieder slavernijsysteem bestaat uit bazen en slaven. Degenen die
exploiteren, en degenen die geëxploiteerd worden dus. Slavernij is een
exploitatievorm die eigendom van velen, overhevelt naar bezit van enkelen.
Vroeger en nu
In de tijd van de slavenplantages was slavernij openlijk en
uiterst zichtbaar. De bazen lieten de slaven al het werk doen, en dwongen ze de
opbrengst van dat werk af te staan. Een klein deel van de opbrengst van de
plantage werd gereserveerd voor voedsel en onderdak voor de slaven. Zodat ze
konden blijven werken.
Sindsdien is er veel veranderd, maar in essentie werkt het nog
vrijwel hetzelfde. Ook nu laten de bazen de slaven al het werk doen. Maar in
plaats van voedsel en onderdak te verstrekken, geven de bazen de slaven geld
(loon). Daarmee moeten die slaven zelf hun voedsel en onderdak kopen. Zodat ze
kunnen blijven werken.
In plaats van de geplukte katoen direct bij de plantage op
te eisen, moeten de moderne bazen nu dus een andere manier gebruiken om de opbrengst
van het werk (het eigendom van de
werkenden dus) in bezit te krijgen.
Winst en belasting
In ons systeem gebeurt dat via winst en belasting. Dit zijn
de enige instrumenten die het moderne slavernijsysteem ter beschikking heeft om
eigendom van de werkenden af te nemen en dat toe te voegen aan het bezit van de
bazen.
Winst:
Winst is het verschil tussen de kostprijs van iets, en de
verkoopprijs ervan. Alle producten en diensten (hierna “producten” genoemd) worden
voortgebracht door de werkenden. Het zijn de resultaten van hun inspanningen. En
dus hun eigendom.
Vanwege automatisering is die productie steeds efficiënter
geworden. Er zijn daardoor steeds minder menselijke inspanningen nodig voor een
gegeven productiecapaciteit. Maar ook die machines worden gemaakt door
werkenden. Daarom zijn uiteindelijk alle producten nog steeds het resultaat van
de inspanningen van werkenden.
In het huidige slavernijsysteem moeten de werkenden die
producten afstaan aan de bazen in ruil voor loon. Die bazen verkopen diezelfde
producten vervolgens terug aan de werkenden, tegen meer geld dan ze gekregen
hebben voor het maken ervan. Het verschil heet winst. Die winst komt in het
bezit van de bazen.
Willen (of moeten; ook moderne slaven hebben voedsel en
onderdak nodig) de slaven dus toegang verkrijgen tot de producten die ze zelf
gemaakt hebben, dan moeten ze hun loon weer afstaan aan de bazen.
Omdat de prijzen van producten, vanwege de winst, altijd
hoger zijn dan het loon dat de werkenden ontvingen voor het maken van die producten, kunnen
ze niet beschikken over het grootste deel van hun eigen productie (hun
eigendom). Dat deel wordt toegevoegd aan het bezit van de bazen.
De bazen worden zo bezitter van het eigendom (het resultaat
van inspanning) van de slaven.
Winst bestaat dus uit eigendom van werkenden, dat in bezit
genomen is door bazen. Winst is opbrengst van slavernij.
Belasting:
Naast het deel van hun eigendom dat slaven moeten afstaan
aan winst, moeten ze ook een groot deel afstaan aan belasting. Belasting
bestaat dus ook uit afgenomen eigendom.
Het heffen van belasting wordt gerechtvaardigd door de
bewering dat daarmee voorzieningen worden betaald. Die voorzieningen, zoals
wegen, infrastructuren diensten etc. bestaan ook uit producten. Producten die
voortgebracht worden door werkenden. Ook zij krijgen daarvoor loon, maar ook
zij moeten het grootste deel daarvan direct weer afstaan, omdat ook zij
belasting moeten betalen.
Geld en rente
De werkenden worden beloond met geld. Dat geld wordt door de
bazen geproduceerd. Die bazen hebben in de loop der tijd daarvoor een
instrument ontwikkeld. Wij kennen dat instrument als “banken”. De bazen bezitten de banken. Banken maken dat geld uit het niets. Zonder noemenswaardige
inspanning dus.
Zij stellen dat geld beschikbaar aan de slavenpopulatie door
het aan te bieden als krediet. Als lening dus. Geen enkele euro (of dollar)
wordt beschikbaar gesteld zonder dat daar een schuldeis tegenover staat. Hoe
meer geld er dus beschikbaar is, hoe meer schuld er bestaat.
Over die schuld wordt rente (rente is winst op geld) geheven.
Er moet dus altijd meer geld worden terugbetaald dan er beschikbaar gesteld is.
Daarom is er altijd meer schuld dan er geld bestaat.
De rente moet worden betaald uit het loon dat de slaven
verkregen hebben in ruil voor hun arbeid. Omdat de schuld systematisch hoger
wordt vanwege de rente, kunnen de slaven zich nooit bevrijden van deze vorm van
slavernij.
Omdat de banken (als instrument van de bazen) dat geld - met
de toegevoegde rente - produceren zonder noemenswaardige
inspanning, en de slaven ervoor moeten werken, worden de bazen zo eigenaar van
het eigendom (resultaten van inspanning) van de slaven.
Wat is de omvang van de huidige slavernij?
In Nederland is dat ongeveer 90%. Het totaal van alle opbrengsten
van inspanning (arbeid) in Nederland heet het BBP (bruto binnenlands product). De
werkenden die alles voortbrengen met hun inspanningen, ontvangen daarvan
ongeveer 30% als bruto beloning. Van dat brutoloon moeten ze gemiddeld nog
ongeveer 70% afstaan aan allerlei belastingen. Dan blijft er voor de slaven dus
een kleine 10% over om zich van voedsel en onderdak (en andere levensbehoeften)
te voorzien. De rest (ongeveer 90% dus) gaat naar de bazen.
De bewering dat belastingen worden gebruikt voor voorzieningen
is maar voor een heel klein deel waar. Als belastinggeld werkelijk werd
uitgegeven aan loon voor degenen die de voorzieningen (wegen etc.) maken, dan
zou dat geld dus van de ene werkende naar de andere gaan. En dan zou dat geld
dus bij het totaal aan betaalde lonen komen.
De omvang van de huidige slavernij is daarmee groter dan
ooit. In tegenstelling tot vroeger is nu
niet een selecte groep slaaf, maar vrijwel iedereen. Van iedereen (behalve de
bazen) wordt verreweg het grootste deel van zijn eigendom afgenomen en toegevoegd
aan het bezit dan de bazen.
Dit betekent dat de opbrengst voor de bazen zo enorm is, dat
het bestaansniveau van de slaven hoger kan zijn dan vroeger. Er zijn nu veel meer
slaven die geëxploiteerd worden dan voorheen. Daarom kan er voor de slaven iets
meer overblijven dan bij het ouderwetse systeem. Het voordeel daarvan is dat
die slaven dan minder ontevreden zijn.
Nog nooit in de geschiedenis was de scheve verhouding tussen
eigendom en bezit zo groot. Letterlijk een handvol bazen bezit nu meer dan de
helft van alle rijkdom op de wereld. Het is het resultaat van het moderne
slavernijsysteem dat het overgrote deel van al het eigendom van mensen, in
bezit van enkele bazen heeft gebracht.
Geloof
Een cruciaal element van dit slavernijmodel, is het feit dat
deze vorm van slavernij niet openlijk is. De bazen hebben in het verleden
beseft dat mensen gemakkelijker slaaf zijn en slaaf blijven, als ze geloven
GEEN slaaf te zijn.
Vaak zeggen mensen tegen mij: “Ja maar, ik voel me helemaal geen slaaf!”. En dat is
precies de bedoeling van het systeem. Het maakt gebruik van een eenvoudig
psychologisch mechanisme: als mensen geloven
‘vrij’ (geen slaaf) te zijn, dan voelen
ze zich geen slaaf. Vandaar dat ons (via de media die ook in het bezit zijn van de
bazen) voortdurend verteld wordt dat we “vrij” zijn. Kennelijk hebben we het
massaal geloofd.
Slavernij is geen gevoel. Slavernij is een feitelijke situatie.
Het is de situatie waarin enkelen velen exploiteren. Of die velen dat al dan
niet beseffen (en dat dus al dan niet voelen), doet daar niets aan af.
Maar omdat het geloof van de slaven van doorslaggevend
belang is voor het (voort)bestaan van dit slavernijsysteem, ligt hierin ook de
achilleshiel ervan. Zodra de slaven gaan beseffen wat de feitelijke situatie is
(slavernij), dan vervalt dat geloof. En daarmee dus ook het belangrijkste
fundament eronder.