dinsdag 26 januari 2010

Belang




Ons wordt vanaf onze vroege jeugd geleerd om op te komen voor ons belang. Ons eigen belang. Haal hoge cijfers op school, dan krijg je een diploma. Haal een diploma en dan krijg je een goede baan. Zorg voor een goede baan en dan krijg je meer geld dan een ander. Alles voor ons eigen belang.

Het begrip belang kan alleen bestaan als er verschillende belangen bestaan. Als alle belangen hetzelfde zouden zijn, zou het begrip belang niet bestaan. Om een belang te ervaren, moeten er minstens twee verschillende bestaan. Het hele concept ‘belang’ stoelt dus op een perceptie van verschil van belang.

Zodra de perceptie van een belang ontstaat, ontstaat ook het idee dat dit belang bevochten of verdedigd dient te worden. En door het bevechten of verdedigen van een vermeend belang, ontstaat een verschil. Daardoor ontstaat vanzelf een tegenbelang. En dat moet dan ook weer bevochten of verdedigd worden. Het idee van het bestaan van belangen is daarmee een selffulfilling prophecy. Het is de perceptie van belang die belangen doet ontstaan.

En om dat belang te verdedigen tegen andere belangen, is een strategie nodig. Zonder strategie kan er gevochten, noch verdedigd worden. Ook al zou je jezelf daarbij veel prettiger voelen, je kunt niet lekker in je luie stoel blijven zitten en verwachten dat jouw belang zichzelf wel verdedigt. Je zult, desnoods tegen je zin, je belang moeten bevechten of verdedigen. En daarvoor moet je keuzes maken. Strategische keuzes.

Het idee is: wie de beste keuzes maakt (door slimheid of door geluk), verkrijgt daarmee het grootste, dikste en meest verzadigde belang. Ten koste van het belang van anderen. De beste strateeg wint. En de beste strateeg baseert al zijn keuzes op zijn strategie. Elke keuze moet zijn belang dienen. Hij kan dus nooit in zijn spreekwoordelijke luie stoel zitten ZIJN, ook niet als hij dat wil. Want zodra hij dat doet, komt er iemand voorbij met een ander belang die aan de haal gaat met zijn verworvenheden. Hij zal zich altijd moeten laten leiden door zijn strategie. Hij wordt strategie. En daarmee kan hij nooit meer zijn wat hij was voordat het belang zijn intrede deed.

Dat is de filosofie achter belang. En die filosofie is een typisch westerse filosofie. De oude oosterse filosofieën gaan uit van het ZIJN in plaats van het belang. Om te ZIJN is geen enkele strategie nodig. Om lekker in de luie stoel te zitten en gewoon te ZIJN. Pas als dat ZIJN wordt aangevallen, ontstaat de noodzaak tot een strategie. En die aanval is altijd gedreven door een belang.

ZIJN is daarmee een toestand is die bestaat als belangen en daarmee strategieën ontbreken. Zoals vrede bestaat als oorlogsstrategieën ontbreken. Belang staat dus haaks op ZIJN. Dat is voor westers opgevoede mensen nauwelijks te bevatten. Zo gewend zijn we aan het belangensysteem.

Het is dan ook niet vreemd dat de westerse filosofie de moderne wereld domineert. Het oorspronkelijke concept van ZIJN kent geen strategie en is daarmee niet in staat zich te verdedigen. Zodra het zich verdedigt, heeft het een strategie nodig, en eindigt de toestand van ZIJN.

Slechts in verre uithoeken van de wereld, geïsoleerd van de westerse manier van denken, tref je nog mensen aan die zonder strategie leven. Tibetaanse monniken of zo, of indianenstammen in de Amazone die nog niet ‘ontdekt’ zijn. Zodra de westerse cultuur daar zijn intrede doet, houden die culturen op te ZIJN. Omdat ze zonder strategie weerloos zijn en onder de voet gelopen worden. Of omdat ze een strategie kiezen om hun belang te verdedigen en daarmee ingelijfd worden in het westerse belangensysteem.

Een belang ontstaat dus pas na een perceptie van verschil van belang. En voor perceptie van verschil is kadering noodzakelijk. Wie deelt jouw belang, en wie is je tegenstander. Zonder kaders is perceptie van verschil onmogelijk en zonder kaders bestaan en dus ook geen belangen.

Door de belangen te bevechten of te verdedigen wordt de perceptie van verschil uitvergroot. Hoe harder we moeten knokken voor ons belang, hoe sterker we het belangenverschil ervaren. En hoe harder we vechten. En hoe groter het verschil. En hoe harder we vechten. Een vicieuze cirkel. Een vicieuze cirkel die ooit ergens begonnen is.

Kan dit mechanisme gebaseerd zijn op een vergissing? Zou het niet zo kunnen zijn dat het leven helemaal niet om belang draait, maar om ZIJN? Zoals de oude Hindoewijsheden dat bijvoorbeeld zeggen. Of de Boeddhistische wijsheden. Dat er ooit ergens in de geschiedenis iemand de vergissing gemaakt heeft te denken dat er zoiets als een belang bestaat. En daarmee het hele mechanisme in gang zette.

Maar waarom dan juist in het westen? Dat weet ik niet. Net zomin als ik weet waarom er in Nederland ieder jaar een miljoen fietsen gestolen worden, en in België bijna geen. Ooit heeft iemand de eerste fiets gestolen. En degene wiens fiets gestolen was, heeft er een teruggestolen. Dat heeft geleid tot een toestand waarbij het bijna normaal is dat een slachtoffer van fietsdiefstal zelf een vervangende fiets steelt. Of dat er mensen zijn wiens fiets meerdere malen gestolen is, en er nu uit voorzorg maar vast twee of drie stelen. Een mechanisme dat zo uit de hand kan lopen, dat het bewaken van de fiets een belangrijkere taak wordt dan fietsen zelf, of dat mensen niet meer durven te gaan fietsen uit angst voor diefstal. Waarmee het hele concept fiets dus overbodig wordt.

Door het belangenconcept wordt het verschil tussen mensen benadrukt. En de overeenkomst tussen mensen verdwijnt daarmee naar de achtergrond. Dat maakt het contact tussen mensen moeizaam. Toch zal iedereen aanvoelen dat contact met anderen belangrijk is. Contact en communicatie.

Communicatie is eigenlijk niets meer dan het up- en downloaden van bewustzijn. In communicatie verbindt ons bewustzijn zich met dat van een ander. Er vindt een uitwisseling van gegevens plaats. Een uitwisseling van bewustzijn. Vrijwel iedereen vindt de band met anderen belangrijk.

Onze belangenstrategie dwingt ons om denkkaders op te werpen, en daarmee beperken we ons bewustzijn. We dwingen het bewustzijn om binnen dat kader te blijven. We zetten er als het ware een muurtje omheen. Voor ons ‘belang’. Dat houdt in dat er alleen up- en downloaden van bewustzijn mogelijk is tussen mensen waarvan de strategische kaders zich minstens enigszins overlappen. Naarmate de perceptie van belang sterker wordt, worden die kaders steeds strakker en beperkender. Er zullen dan dus steeds minder mensen te vinden zijn waarbij er sprake is van overlap, en waarbij dus uitwisseling van bewustzijn mogelijk is. En als we die mensen vinden, dan is uitwisseling maar beperkt mogelijk. Terwijl zonder kaders, uitwisseling met iedereen in onbeperkte mate mogelijk zou zijn.

Als niemand strategische kaders zou hebben, dan zou je dus met iedereen bewustzijn kunnen uitwisselen en dus met iedereen verbonden kunnen zijn. Bij sommige mensen kan het uitwisselen van bewustzijn dan voor zoveel synergie zorgen, dat er een speciale band kan ontstaan: vriendschap.

Maar zonder kaders wordt er niemand uitgesloten. En zonder uitsluiten, is in principe iedereen met elkaar verbonden. Als één groot internet van bewustzijn. Elk idee, elke gedachte, elk talent komt daarmee voor iedereen beschikbaar. Op die manier gaat de gehele mensheid werken als één organisme. Eén bewustzijn, gevoed door de beleving van alle verschillende individuen. Gevoed door de diversiteit. Omdat ze verschillend ZIJN. Niet omdat ze verschillende belangen hebben.

Dat organisme is logischerwijs veel krachtiger dan een mensheid die verdeeld is door kaders. Net zoals een netwerk van computers (internet) veel krachtiger is dan een verzameling losstaande PC’s.

Het is dan ook niet vreemd dat diegenen met de meest dikke, vette, verzadigde belangen (de heersende klasse, de elite), er alles aan doen om die verdeling vooral te laten voortbestaan (verdeel en heers). Of liever nog: de verdeling proberen te stimuleren door ons voortdurend te wijzen op onze vermeende belangen. Die verdeling ontdoet de mensheid van haar enorme kracht, en maakt die mensheid overheersbaar. En daarmee worden we eenzaam, dom en afhankelijk gemaakt.

Kracht die gemakkelijk kan worden teruggekregen. Een kracht waarvoor geen enkele strategie noodzakelijk is. Het enige dat ervoor nodig is, is het inzicht dat belangen, en daarmee kaders en strategieën, uitsluitend gebaseerd zijn op illusies. Illusies die ons als soort en als individu het laatste restje kracht zullen afnemen als we ons verder laten meeslepen in de vicieuze cirkel.

Zodra we die illusie doorzien, en we durven de kaders te laten vallen, komt de weg vrij voor ongelimiteerde verbondenheid en liefde.

Er bestaat maar één belang, en dat is te kunnen ZIJN wat we zijn: bewustzijn. En omdat er minstens twee belangen nodig zijn voor de perceptie van belang, bestaat er bij één belang dus geen belang.

Hoe minder kaders, hoe groter het bewustzijn, en hoe meer we in verbondenheid kunnen ZIJN. En hoe meer bewustzijn we kunnen uitwisselen, hoe groter het bewustzijn etc. Ook een vicieuze cirkel, maar nu de andere kant op.

Het wegvallen van kaders (die altijd gebaseerd zijn op vermeende belangen) leidt tot bewustzijn dat dan vrij van individu naar individu kan stromen. Een bewustzijn dat daardoor collectief toegankelijk zal worden, waaraan iedereen bijdraagt en dat geen enkele limiet meer zal kennen.




woensdag 20 januari 2010

Het pokerspel van de centrale banken, deel 2


Dit verhaaltje is een vervolg van het stukje het pokerspel van de centrale banken, dat eerder op mijn blog verscheen. Voor diegenen die dat niet gelezen hebben, hier een korte samenvatting:

Jij (de centrale bank) nodigt op een avond 5 mensen uit om te komen pokeren. Er wordt gespeeld om fiches die jij gemaakt hebt. Je speelt zelf niet mee.

Je LEENT iedere speler 10 fiches, in totaal dus 50, die je aan het eind van het spel terug moet hebben. En je vraagt 10% rente. Je moet aan het eind van het spel dus 55 fiches terugkrijgen……

Het spel begint. De één wint wat, de ander verliest wat. Degene die wint, mag zijn winst behouden, zolang hij zijn schuld (11 fiches) maar terugbetaalt aan het eind van het spel. Dat houdt dus in dat een ander (die verloren heeft) zijn schuld niet kan aflossen. Als je één hele goeie speler hebt, die alles wint, dan is hij de enige die aan het eind van het spel de fiches kan terugbetalen.

Jij blijft de eigenaar van de 50 fiches + de rente. In totaal dus 55 fiches. Meer dus dan er überhaupt bestaan.

Vier van de vijf spelers kunnen dus niet betalen. Maar jij laat ze niet gaan voordat ze hun schuld ingelost hebben.

Je kunt 2 dingen doen:

Je maakt meer fiches die je uitleent (ook weer met rente) aan de verliezers, waarmee ze de kans krijgen om verder te spelen en hun verlies terug te winnen. Zo komen er meer fiches in het spel, en ontstaat er dus ook meer schuld. Schuld waarvan jij weet dat die nooit kan worden terugbetaald. Je kunt het spel net zolang laten duren als jij wil. Hoe langer het spel duurt, hoe groter de schuld en hoe feller de spelers zullen proberen de fiches van elkaar terug te winnen om daarmee het hoofd boven water houden. Vals spel ontstaat dan vanzelf.

En dan komt mogelijkheid 2: je maakt geen nieuwe fiches (krediet) meer en eist je fiches en de rente terug. Je weet dat dit onmogelijk is. Er ontstaat dus een crisis (kredietcrisis). Dus je zegt tegen de spelers dat ze het op een andere manier moeten betalen. Je laat ze je huis poetsen, je muren schilderen, de afwas doen etc. Je hebt nu slaven in plaats van spelers.

Tot zover deel 1.


Je hebt gemerkt dat je een gouden formule in handen hebt. Maar je hebt maar vier spelers die voor jou werken. En als het met vier kan, waarom dan niet met veel meer? Nu doen ze de afwas en poetsen ze je huis, maar als je veel meer spelers voor je zou kunnen laten werken, dan zouden ze een heel huis voor je kunnen bouwen. Of een paleis! En nog veel meer!

Dus, je verzint een plan.

Je laat meer mensen meespelen. Je laat overal zien wat een leven vol glamour de winnaars leven. Zo krijg je nog meer spelers. Iedereen wil wel zo’n leven. Mensen staan in de rij om mee te doen.

Je zorgt ervoor dat de je de winnaars bang maakt dat hun fiches gestolen zullen worden. Je geeft de oplossing door ze aan te moedigen hun fiches in bewaring te geven. In bewaring bij bewaarders die jij aanstelt. Dat is lekker veilig.

Vervolgens geef je die bewaarders de mogelijkheid om de in bewaring gegeven fiches uit te lenen aan nieuwe spelers, of aan spelers die hun fiches verloren hebben. Je laat ze zelfs tien keer zoveel fiches uitlenen dan ze in bewaring hebben. Fiches die jij dan maakt, en aan de bewaarders uitleent tegen een lage rente. De bewaarders lenen ze dan weer uit aan de spelers tegen een hogere rente, en zo verdienen die bewaarders ook wat.

Steeds grotere groepen mensen gaan deelnemen aan het spel. Tot zowat iedereen meedoet. En omdat alleen de winnaars aan hun verplichtingen kunnen voldoen, wordt de groep die dat niet kan steeds groter. Die groep moet dan weer naar de bewaarders om nieuwe fiches te lenen, om zo aan het spel te kunnen blijven deelnemen, in de hoop hun verloren fiches terug te winnen.

Nu is ongeveer tweederde van de spelers zoveel tijd kwijt met het genereren van fiches om de schuld te voldoen, dat ze nauwelijks tijd meer hebben om een boterham te verdienen en op te eten.

Je bent nu al aardig op weg, maar het doel is om bijna iedereen voor jou te laten werken. Tijd voor de beslissende zet dus.

Je moedigt de bewaarders aan om zelf te gaan spelen. Je spiegelt ze voor dat ze, als ze met de bewaarde fiches gaan spelen, veel rijker kunnen worden dan met alleen de rente die ze krijgen. Je moedigt ze aan om grote risico’s te nemen door ze grote winsten in het vooruitzicht te stellen.

Maar wat er met de spelers gebeurde, gebeurt er nu ook met de bewaarders. Tweederde verliest, en éénderde wint. Twee van de drie bewaarders kunnen niet meer aan de verplichtingen voldoen, en de spelers die hun fiches in bewaring gaven, dreigen naar hun fiches te kunnen fluiten.

Je roept vervolgens dat dit het hele spel in gevaar brengt, en vraagt van alle spelers een bijdrage om de bewaarders in nood te redden. Anders raken heel veel winnaars hun gewonnen fiches kwijt. Iedereen, dus ook de verliezers die al schuld hebben, moet een aantal fiches afstaan om de wankele bewaarders, en daarmee het spel, te redden.

Je blijft de bewaarders aanmoedigen om zelf te spelen en risico’s te nemen. Zo kun je dit een paar keer herhalen totdat vrijwel alle fiches bij één bewaarder terecht komen. En steeds haal je fiches uit het spel door de spelers te laten betalen om de omvallende bewaarders te ‘redden’. Tenslotte laat je twee van de drie bewaarders alsnog omvallenen. Twee van de drie winnaars (die hun fiches bij de omgevallen bewaarders in bewaring hadden) zijn hun fiches kwijt.

Als er dan nog maar een paar winnaars zijn die meer fiches hebben dan ze schuldig zijn, wordt het tijd voor de volgende stap.

Je roept die winnaars bij elkaar voor overleg. Je legt ze uit dat het spel leuk en aardig is, en dat ze er veel aan te danken hebben, maar dat het veel leuker is als alle verliezers voor je werken. Dat je nooit meer hoeft te spelen, en dat de verliezers alles voor je maken wat je maar wil. Villa’s, jachten, limousines, sportwagens, wat je maar wil. En jij, als winner, hoeft nooit meer iets te doen. Daar hebben de winnaars wel oren naar. Je noemt de winnaars: de elite.

Nu het einddoel in zicht is, wordt het tijd om het spel te stoppen. De spelers die niet tot de elite behoren zijn vrijwel fulltime bezig met het terugwinnen van hun schulden, en voor veel spelers wordt het onmogelijk om voor de meest primaire levensbehoeften zoals eten te zorgen. Zeker nadat ze ook nog verplicht waren om fiches af te staan om de bewaarders te redden.

De enige overgebleven bewaarder en de elite bezitten nu vrijwel alle fiches. Je laat die bewaarder geen nieuwe fiches meer uitlenen. Zo krijgen de verliezers geen kans meer om terug te winnen. Er ontstaat een enorme wereldwijde crisis.

Het is tijd om de stekker uit het spel te trekken. Je roept dat het spel uit de hand gelopen is, dat de honger en armoede mensonwaardig is, en dat maatregelen noodzakelijk zijn. Je roept dat het anders moet. In het belang van de mensheid.

Van de ene dag op de andere zeg je dat er met de fiches niet meer gespeeld kan worden. Ze zijn niets meer waard. Uiteraard moet alle schuld nog wel worden afgelost. En dat kan alleen door te werken. Dus niet meer door te spelen.

Iedereen die schuld blijkt te hebben (en dat is bijna iedereen omdat hele landen fiches geleend hebben om het spel te kunnen spelen) moet werken om zijn schuld in te lossen. Iedereen op de door jou aangewezen elite na.

En met dat werken gaat iedereen punten verdienen, in plaats van fiches. Waar vroeger mensen fiches konden verkrijgen door slim spel of geluk, kunnen ze nu alleen nog maar punten verdienen met werken. Punten waarmee ze hun schuld kunnen aflossen en waarvan ze brood kunnen kopen.

Omdat de schuld groter is dan ze ooit kunnen aflossen, neem je ze vrijwel alle punten weer af in de vorm van aflossing en rente. Je laat ze precies zoveel houden dat ze net wat te eten kunnen kopen. Bovendien neem je ze extra punten af als ze niet hard genoeg werken of als ze zich niet precies zo gedragen als jij wil. Zo voorkom je ongewenst gedrag en opstandigheid.

Nou is je plan rond, en kun je samen met je elitevrienden gaan genieten van al het werk dat alle oud-spelers voor jou doen. Van alle mooie dingen die ze voor je maken. En zijn ze lastig, of overbodig, dan neem je ze hun punten af en dan gaan ze dood. Zo hou je vanzelf die werkers over waar je wel iets aan hebt.

vrijdag 15 januari 2010

Waarheid



Vaak vragen mensen mij waarom ik me zo druk maak. Mijn antwoord is dan altijd: “omdat ik de waarheid wil weten”.

In veel gevallen hoor ik dan: “jouw waarheid bedoel je, de waarheid bestaat niet”.

En daarmee zegt men dan dat de waarheid iets subjectiefs zou zijn. Dat die waarheid bestaat uit een persoonlijk samenraapsel van onwaarheden. Een bouwwerkje van onwaarheden dat de ‘eigenaar’ van die waarheid goed uitkomt. Dat zijn ‘belang’ dient.


Blijkbaar zijn we zo diep afgedaald in het moeras van leugens dat we denken dat waarheid niet meer bestaat.

Ik durf deze stelling best aan:

Waarheid is datgene dat zichtbaar wordt als onwaarheden buitenspel gezet zijn.

De Nederlandse dichter Lucebert verwoordde het zo:

Alles van waarde is weerloos.

En dat is de spijker op zijn kop. Onwaarheden zijn gebaseerd op leugens. En leugens dienen altijd een doel. Leugens zijn het product van een strategie. Leugens zijn per definitie manipulatief. En dat maakt ze herkenbaar.

De waarheid dient geen enkel doel. Het IS gewoon. De waarheid kent daarmee dus ook geen strategieën. Daarmee is de waarheid weerloos. Het enige dat de waarheid kan onthullen, is het verlangen die waarheid te leren kennen. Het onderkennen van de waarde van de waarheid.

Alles van waarde is weerloos. Alles wat weerloos is en toch bestaat is dan waardevol.

Neem vrede. Vrede is weerloos. Zodra er wapens gekocht worden om de vrede te bewaren, is er geen vrede meer omdat bewapening oorlog veroorzaakt. Zonder wapens was er geen oorlog. Vrede is van waarde, en dus is vrede weerloos. Het enige dat nodig is voor vrede, is het onderkennen van de waarde ervan.

Het probleem is de westerse vergissing dat waarde gelijk staat aan winst. Terwijl winst juist alles van waarde laat verdwijnen. Waardeloos voedsel genereert oneindig veel meer winst dan waardevol voedsel. Dat is de werkelijke reden van Codex Alimentarius die ons waardeloos voedsel bij wet voorschrijft. Waardeloos voedsel genereert winst. Waardevol voedsel is weerloos.

Het kapitalistisch winstmodel berooft mensen van alles dat van waarde is vanwege de noodzaak tot winst. Het berooft de mensheid van gezondheid, vrede, en niet in de laatste plaats, van vrijheid. Winst leidt tot slavernij.

Vrijheid is van waarde. En dus ook weerloos. Zodra er voor vrijheid gestreden wordt, in een poging die vrijheid weerbaar te maken, verdwijnt de waarde ervan. Het wordt dan een machtstrijd tussen onderdrukten en onderdrukkers met een mogelijke uitkomst. Een uitkomst die tot een herverdeling van macht kan leiden, maar niet tot vrijheid.

Vaak krijg ik de opmerking: Hoe kom jij aan alle kennis? Waarom is de kennis die jij verzamelt meer waar(d) dan wat ik op televisie zie? Wat je op internet leest hoeft toch niet allemaal waar te zijn?

Dat klopt natuurlijk. Op internet circuleert net zoveel onwaarheid als overal. Maar (in tegenstelling tot televisie) ook waarheid. Door jezelf de simpele vraag te stellen: dient deze informatie een bepaald belang, is ze onderdeel van een strategie, heb je een geweldig selectiecriterium in handen. Zodra blijkt dat informatie gegeven wordt om zo’n belang te dienen, is het niet weerloos en dus niet waardevol. Echte kennis kan nooit een strategisch belang dienen omdat echte kennis de waarheid laat zien. En de waarheid kent geen strategieën. De waarheid is weerloos.

De waarheid kan dus niet bevochten worden. De waarheid zal altijd bestaan, ongeacht het aantal onwaarheden. Onwaarheden die zichzelf proberen te presenteren als waarheden. Onwaarheden die je proberen te verleiden om ze als waarheden aan te nemen. ‘Waarheden’ die de indruk wekken jouw belang te dienen. Maar het zijn uitsluitend onwaarheden die belangen dienen. De waarheid heeft geen belangen. De waarheid is weerloos.

Het enige dat ervoor nodig is om de waarheid te zien, is de waarde ervan in te zien. En dat geldt voor alles van waarde.

"Even if you are a minority of oneThe truth is still the truth"
Mahatma Gandhi

woensdag 13 januari 2010

Acteurs


Een bekend acteur (ik ben even kwijt wie, maar het doet er niet toe) heeft eens gezegd: “Acteren is eigenlijk professioneel liegen”.

En dat klopt natuurlijk. Acteren betekent letterlijk ‘doen alsof’. Het is niet ‘echt’. En dat geeft niks. Het is maar entertainment. Een enkele keer gebeurt het dat een acteur die de slechterik speelt in een soap, op straat wordt aangevallen door iemand die wel erg opgaat in de serie, maar dat is een uitzondering. We weten vrijwel allemaal dat een soap of een film niet ‘echt’ is.

Het is dan ook merkwaardig dat we denken dat politici wel ‘echt’ zijn. Terwijl ze niet eens hun best doen om ‘echt’ te lijken. Kijk maar eens naar Balkenende, of Bos, of welke politicus dan ook op televisie: ken jij een ‘echt’ iemand die zo praat?

Als je zo’n type op een feestje zou treffen, dan zou je toch even op zijn rug kijken om te zien waar de batterijen zitten. Of niet soms? Blaberdeblaberdeblablablabla…… Het lijkt wel of er een cd in zit die wordt afgespeeld. Zo praat een normaal mens niet. Alleen een politicus praat zo.


En toch denken we dat politici ‘echt’ zijn. We denken: “zo praten politici nou eenmaal”. Alsof de verschijning ‘politicus’ een totaal ander ras is, of een andere soort.

Totdat je doorkrijgt dat politici net zomin ‘echt’ zijn als de personages in een soap of film. Politici zijn ook professionele leugenaars.

Maar er is een verschil: in tegenstelling tot soapacteurs, wordt van ons verwacht dat we politici serieus nemen. En meestal doen we dat ook. We gaan ervan uit dat politici menen wat ze zeggen. We kunnen het met ze oneens zijn, maar we gaan ervan uit dat ze menen wat ze zeggen. Terwijl politici per definitie nooit iets zeggen omdat ze het menen. Ze zeggen alleen iets uit politieke overwegingen.

Ze zeggen alleen datgene dat in hun politieke doelstellingen past. En ze ‘doen alsof’ ze het menen. Ze acteren dus. En ze acteren slecht.

Maar het valt niet op omdat ze allemaal slecht acteren. We denken dat het bij het vak hoort. Een soort professionele afwijking. Dat die wezenloze blik en dat geratel van onbegrijpelijk taal een afwijking is die nou eenmaal nodig is om politicus te kunnen worden. Maar dat is niet de afwijking die je nodig hebt voor een politieke carrière.

De afwijking die je wel nodig hebt is: je moet voortdurend kunnen liegen. Liegen om je doelen te bereiken. En voor ‘liegen om een doel te bereiken’ bestaat een mooi woord: manipuleren.
Nu hoor ik vaak mensen roepen: “Maar het kunnen toch nooit ALLEMAAL gewetenloze manipulerende leugenaars zijn!?”

Toch wel. Diegenen die een politieke carrière nastreven en met zoiets lastigs als een geweten opgescheept zitten, worden simpelweg geweerd door de gevestigde orde. Hetzij aan het begin van hun carrière de weg geblokkeerd in de partij, of, als later toch sprake van een geweten blijkt te zijn, in de media afgefakkeld.

Het politieke toneel KAN geen echte mensen toelaten, omdat oprechtheid instinctief herkend wordt door het publiek. Dus als er ook maar één oprecht iemand op het politieke toneel verschijnt, dan zal het publiek hem of haar direct als oprecht herkennen, en vallen alle professionele leugenaars direct door de mand.

Een mooi voorbeeld was Pim Fortuyn. Je kon het met hem eens zijn of niet, maar hij glipte door de mazen van het net, en het publiek herkende in grote getale zijn oprechtheid. En daarmee ontmaskerde hij direct alle leugenaars. Wie herinnert zich niet de ‘Melkertmuil’? Wat er met Fortuyn gebeurd is weten we allemaal……

Maar waarom is het zo noodzakelijk voor politici om te liegen? Zij vertegenwoordigen toch het volk? Of niet?

Niet.

En dat is meteen de reden waarom ze MOETEN liegen. Omdat wij moeten denken dat politici ons –het volk- vertegenwoordigen. Politici vertegenwoordigen van alles, maar zeker niet het volk.

Politici vertegenwoordigen belangen. En niet in de laatste plaats hun eigen belang. En hun belang is: het verdedigen of versterken van hun eigen positie. Hun plekje in de pikorde. Het ‘volk’ interesseert ze hoegenaamd niets. Zolang dat volk maar netjes belasting betaalt, zijn mond houdt en eens per vier jaar braaf naar de stembus holt. Nee, de eigen positie wordt veel beter gewaarborgd wanneer ze een ander belang vertegenwoordigen: dat van de machtige internationale corporate-elite.

De top van het internationale bedrijfsleven bepaalt de agenda voor de wereld. Ze besturen de wereld zonder zich iets aan te hoeven trekken van grenzen of wetten. Ze heten niet voor niets multinationals. Ze hebben de controle over alle belangrijke industrieën, banken, en media. Het is voor politici dus een voorwaarde om deze belangen te vertegenwoordigen, willen ze op het treintje van de macht meerijden. Ligt iemand dwars, dan zorgen de door deze elite gecontroleerde media er wel voor dat zo iemand publiekelijk afgebrand wordt.

Wie kan er grote fouten maken en vervolgens beloond worden met miljarden aan belastinggeld? Alleen de banken. Wie kent dat geld toe? Juist: de politiek. Wiens belang vertegenwoordigt de politiek dan?

Dat degradeert politici tot onderaannemers van de corporate-elite. Onderaannemers die optreden als professionele leugenaars om het publiek te laten geloven dat ze ‘echt’ het volk vertegenwoordigen.

Ik zou zeggen: stop met het meespelen in het spelletje en stop dus met stemmen. Als niemand meer gaat stemmen, kunnen ze niet anders dan opstappen en een echt baantje zoeken. Of ze moeten dan officieel de dictatuur uitroepen.


donderdag 7 januari 2010

Terrorist






Terrorisme is het toverwoord. De meest absurde maatregelen worden ineens acceptabel als het woord terrorisme gebruikt wordt. Het maakt het ondenkbare mogelijk.

En het beeld van de terrorist staat in ons collectieve bewustzijn gegrift.

Ik heb laatst een proefje gedaan. Ik heb een aantal kennissen gevraagd een tekening te maken van een terrorist. Allemaal, zonder uitzondering, tekenden ze bebaarde moslims met een gevaarlijke oogopslag. Type Bin Laden. Zie een voorbeeld hierboven.


In onze beleving zijn terroristen Moslims.


Van Dale:

ter-ro-ris-me (het): het ontwrichten van een samenleving door daden van terreur, met een politiek oogmerk.

Ter-reur (de): georganiseerde geweldpleging om politieke of andere doelen te bereiken.


De oorlogen in Irak en Afghanistan vallen ruimschoots binnen deze definities. Inmiddels zijn daar miljoenen burgers over de kling gejaagd. Kinderen worden zonder pardon neergeschoten.

Wie zijn nou de grootste slachtoffers van terrorisme? En wie zijn de grootste terroristen? Tegen wie zou de wereld nou werkelijk beschermd moeten worden?

Hoeveel doden zijn er in het westen gevallen door moslimterrorisme? Door onbetwiste terroristische aanslagen, uitgevoerd door Moslims? Wie het weet mag het zeggen. Ik ga voor nul.

Maar zelfs al zou je de officiële lezing volgen, en de aanslagen van 9/11, en de aanslagen in Londen en Madrid beschouwen als moslimterrorisme, dan nog staat het aantal slachtoffers in geen enkele verhouding tot het aantal slachtoffers onder de moslimbevolking van Irak en Afghanistan. En toch zijn terroristen in onze ogen Moslims.

Natuurlijk wordt de angst voor terrorisme gebruikt om ons onze vrijheden te laten inleveren. Zie bodyscanners etc. Maar de beeldvorming rondom terrorisme wordt niet in de laatste plaats gebruikt om ons beeld van Moslims te beïnvloeden.

De oorlog tegen Iran staat al decennia op de agenda. Een oorlog die zal uitlopen op een wereldoorlog tussen het westen en de gehele islamitische wereld. Om daarvoor de steun van de westerse bevolking te krijgen is nodig dat wij allemaal de Moslims als bedreiging gaan zien. Als vijand.

De strategie die daarvoor bewandeld word heeft meerdere speerpunten:

De stimulatie van massale immigratie van Moslims naar het westen zorgt ervoor dat we allemaal omringd zullen zijn door potentiële "vijanden" zodra de spanningen oplopen. Het positief discrimineren van Moslims door overheden zorgt voor kwaad bloed bij autochtonen. Het jarenlang onacceptabel maken van het bespreken van de problematiek rondom immigratie, zorgt voor frustratie. Vooral in wijken waar veel Moslims geplaatst zijn. Frustratie die men bewust zo hoog mogelijk heeft laten oplopen om die (als de tijd rijp is) tot ontlading te laten komen. Uiteraard gecontroleerd via een nieuwe politieke consensus (Wilders).

Daarnaast door de voortdurende berichtgeving over de dreiging vanuit landen in het Midden-Oosten. Irak zou ‘weapons of mass destruction’ bezitten, en nu zou Iran kernwapens bezitten. We moeten allemaal bang zijn voor de Moslim.

Geen enkel moslimland heeft een westers land aangevallen. Andersom wel. Bovendien is dat gebeurd onder leiding van het land dat de meeste ‘weapons of mass destruction’ en kernwapens bezit van alle landen ter wereld. En bovendien is dat het enige land ter wereld dat die kernwapens ook werkelijk gebruikt heeft. Wie is hier de agressor? Wie is hier nou gevaarlijk?

En dan natuurlijk het ‘terrorisme’. De werkelijk idiote berichtgeving hierover heeft als boodschap: Terroristen zijn Moslims. Het is de bedoeling om ons uiteindelijk te laten denken: Moslims zijn terroristen.

De kracht van de media is enorm en wordt ten volle uitgebuit. Men kan ons de meest absurde dingen laten geloven.

‘Oh eenvoudige sterveling, is er één ding dat we u niet kunnen laten geloven?’
- Adam Weishaupt, Grondlegger van de moderne
machtsarchitectuur.


Alles bij elkaar moet dit de westerse wereld warm maken voor een oorlog tegen de Islam. Alles wat er nog nodig is, is een false-flag bom op (bijvoorbeeld) Israel, en de boel kan van start.

woensdag 6 januari 2010

Collaborateurs


Draagt de Nederlandse regering ook maar iets bij aan het oplossen van de crisis? Of blijft het bij roepen dat we het ergste gehad hebben?

Het bestaan van de Nederlandse regering heeft maar één doel: het opvoeren van een toneelstukje. Een toneelstukje dat ons een illusie moet voorhouden. De illusie van democratie. De illusie dat wij, de burgers, iets te zeggen hebben. Niets is minder waar.

In het beste geval heeft de Nederlandse regering niets te vertellen. Na het verdrag van Lissabon moet elke beslissing, iedere wet of wetswijziging moet goedkeuring vinden in het dictatoriale Europa. Europa dat op niet-democratische wijze wordt bestuurd en dat uitsluitend de belangen van de Corporate-Elite behartigt. Voorgezeten door een niet-gekozen Europese Commissie en een niet-gekozen president. Een Europa dat voor de vorm een vleugellam Europees parlement laat kiezen. Wij Nederlanders mogen 27 van de 785 leden kiezen. Onze invloed is dus nul.

Het kabinet wordt incompetentie verweten. Op zich is dat terecht, maar de werkelijkheid is nog erger: onze regeerders zijn handlangers. Handlangers van de Corporate-Elite die deze crisis willens en wetens opgezet heeft. Die deze oorlog tegen de mensheid regisseert. Uit niets anders dan eigenbelang. Onze regering bestaat uit collaborateurs in deze oorlog.

De meeste mensen leven in de veronderstelling dat wij, de burgers, onze leiders gekozen hebben. Dat is onjuist. Onze ‘leiders’ zijn niet gekozen, maar uitgekozen. Zorgvuldig uitgekozen door de Corporate-Elite. Uitgekozen om hun belangen te behartigen. En verder nergens voor. En wij hebben daar niets over te vertellen.

Zo is onze premier Balkenende in 1985 uitgekozen voor een door Rockefeller opgerichte opleiding met de naam ‘International Visitor Leadership Program’. Dat is een opleiding voor toekomstige regeringsleiders. Een opleiding waarvoor niemand zich kan inschrijven, maar waarvoor de leerlingen worden gespot door recruiters op basis van hun belofte en potentieel.

De lijst met deelnemers is indrukwekkend. Vrijwel iedere president of minister president van bijna elk land ter wereld dat er toe doet heeft er jaren geleden gestudeerd. Je zou je kunnen verbazen over de vooruitziende blik van de recruiters. Totdat je beseft dat de realiteit precies andersom is. In 1985 is Balkenende uitgekozen. Net als Sarkozy (1985) en Gordon Brown (1984) en alle anderen. Zie hier de lijst van ‘alumni’ die te vinden is op de website van dit instituut: http://exchanges.state.gov/ivlp/alumni.html

Blijkbaar wisten de Rockefellers en consorten al in 1985 dat Balkenende premier zou worden. Terwijl wij, de Nederlanders, voor 2000 nog nooit van hem gehoord hadden. Het is de Corporate-Elite onder leiding van de Rothschilds en Rockefellers die bepaalt wie over 20 jaar premier of president is van alle landen die ertoe doen.

Ook wel eens afgevraagd waarom Bos de opmerkelijke carrièreswitch maakte door als topman van Shell te kiezen voor een politieke loopbaan? Vreemd? Totdat je weet dat de Rothschild familie een dominant aandeel heeft in Shell. Dat maakt Bos tot een infiltrant.

Bos en Balkenende zijn geen politici. Net zomin als Obama. Het zijn zorgvuldig in het zadel gezette collaborateurs van de imperialistische en oorlogszuchtige Corporate-Elite. Een elite die met behulp van de door hen naar voren geschoven handlangers de totale macht over de totale wereld nastreven. En daarvoor geen enkel middel schuwen. En doorvoor verschillende strategieën bewandelen. Eén van die strategieën is de door hen opgezette en geregisseerde crisis. Een crisis die geen crisis is maar een oorlog tegen de mensheid.

Incompetentie is dus het beste waar we op mogen hopen. Ik vrees echter dat de realiteit erger zal zijn. De realiteit is dat de crisis niet voorbij gaat en dat er geen oplossingen zullen komen voordat die crisis haar doel bereikt: de totale instorting van de economie. En daarmee komt de weg vrij voor de meest dictatoriale en totalitaire wereldstaat ooit.

dinsdag 5 januari 2010

Macht: Angst en Geld




Macht is de bron van alle kwaad.

Als je de geschiedenis erop naslaat dan zie je dat alle oorlog, genocide, vervolging, honger, armoede, crisis etc. het gevolg is van macht of de hang naar macht. Het is dus werkelijk de bron van alle ellende die er over alle onderdrukten van alle tijden is neergedaald. Ik heb lang gezocht naar een uitzondering, maar die heb ik niet kunnen vinden.

En omdat er geen uitzondering is, is macht dus het enige waar we bang voor moeten zijn. Verder nergens voor.

En dan moet je natuurlijk het begrip ‘macht’ definiëren:

Macht is het vermogen om anderen te kunnen laten doen (of laten) wat jij wil. En daarmee kunnen die anderen dus niet meer doen (of laten) wat ze zelf willen.

En daarmee is direct het begrip ‘vrijheid’ gedefinieerd. Vrijheid is dus de mogelijkheid om te kunnen doen (of laten) wat je zelf wil. Vrijheid is de mogelijkheid om te kunnen zijn wat je bent.

Macht van de één bestaat dus uitsluitend uit de onvrijheid van de ander. Zonder onvrijheid geen macht, en zonder macht geen onvrijheid. Absolute vrijheid betekent dus de absolute afwezigheid van macht, en absolute macht betekent de absolute afwezigheid van vrijheid. De twee begrippen zijn onverbrekelijk aan elkaar verbonden.

Als we dus vrijheid nastreven, moeten we macht voorkomen.

Ik maak geen onderscheid tussen politieke en economische macht. En dat doe ik niet omdat er naar mijn inzicht geen onderscheid bestaat. De top van het bedrijfsleven en de politieke top lijken voor de buitenwereld twee aparte entiteiten, maar zijn het niet. Ze zijn al heel lang met elkaar getrouwd. Dat is niet altijd even duidelijk zichtbaar, en dat komt omdat men de illusie van aparte entiteiten graag handhaaft.

Macht kent maar twee ‘vervoermiddelen’: Angst en Geld.

Met vervoermiddel bedoel ik een middel waarmee individuele vrijheid afgenomen kan worden om daarmee de macht te voeden. Angst en geld zijn echt de enige twee mogelijkheden om mensen hun vrijheid te laten inleveren.

Om eens met geld te beginnen:

Geld is op zich een prima uitvinding. Het maakt de talenten en inspanningen van mensen uitwisselbaar. In een eerlijk geldsysteem vertegenwoordigt geld dus de waarde van die inspanningen en talenten. In het huidige geldsysteem vertegenwoordigt geld echter geen waarde. Het vertegenwoordigt uitsluitend schuld.

Het is opvallend hoe weinig mensen weten hoe het moderne bancaire systeem werkt, en wat modern geld eigenlijk is en hoe het tot stand komt.

Eén van de belangrijkste valkuilen van het moderne geld wordt gevormd door het systeem van fractionele reserve. Hierdoor bestaat AL het geld dat in omloop is uit SCHULD. Dat geeft de top van de bancaire wereld de macht over iedereen die afhankelijk is van geld. En dat zijn we allemaal. En met allemaal bedoel ik : jij, ik, het bedrijfsleven en de overheden. Hoezeer we afhankelijk zijn van geld en dus van de bancaire macht voelen we nu allemaal door de crisis.

Wil je weten hoe het werkt, kijk dan naar de korte film (47 min.) Money as Debt

Omdat ook overheden totaal overgeleverd zijn aan de macht van het geld, zal de factor geld een dominante rol spelen in elke politieke beslissing. Geen enkele overheid kan zonder krediet, en iedere overheid zal dus concessies moeten doen aan de financiers. In de loop der tijd is er zo een verweving ontstaan tussen de bancaire macht en de overheden. Prima terug te zien in de ‘redding’ van de banken door Bos. Ieder bedrijf dat ‘fouten’ maakt en ten onder dreigt te gaan mag het zelf oplossen of failliet gaan, maar de banken worden overladen met ons belastinggeld.

Het is simpelweg zo: als je als politicus de banken niet goedgezind bent, dan maak je geen carrière. Dat maakt die politici die wel carrière maken tot ‘onderaannemers’ van de banken, zoals Dorien Pessers (hoogleraar rechten UvA en VU) uitstekend aangaf in haar artikel van zaterdag 5 dec. in de Volkskrant (ja, in de Volkskrant…).

Als je de organogrammen van de grote banken bekijkt (allemaal gemakkelijk te vinden via internet), dan zie je dat er een enorme onderlinge verwevenheid bestaat. Je komt in de top van alle banken steeds dezelfde namen tegen. Ook namen die bekend zijn uit de politiek. Via het draaideursysteem komen topbankiers terecht in de politiek, en toppolitici in de bancaire wereld en omgekeerd.

Bovendien kom je bij al die banken ook deelname tegen in alle grote spelers in het bedrijfsleven. Of het nou gaat om pharma, wapens, voedsel, energie, het zijn de banken die dominant aanwezig zijn. En dat is niet gek; ze hebben nou eenmaal het meeste geld. En daarmee kopen ze zich overal in (investment banking). Eigenlijk is het één groot kartel. En daarmee is de wet van vraag en aanbod buitenspel gezet.

Daarnaast wordt er in een democratie de regering gekozen. En kiezen doen we op basis van informatie. Zonder informatie is er niets om een keuze op de baseren. En die informatie krijgen we via de media. Er zijn op dit moment (buiten de staatsomroepen) nog maar 5 grote mediaconcerns op de wereld. Allen eigendom van de bancaire top. De belangrijkste persbureaus Reuter en AP zijn al decennia eigendom van één van de meest dominante bankiersfamilies: de Rothschilds. De journaals en actualiteitenrubrieken van alle omroepen (en kranten) maken daarvan gebruik omdat ze nou eenmaal niet op elke plek van de wereld eigen verslaggevers hebben zitten. Zo bepalen de persbureaus en de media de informatie, en dus indirect onze keuze.

“Geef mij de controle over de geldstromen van een land, en ik geef er niets om wie de wetten maakt” Mayer Amchiel RothschildGrondlegger van de Rothschild bankiersdynastie.


Bancaire macht = economische macht = politieke macht.

Zolang wij blijven geloven in de waarde van geld (zoals het nu georganiseerd is) en het blijven najagen, houden we het systeem zelf in stand. En daarmee bekostigen we onze eigen slavernij.



Het tweede vervoermiddel is angst.

Angst is een middel dat gebruikt wordt als vervoermiddel voor politieke macht. Vroeger voornamelijk in de vorm van angst voor geweld: legers, politie, inquisitie etc. Maar tegenwoordig werkt het voornamelijk anders.

Het gaat zo:

Als je als machthebber wil dat burgers hun vrijheden opgeven (ten bate van jouw macht), dan kun je dat niet gewoon vragen. Je krijgt dan weerstand. Als je bijvoorbeeld wil dat je iedereen overal kan volgen via camera’s, kastjes in de auto, aftappen van telefoon en e-mailverkeer, een biometrisch persoonsregister etc. en je zegt in alle eerlijkheid: “Luister eens, we vertrouwen jullie niet, dus lever je privacy maar in”, dan krijg je een opstand.

Nee, je doet het zo*:

1-Je creëert een probleem dat niet bestaat en maakt de mensen daarmee bang (bijv. terroristen bedreigen het land!)
2-Je wacht op een reactie: de bevolking vraagt om bescherming (wat gaan ZE eraan doen?!)
3-Je biedt de oplossing in de vorm van de maatregel die je vanaf het begin voor ogen had (inleveren vrijheid als ‘bescherming’ tegen terroristen)

Zo gaat het steeds:

We worden bang gemaakt dat de aarde opwarmt om ons meer belasting te laten betalen. We worden bang gemaakt voor de gevolgen van roken om de enorme accijnzen te rechtvaardigen. We worden bang gemaakt dat Irak ‘weapons of mass destruction’ bezit om een oorlog te rechtvaardigen etc.

Zo heb je helemaal geen geweld nodig om mensen hun vrijheden te laten inleveren ten bate van jouw politieke macht. Dat spelletje heet manipulatie. En het middel is angst. En dat werkt alleen als mensen geloven dat er sprake is van werkelijke dreiging.

Pas als het tot ons doordringt dat macht het enige is waarvoor we bang moeten zijn, en verder helemaal nergens voor, is de hele manipulatie machteloos. Dan zullen we zien dat elke poging om ons bang te maken (waar dan ook voor) uitsluitend bedoeld is om ons vrijheden af te nemen. En dus de macht te voeden.

En als we dat weten, en ze proberen ons weer angst aan te jagen, dan kunnen we ze voortaan vriendelijk uitlachen. En dan hoeven we helemaal nergens meer bang voor te zijn.

* Met dank aan David Icke


maandag 4 januari 2010

Privacy en het nieuwe veemanagement.





Als ik met mensen praat over de rap verdwijnende privacy, krijg ik vaak de opmerking: ‘van mij mogen ze alles weten, ik heb niks te verbergen’.

Wat mensen daarmee zeggen is feitelijk: ‘ik heb binnen de bestaande regelgeving voldoende vrijheid, en heb niet de behoefte de grenzen van die regelgeving op te zoeken of te overschrijden’.

Maar wat als de regelgeving nou verandert, en de behoefte om de regels niet meer te volgen wel ontstaat? Omdat de regels niet meer acceptabel zijn.



Het probleem bij het begrip privacy is dat het woord de lading niet dekt. Het is de machthebber niet alleen te doen om de informatie, om het weten waar je bent (‘ik heb niks te verbergen…’), maar om met die wetenschap iets te doen. Met camera’s kunnen ze je vrijwel overal volgen. Met kastjes in de auto kunnen ze in de toekomst je bewegingsvrijheid elektronisch beperken. Rantsoeneren.

Recentelijk kwam ik tot het besef dat geld in de huidige vorm als machtsmiddel heeft afgedaan. Het wordt als ouderwets en inefficiënt beschouwd. Het zal een rol blijven spelen, maar op een andere manier dan nu. Nieuwe technologie maakt veel verfijndere machtsmechanismen en een veel grotere mate van individuele controle mogelijk. Daarvoor moet het bestaande monetaire systeem wel eerst crashen en vervangen worden door een nieuw systeem (een elektronisch systeem van ’kredietpunten’ zonder anoniem contant geld) dat maar een klein onderdeel zal vormen van het totale complex aan controle en stuursystemen. Het huidige monetaire systeem staat op instorten. De paniek, armoede, honger en ontreddering zullen nieuwe maatregelen (rantsoenering) rechtvaardigen.

Natuurlijk blijft tot die tijd iedereen geloven dat het om geld draait….

De wereld wordt klaargemaakt voor een nieuw ‘managementsysteem’. Een centraal en op afstand geleid managementsysteem. Met zo min mogelijk handhavinginspanningen. Het vee graast en scharrelt onwetend verder terwijl de muren van de elektronische gevangenis in aanbouw zijn. Zodra het complex klaar is, wordt de knop omgezet en is er geen andere mogelijkheid meer dan in de pas te lopen. Hoeveel bewegingsvrijheid er dan overblijft is dan geheel in handen van degenen aan de knoppen.

Vrijheden zullen veranderen (omdraaien) in toegekende ‘privileges’. Beloning en bestraffing. Daarvoor is het nodig dat identiteit een veel belangrijkere rol gaat spelen. Waar vroeger geld het belangrijkste middel was om vrijheden en privileges toe te kennen of af te nemen, zal dat nu identiteit worden. Een soort belonings/bestraffingsprofiel waarin alles opgenomen is: gedrag, leefwijze, denkwijze, consumeergedrag, communicatiegedrag, medische gegevens, reisgedrag, opleiding, financiële gegevens, criminal record, etc. Hoe groot je bewegingsvrijheid zal zijn (reizen, communiceren, werken, eten, informatie etc.) zal bepaald worden door dat ID-profiel. Daarvoor is uiteraard een waterdicht en dwingend systeem nodig.

RFID chips in ID-kaarten en betaalpassen zijn een opstap naar de geïmplanteerde ID-chip. En die chip zal niet alleen bedoeld zijn om te ‘monitoren’ maar als interactief systeem. Dat wil zeggen: monitoren EN besturen.

Zoals geldt voor elke gevangenis: het werkt pas als alle muren klaar zijn en er niemand meer uit kan. Langzaamaan (zodat we niet massaal wakker worden) worden de gaten in de muren gedicht. Muren die in eerste instantie op ruime afstand zullen staan, zodat het vee er in de praktijk nog niet veel van merkt er geen paniek ontstaat. Als dat klaar is zullen de muren dichter naar elkaar worden geplaatst, en zal het vee bij elkaar gedreven worden.

Om ons niet het gevoel te geven dat we gevangen genomen worden (en dus rustig te houden), zal men proberen ons te laten geloven dat de muren er zijn om ons te beschermen in plaats van ons te beperken. Daarvoor is het nodig dat we ons bedreigd voelen. Die bedreiging zal kunstmatig worden opgevoerd, de komende jaren. Denk bijv. aan global warming, terrorisme, criminaliteit, en als beslissende stap aan een oorlog, uitlopend op een wereldoorlog tegen de Islam.

De oorlog tegen de Islam is al decennia in voorbereiding. Om de impact daarvan te vergroten moet het gevoel van bedreiging in de westerse wereld optimaal zijn. Dat is de werkelijke reden achter de gestimuleerde massale immigratie van Moslims naar het westen van de afgelopen decennia. Omdat we allemaal omgeven zijn door Moslims, zullen we ons (als de oorlog uitbreekt) allemaal in ons dagelijkse leven bedreigd voelen door die Moslims om ons heen, en dat zal dan weer ‘bescherming’ rechtvaardigen.

Extra muren dus.