Stel je voor,
je hebt een gezin met 2 kinderen: Marietje en Pietje
Beiden doen dagelijks een klus. Marietje stofzuigt, en Pietje doet de afwas. Als ze klaar zijn, krijgen ze een muntje. In ruil voor dat muntje kunnen ze de volgende dag eten krijgen.
Op een dag komt er een afwasmachine. Pietje kan zijn klus niet meer doen, want de afwasgelegenheid is vervallen. Hij kan geen muntje verdienen, en krijgt dus ook geen eten.
Pietje krijgt al snel honger, en probeertde stofzuigtaak van Marietje
af te pakken, om toch te kunnen eten. Marietje, die eigenlijk helemaal niet van
stofzuigen hield, blijkt er nu toch wel erg gehecht aan te zijn, en verdedigt
zich met hand en tand.
Maar het wordt nog veel gekker: de muntjes worden geleverd door de muntenman. Hij stelt ze beschikbaar, maar hoeveel klussen er ook gedaan worden, het gezin moet ze altijd aan de muntenman teruggeven, vermeerderd met periodieke rente. Hoe langer het gezin gebruik maaktvan de munten , hoe hoger het aantal munten is dat de
muntenman opeist.
Uiteindelijk wordt de schuld zo groot dat alle met de klussen verkregen munten, aan de muntenman gegeven moeten worden. Hij eet aan tafel van het gezin zijn buik kogelrond in ruil voor munten die het gezin meteen weer af moet staan, want ja.... schuld. Terwijl degenen die alle klussen doen en het voedsel bereiden (de gezinsleden), niets meer te eten hebben, want.... geen munten.
Wat nu?
De oplossing is eenvoudig: stop met het idiote muntensysteem. Kijk wat er in het gezin nodig is aan klussen, en doe daar allemaal een deel van. Klussen als schoonmaken, eten koken etc.
Het resultaat is dan beschikbaar voorde leden van het gezin,
zonder er muntjes voor te hoeven betalen. Het is beschikbaar als gevolg van de gezamenlijke
inspanningen. En niet als gevolg van muntjes. Zoals het in de meeste gezinnen
gebeurt eigenlijk.
Vreemd verhaal niewaar?
Toch is dit precies de manier waarop geld werkt in de grotere samenlevingsvorm dan een gezin. In de samenleving dus.
Ook daar is de oplossing even eenvoudig: niet langer werken met als doel muntjes te verkrijgen, maar werken om de benodigde zaken beschikbaar te maken. Zodat ze beschikbaar ZIJN voorde leden van die samenleving.
Beiden doen dagelijks een klus. Marietje stofzuigt, en Pietje doet de afwas. Als ze klaar zijn, krijgen ze een muntje. In ruil voor dat muntje kunnen ze de volgende dag eten krijgen.
Op een dag komt er een afwasmachine. Pietje kan zijn klus niet meer doen, want de afwasgelegenheid is vervallen. Hij kan geen muntje verdienen, en krijgt dus ook geen eten.
Pietje krijgt al snel honger, en probeert
Maar het wordt nog veel gekker: de muntjes worden geleverd door de muntenman. Hij stelt ze beschikbaar, maar hoeveel klussen er ook gedaan worden, het gezin moet ze altijd aan de muntenman teruggeven, vermeerderd met periodieke rente. Hoe langer het gezin gebruik maakt
Uiteindelijk wordt de schuld zo groot dat alle met de klussen verkregen munten, aan de muntenman gegeven moeten worden. Hij eet aan tafel van het gezin zijn buik kogelrond in ruil voor munten die het gezin meteen weer af moet staan, want ja.... schuld. Terwijl degenen die alle klussen doen en het voedsel bereiden (de gezinsleden), niets meer te eten hebben, want.... geen munten.
Wat nu?
De oplossing is eenvoudig: stop met het idiote muntensysteem. Kijk wat er in het gezin nodig is aan klussen, en doe daar allemaal een deel van. Klussen als schoonmaken, eten koken etc.
Het resultaat is dan beschikbaar voor
Vreemd verhaal niewaar?
Toch is dit precies de manier waarop geld werkt in de grotere samenlevingsvorm dan een gezin. In de samenleving dus.
Ook daar is de oplossing even eenvoudig: niet langer werken met als doel muntjes te verkrijgen, maar werken om de benodigde zaken beschikbaar te maken. Zodat ze beschikbaar ZIJN voor