zaterdag 4 april 2020

De werkelijke schade van corona




Ik heb slecht nieuws. We gaan allemaal dood. Niemand zal de dans ontspringen.

Klinkt heftig, nietwaar? Toch is het absoluut waar. Doodgaan is de onvermijdelijke uitkomst van het leven. Letterlijk niemand ontsnapt eraan. Het is voor IEDEREEN onverbrekelijk aan het leven verbonden.

Dat betekent dat doodgaan OP ZICH niet erg is. Het is letterlijk  doodnormaal.

De werkelijke schade van corona, is dus NIET doodgaan. ALLE mensen gaan tenslotte dood. En altijd ERGENS aan. Wat er WEL toe doet, is het verlies van levensjaren. De werkelijke schade van corona, is dus alleen uit te drukken in verloren levensjaren. Niet in aantal overledenen. 

Om een beeld te krijgen van de omvang die schade, kunnen we de cijfers erbij pakken. Zodat we een gefundeerde afweging kunnen maken. Bovendien kunnen we die schade dan vergelijken met andere verschijnselen. Verschijnselen die ook verlies van levensjaren opleveren. Zoals bijvoorbeeld VERKEER.

Laten we de schade op een rijtje zetten:

Op dit moment zijn er in Nederland 1487 mensen overleden met corona. De gemiddelde leeftijd van de overledenen was ongeveer 80 jaar. De gemiddelde levensduur is (afgerond) 81 voor mannen en 83 voor vrouwen. Gemiddeld dus 82 jaar. Dat betekent dus een gemiddeld verlies van 2 levensjaren.

Dat wil dus zeggen dat het verlies van levensjaren door corona 1487 x 2 jaar is. Oftewel 2974 verloren levensjaren.

Wanneer we dit vergelijken met verkeersslachtoffers (cijfers CBS over 2018) dan zien we dat er 678 mensen overleden als gevolg van verkeersongevallen. De gemiddelde leeftijd van het slachtoffer was ongeveer 53 jaar.

Dat betekent dat er per verkeersslachtoffer gemiddeld 28,5 levensjaren verloren gingen. In totaal gingen ongeveer 19.323 levensjaren verloren in het verkeer.

Dit betekent dat er door verkeer jaarlijks ongeveer 6,5 keer zoveel levensjaren verloren gaan dan door corona.  

Corona: 2974 verloren levensjaren
Verkeer: 19.323 verloren levensjaren (en dat ieder jaar). 

En dan hebben we het alleen over kwantiteit. De KWALITEIT van de verloren levensjaren, zouden we echter ook moeten meewegen. Veruit de meeste corona-overledenen waren al ernstig ziek. De (gemiddeld) 2 jaren die ze zonder corona nog hadden geleefd, zouden kwalitatief een stuk minder zijn dan de verloren levensjaren van een 53 jarige met een gemiddelde gezondheid, zoals bij de verkeersslachtoffers.

Wanneer wij het onacceptabel vinden dat levensjaren verloren gaan (zeker als dat levensjaren zijn van betrekkelijk jonge, vitale mensen), dan zou een verkeers-shut-down de perfecte maatregel zijn. Met gegarandeerd resultaat! Zonder verkeer zullen er immers NUL verkeersdoden zijn. We zouden (jaarlijks!) het verlies van bijna 20.000 levensjaren. voorkomen.

Het zou, net als bij de corona maatregelen, echter verlies van vrijheid en economische activiteit opleveren. Maar omdat er bij corona - ondanks een shut-down - toch nog mensen zullen overlijden aan de gevolgen van die corona, en bij een verkeers-shut-down niet, zou het wel een veel grotere winst opleveren, gemeten in geredde levensjaren.

Toch denk ik dat de meeste mensen het een volledig bizar idee vinden om verkeer af te schaffen. Natuurlijk vindt iedereen het erg dat er mensen in het verkeer overlijden, maar de prijs om dat te voorkomen (afschaffen verkeer), is idioot hoog.

Het bevreemdt me daarom dat een vergelijkbare maatregel (vrijheid en economie voor een belangrijk deel platleggen) WEL toegejuicht wordt. Een maatregel bovendien, die ook maar zeer beperkte winst in levensjaren oplevert (om van de kwaliteit van die jaren nog niet te spreken).

Maatregelen die ook nog eens ernstig afbreuk doen aan de KWALITEIT van leven, voor iedereen. Ze gaan ten koste van vrijheid, welvaart en welzijn. Ze gaan ten koste van de kwaliteit onze resterende levensjaren.

En, als de aankomende crisis als gevolg van de maatregelen, de armoede vergroot, gaat het óók ten koste van de KWANTITEIT. In Nederland sterven mensen die in armoede leven, immers (gemiddeld) 8 jaar eerder. Er leven in Nederland ongeveer een miljoen(!) mensen in armoede.

Dat betekent dat armoede 1 miljoen x 8 verloren levensjaren veroorzaakt. Dat zijn 8 miljoen verloren levensjaren! Tegen nog geen drieduizend door corona. Dat zijn 2666 maal zoveel verloren levensjaren!

Nu maatregelen nemen met grote risico’s op de groei van de armoede, om enkele duizenden verloren levensjaren door corona te voorkomen, is afgezet tegen de werkelijke schade volkomen buiten proportie. Zowel kwantitatief als kwalitatief.







donderdag 2 april 2020

Liefde voor het Leven





In deze tijd, waarin niemand zijn aandacht op iets anders lijkt te kunnen richten dan op de gevaren van corona, is de hele samenleving gefocust op het voorkomen van sterfgevallen.

In onze angst voor de dood zijn we daarom bereid om vele essentiële zaken - zaken die het leven nou juist leefbaar maken - te offeren in ruil voor (vermeende) veiligheid.

Zaken zoals onze vrijheid, het maken van sociaal contact en onderlinge toenadering, het bijeen komen, kunnen doen waar we goed in zijn (werken), het hebben van keuzemogelijkheden (ook over onze eigen gezondheid) en zelfs het nemen van enig risico, want ook dat geeft kleur aan het leven.

Anders gezegd: nu lijkt het dat we meer belang hechten aan onze angst voor de dood, dan aan onze liefde voor het leven.

Het is natuurlijk heel begrijpelijk. Als we van ons leven houden, dan willen we het behouden. Maar om daarvoor nou juist die zaken die het leven waardevol maken – en WAAROM we dus van dat leven houden – op te offeren met als enig doel het te verlengen; daarmee zouden we het paard wel eens achter de wagen kunnen spannen.

Het klinkt hard, maar een gered leven is niets meer dan een uitgestelde dood.  Die dood die we uit alle macht proberen te vermijden, maar die uiteindelijk voor iedereen onvermijdelijk is. Des temeer reden, naar mijn smaak, om die kostbare resterende tijd van leven niet te ontdoen van de zaken die dat leven nou juist het leven WAARD maken.

Op dit moment lijkt alle aandacht echter op de dood te liggen, en lijkt de kwaliteit van leven volkomen ondergeschikt geworden te zijn.

Begrijp me niet verkeerd: het vermijden van onnodig overlijden is absoluut van groot belang, en dat geldt zeker niet alleen bij corona. Maar als dat betekent dat we onder totale controle moeten leven, gedwongen worden om sociaal contact te vermijden, gedicteerd moeten worden wanneer we waar heen mogen gaan, en met wie, of met hoeveel vrienden, tot welke medicatie (bijv. vaccin) we gedwongen worden, tot grotere armoede gedreven worden, etc., dan wordt het leven zodanig grimmig dat een belangrijk deel van de dingen die het leven waardevol maken, verdwijnt. Dan LEVEN we veel minder.

Als we LEVEN voor een belangrijk deel moeten inleveren om de dood te vermijden, dan verliezen we onze liefde voor het leven (ons levensgeluk), en dus onze gehechtheid eraan, en daarmee uiteindelijk ook onze aversie voor de dood. Het sterk toenemende aantal zelfmoorden is daar nu al een voorbode van. Dan schieten we ons doel ver voorbij.


woensdag 16 oktober 2019

Al het "crisisbeleid" leidt tot hetzelfde




De stikstofcrisis, de CO2 crisis, de woningcrisis, de pensioencrisis, het lijken allemaal losstaande verschijnselen. En zo worden ze ook gepresenteerd. Totdat je de “oplossingen” gaat bekijken. Dan zie je dat er een overeenkomst bestaat tussen deze schijnbaar losstaande zaken. Dan zie je dat de beleidsmaatregelen die gebaseerd zijn op deze “crises” allemaal dezelfde consequenties gaan hebben.
Letterlijk AL het beleid dat gebaseerd wordt op deze “crisissituaties” leidt tot hetzelfde: het onmogelijk maken om voor onszelf te zorgen.



Om voor onszelf te kunnen zorgen, moeten we toegang hebben tot onze basisbenodigdheden. Om te kunnen leven hebben we en aantal primaire zaken nodig:

- Onderdak (wonen)
- Energie
- Inkomen
- Voedsel

Zonder toegang tot deze dingen, zijn we dakloos, lijden we kou, leven we in armoede en hebben we honger. En alle “crisismaatregelen” leiden precies daartoe. De situaties lijken dus verschillend, maar de consequenties van het beleid zijn hetzelfde.

Wonen

De aanval op wonen wordt op verschillende fronten ingezet. Sociale huurwoningen worden steeds minder toegankelijk gemaakt. Boven een modaal inkomen komt niemand er meer voor in aanmerking. Huurtoeslagen worden versoberd waardoor ook mensen met lage inkomens niet meer kunnen huren. Daarnaast worden de woningbouwverenigingen dusdanig zwaar belast dat er geen geld meer is voor nieuwbouw, en dat ze genoodzaakt zijn hun woningvoorraden te verkopen. Dat betekent ellenlange wachtlijsten.

Logischerwijze ontstaat hierdoor meer vraag naar betaalbare koopwoningen. Als gevolg van die vraag, stijgen de prijzen daarvan. Hierdoor zijn ze voor grote groepen mensen ook niet meer betaalbaar. Daarnaast zijn er instapdrempels voor hypotheken opgeworpen, waardoor gezinnen met een inkomen dat rond modaal ligt (en niet meer in aanmerking komen voor sociale huurwoningen) ook geen passende hypotheek meer kunnen krijgen, en dus geen toegang meer hebben tot wonen.

Het enige dat dan nog resteert is particulier huren. Maar ook hier vliegen de huurprijzen omhoog als gevolg van de toegenomen vraag (die dus weer een gevolg is van het beleid). Daarnaast worden sociale huurwoningen, als consequentie van het draconische belastingbeleid, massaal verkocht aan speculanten die ze vervolgens tegen woekerprijzen verhuren.

En dan is er ineens de “stikstofcrisis” die wordt gebruikt als rechtvaardiging voor een bouwstop. Hierdoor worden jongeren die zelfstandig willen gaan wonen genoodzaakt bij hun ouders te blijven wonen.

Resultaat: alle beleidsmaatregelen leiden tot het onmogelijk maken van wonen voor steeds grotere groepen mensen.  

Energie

De “CO2-crisis” wordt ingezet om energie te rantsoeneren. Gas zal simpelweg worden afgesloten, waardoor mensen gedwongen worden om elektrische warmtepompen aan te schaffen, tegen torenhoge kosten. Dat deze pompen nauwelijks bruikbaar zijn (de capaciteit is veel te klein om een huis behoorlijk te verwarmen) doet er kennelijk niet toe.

Als mensen bezwaar maken tegen deze gedwongen investering, roept de overheid dat ze zullen “helpen” door leningen te verstrekken (uiteraard van het belastinggeld dat al door de bevolking is betaald). Maar niet zonder voorwaarden: de grond waarop het huis staat wordt dan eigendom van de overheid. Hierdoor vervalt het beschikkingsrecht over het huis natuurlijk voor een deel aan die overheid. Je kunt een huis immers niet verkopen zonder de grond waar het op staat. Dit beleid past dus ook uitstekend in de aanval op wonen.

Als mensen uitweg zoeken door een houtkachel aan te schaffen, wordt dit bij voorbaat geblokkeerd, want dat is ineens “slecht voor de gezondheid”.

Daarnaast wordt de “CO2-crisis” gebruikt als rechtvaardiging voor het verhogen van energiebelastingen en als opmaat voor een algemene CO2-taks. Dat geld moet natuurlijk worden opgebracht door de burgers en worden betaald uit hun loon.

Samen met het beleid dat wonen steeds duurder maakt, stijgen hierdoor de vaste lasten spectaculair. Uiteraard leidt dat tot meer armoede.

Resultaat: alle beleidsmaatregelen leiden tot minder toegang tot betaalbare energie voor steeds grotere groepen mensen.

Inkomen

Als gevolg van het beleid, is het geïndexeerde inkomen al decennia niet gestegen, terwijl de vaste lasten explosief toenemen. Dit resulteert uiteraard in minder besteedbaar inkomen. Daarnaast wordt ons uitgesteld inkomen (pensioen) geroofd onder het mom van een pensioencrisis die in werkelijkheid helemaal niet bestaat. Er wordt een rekentruc toegepast waardoor er een crisis LIJKT te zijn.

Resultaat: alle beleidsmaatregelen leiden tot minder besteedbaar inkomen, en dus tot meer armoede voor steeds grotere groepen mensen.

Voedsel

Ook hier wordt de aanval op verschillende fronten ingezet. De zogenaamde stikstofcrisis moet de veeteelt drastisch inperken. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor de voedselvoorziening.

Daarnaast stuurt het beleid aan op meer biobrandstof in benzine. De E10 benzine komt voor 10%  uit biomassa. Die gewassen moeten uiteraard worden verbouwd, en dat gaat ten koste van landbouwgrond waarop normaal voedsel gekweekt wordt. Om het hele wagenpark op E10 te laten rijden, hebben we ongeveer 30% van alle beschikbare grond in Nederland nodig. Grond waarop dan dus niet meer gewoond kan worden, en waarop geen voedsel verbouwd kan worden. Ook dat heeft uiteraard consequenties voor de voedselvoorziening en wonen.

De volgende aanval op voedsel zal gebaseerd zijn op een “watercrisis”. Er wordt geroepen dat de landbouw teveel water verbruikt. Er zullen maatregelen genomen worden om die landbouw  te beperken. Uiteraard ook met voedselschaarste als gevolg.

Resultaat: alle beleidsmaatregelen leiden tot minder beschikbaar voedsel, en dus tot meer honger voor steeds grotere groepen mensen.

Kortom

Kortom, alle beleidsmaatregelen leiden dus tot meer dakloosheid, meer kou, meer armoede en meer honger.

Steeds wordt er geschermd met allerlei “bedreigingen” met de bedoeling dat we al die beleidsmaatregelen accepteren. Steeds wordt ons een "beter klimaat" voorgespiegeld (alsof het huidige klimaat zo beroerd is), maar nooit wordt er melding gemaakt van de logische consequenties van alle maatregelen voor ons leven. Kennelijk heeft men liever niet dat wij dit beseffen.

Maar wat als al die “bedreigingen” in werkelijkheid niet bestaan? Dat het beleid helemaal niet de bedoeling heeft om die zogenaamde bedreigingen onschadelijk te maken? Maar dat het beleid de bedoeling heeft om zelfstandig leven onmogelijk te maken? Dat is immers de overeenkomst tussen alle maatregelen: ze leiden onveranderlijk tot het rantsoeneren van wonen, energie, inkomen en voedsel. Tot armoede en het verlies van het vermogen om voor onszelf te zorgen.

Armoede is niet een gebrek aan geld, maar een gebrek aan toegang tot basisvoorzieningen. En dat is precies waarop AL het beleid aanstuurt.

Waarom?

Waarom zou een regering een dusdanig kwaadaardig beleid voeren?

Degenen die de meeste macht hebben in de wereld, hebben logischerwijze de meeste invloed. Zij hebben het vermogen om regeringen naar hun hand te zetten, want zij financieren ze. Het grootste belang van mensen met macht, is macht over alle andere mensen, want daar bestaat hun macht uit.

Om macht te kunnen hebben over anderen, is het een vereiste dat die anderen afhankelijk zijn. De macht van de één, bestaat immers uit de afhankelijkheid van de anderen. Machthebbers proberen daarom altijd die afhankelijkheid te vergroten. Het meest efficiënt doe je dat door die anderen het (zelfstandig) leven onmogelijk te maken. Zoals nu gebeurt.

Zodra het - als gevolg van het beleid - voor grote groepen mensen onmogelijk gemaakt is om voor zichzelf te zorgen, zullen de regeringen “te hulp schieten” en een vorm van basisinkomen aanbieden. Uiteraard onder voorwaarde van strikte gehoorzaamheid. En dan is de afhankelijkheid compleet.

Al het beleid volgt een beproefd patroon:
1- Verzin of creëer een probleem dat als bedreigend wordt ervaren
2- Wacht op een reactie van het publiek ("Jullie moeten er wat aan doen!")
3- Neem de maatregelen die je voor ogen had

Dit patroon staat bekend als problem-reaction-solution

Uiteraard kunnen regeringen dit beleid alleen voeren als voldoende mensen blijven geloven in de voorgespiegelde “bedreigingen” Anders bestaat er simpelweg geen rechtvaardiging voor dit armoedebeleid. Zodra voldoende mensen gaan beseffen dat ze worden misleid, en dat regeringen heel andere bedoelingen hebben dan ze beweren, dan staan die regeringen letterlijk machteloos.








zaterdag 5 oktober 2019

5G



 
Ondanks de toenemende zorgen en weerstand, wil de politiek perse 5G uitrollen. De hamvraag daarbij is natuurlijk: WAAROM?

Waarom wil de regering/overheid perse dat er 5G komt? Wat is hun belang?

Zou het ze er werkelijk om gaan dat wij sneller filmpjes kunnen downloaden? Zijn ze zo begaan met ons gemak en ons entertainment dat ze perse het beste en leukste voor ons willen? Wie dat gelooft, heeft echt al heel lang onder een steen geleefd.

De overheid is (het woord zegt het al) gepositioneerd BOVEN de bevolking. Dat betekent dat de overheid MACHT heeft over die bevolking. Macht is het vermogen het gedrag van anderen te controleren en te bepalen. Controle over de bevolking is dus het primaire belang van iedere regering en overheid. Een regering/overheid die geen controle heeft over de bevolking, heeft immers geen enkele macht. En dus geen bestaansrecht.

Om die controle te verkrijgen, te behouden en uit te breiden, worden altijd alle beschikbare middelen ingezet. Nu nieuwe technologieën in hoog tempo beschikbaar komen, zullen ze dus sowieso worden ingezet voor controledoeleinden. Omdat het KAN.

Om het gedrag van de bevolking te dicteren heb je een systeem nodig dat dit mogelijk maakt. De 5G technologie leent zich daar bij uitstek voor. Een waterdicht elektronisch netwerk dat alles kan waarnemen en besturen, en daarmee de natte droom is van iedere bestuurder.

Het biedt de gelegenheid om ieders gedrag op individueel niveau en volautomatisch in kaart te brengen, en dwangmaatregelen te nemen op datzelfde individuele niveau. Iedere burger kan worden gecontroleerd, en persoonlijk worden bijgestuurd (lees: gedwongen) als zijn of haar gedrag onwelgevallig is.

Omdat hiervoor tot voor kort nog maar beperkte technologische mogelijkheden bestonden, is deze vorm van dicteren nog niet eerder op alomvattende schaal toegepast. Dat betekent dat wij, de bevolking, er nog geen ervaring mee hebben. Het betekent dat we nog niet beseffen welke allesvernietigende gevolgen het kan en zal hebben voor onze vrijheid.

Kennis is macht. Kennis over het gedrag van mensen is dus macht over die mensen. Hoe meer de overheid kan doordringen tot in de kleinste details van ons leven, hoe meer die overheid ons gedrag tot in diezelfde details kan afdwingen of verbieden. En dat betekent dus dat we ons doen en laten niet zelf meer kunnen bepalen.

Het vermogen jezelf te besturen, heet vrijheid. In tegenstelling tot wat de meeste mensen geloven, is iedere regering/overheid gebaat bij een zo onvrij mogelijke bevolking, want daaruit bestaat hun macht. Natuurlijk zullen regering en overheid steeds beweren dat de bevolking “vrij” is, want onvrijheden worden nu eenmaal gemakkelijker geaccepteerd door mensen die geloven “vrij” te zijn.

De grens aan het vermogen van de overheid om door te dringen tot in de persoonlijke levenssfeer van mensen, is dus de grens aan de macht van die overheid. Die grens kennen we onder de noemer: privacy.

In het verleden hebben mensen grenzen gesteld aan overheidsbemoeienis. Dat kwam omdat die mensen door schade en schande hadden geleerd dat het zeer verstandig is om een overheid op een gezonde afstand te houden, en dus een mate van privacy te waarborgen. Tot hier en niet verder!

Om vertrouwen te kweken heeft de overheid zich decennia lang betrekkelijk netjes gedragen naar de burgers, en daarmee is de perceptie van het gevaar van teveel overheidsbemoeienis geleidelijk naar de achtergrond verdwenen. Waarom zou je een organisatie die zich redelijk opstelt immers wantrouwen? Nu wordt dat gekweekte vertrouwen misbruikt om alle grenzen van overheidsbemoeienis razendsnel te slechten. Oftewel: alle privacy voor eens en voor altijd weg te nemen, gebruik makend van technologie.

Uiteraard roept die overheid voortdurend: “Maak je geen zorgen! Jullie gegevens zijn bij ons in veilige handen! Wij zorgen ervoor dat ze niet in verkeerde handen vallen!”

Het punt is: JUIST BIJ DE OVERHEID ZIJN ONZE GEGEVENS IN DE VERKEERDST DENKBARE HANDEN.

Albert Hein kan mij geen boete geven als mijn gedrag ze niet aanstaat. De overheid wel!
Shell kan mij niet uitsluiten van zaken als ik niet precies doe wat Shell zegt. De overheid wel!
Unilever kan mij niet gevangen zetten als ik weiger voor hun producten of diensten te betalen. De overheid wel!
Multinationals kunnen geen gelegitimeerd geweld tegen mij gebruiken. De overheid wel!

Onze privacy laten beschermen door de overheid, is als je huis laten bewaken door het inbrekersgilde, of je kinderoppas rekruteren bij de pedofielenvereniging. 

De bescherming die privacy biedt, IS bescherming tegen de overheid. Privacy is BEDOELD om onszelf te beschermen tegen de macht van de overheid. Hieruit is het hele begrip privacy ooit ontstaan. Door schade en schande geleerd. En, gezien het gemak waarmee de meeste mensen hun privacy momenteel laten afnemen, ook weer vergeten.

Regering en overheid willen dus perse 5G omdat het ze ongekende mogelijkheden geeft om privacy te vernietigen, en daarmee onze vrijheden. Want hun macht bestaat uit onze ONvrijheid.

Uiteraard wil men liever niet dat wij dit beseffen. En dat we niet begrijpen wat voor vernietigende gevolgen het zal hebben voor ons leven. Daarom leiden de politiek-strategen de discussie af van de essentie. Om de aandacht van het werkelijke gevaar af te leiden, stimuleren politiek en media de discussie over een secundair aspect: gezondheid.

Begrijp me niet verkeerd: gezondheid is van groot belang. En overheden hebben talloze keren bewezen dat ze hun schouders ophalen over de volksgezondheid. Maar het is de macht er niet om te doen ons zo ziek mogelijk te maken. Als de 5G technologie slecht is voor de gezondheid, dan is dat een aspect dat op de koop wordt toegenomen, in ruil voor de machtsbelangen.

De discussie wordt dus afgeleid van de essentie (afnemen van privacy, en dus van vrijheid) en verlegd naar het (weliswaar belangrijke, maar wel secundaire) gezondheidsaspect. Door te schermen met tegenstrijdige “wetenschappelijke onderzoeken” wordt er een kwestie van mening van gemaakt. Welles-nietes dus. En zo kan het vervolgens gemakkelijk worden geïmplementeerd op basis van het secundaire criterium, terwijl de werkelijke bedoeling buiten beeld blijft. Meningen verschillen immers….

Deze politieke strategie is al zou oud als de weg naar Rome. Die strategie zie je momenteel bijvoorbeeld ook terug in de vaccinatiediscussie. Ook daar wordt de discussie richting het gezondheidsaspect gestuurd, en daarmee blijft het veel grotere gevaar, het gevaar van een overheid die ongelimiteerd toegang heeft tot de chemische privacy van ons lichaam en onze geest buiten beeld.
Natuurlijk zal niet direct na de implementatie van deze nieuwe technologie de knop omgaan. Eerst zal men ons de “voordelen” laten ervaren. Snel internet, zelfrijdende auto, nog gemakkelijker betalen, betere beveiliging tegen “criminelen”.  Zodat we het omarmen, en er op korte termijn afhankelijk van worden, zonder al teveel weerstand.

Maar zelfrijdende auto’s zullen geleidelijk zelfNIETrijdende auto’s worden als we ons niet volledig gehoorzaam gedragen. Automatisch betaalsystemen zullen de mogelijkheid om zaken te kopen geleidelijk uitsluiten als we niet exact doen wat ons verteld wordt. Computergestuurde veiligheidssystemen zullen ons (zoals in China al gebeurt) geleidelijk, en individueel  uitsluiten van zaken die nu vanzelfsprekend zijn. Zaken zoals reizen, communiceren, wonen, etc. Volledig automatisch en zonder mogelijkheid tot verweer: “Computer says no!”

 ”Kortom: 5G zal (als wij het toestaan) de technologie zijn die gebruikt zal worden om geleidelijk iedere vorm van privacy, en dus van vrijheid te elimineren. Omdat het KAN.


zondag 16 december 2018

Hoe werkt ons moderne slavernijsysteem?






Laten we eerst vaststellen wat slavernij IS. Slavernij is een situatie waarin de één bezitter wordt van de arbeidsopbrengst van de ander. 

Er is sprake van een slavernijsysteem, wanneer zeer weinigen systematisch bezitter worden van de arbeidsopbrengst van zeer velen. Wanneer veel slaven het resultaat van hun werk dus moeten afstaan aan één of enkele bazen.





Eigendom en bezit

Eigendom is: “dat wat iemand eigen is”. Wat ons eigen is, is onze tijd van leven en onze levensenergie. In een rechtmatige situatie kunnen we kiezen wanneer en hoe we die tijd en energie inzetten. De opbrengst van die inzet is dan ons eigendom. Zowel onze tijd van leven, als onze levensenergie, als het resultaat van de inzet daarvan, is ons eigendom.

Bezit is: “dat wat bezet is”. Bezit is dus bezet eigendom. Wanneer dit eigendom van een ander betreft, dan is dat bezit onrechtmatig.

De opbrengst van slavernij bestaat dus uit onrechtmatig verkregen bezit, bestaand uit eigendom van anderen.

Ieder slavernijsysteem bestaat uit bazen en slaven. Degenen die exploiteren, en degenen die geëxploiteerd worden dus. Slavernij is een exploitatievorm die eigendom van velen, overhevelt naar bezit van enkelen.

Vroeger en nu

In de tijd van de slavenplantages was slavernij openlijk en uiterst zichtbaar. De bazen lieten de slaven al het werk doen, en dwongen ze de opbrengst van dat werk af te staan. Een klein deel van de opbrengst van de plantage werd gereserveerd voor voedsel en onderdak voor de slaven. Zodat ze konden blijven werken.

Sindsdien is er veel veranderd, maar in essentie werkt het nog vrijwel hetzelfde. Ook nu laten de bazen de slaven al het werk doen. Maar in plaats van voedsel en onderdak te verstrekken, geven de bazen de slaven geld (loon). Daarmee moeten die slaven zelf hun voedsel en onderdak kopen. Zodat ze kunnen blijven werken.

In plaats van de geplukte katoen direct bij de plantage op te eisen, moeten de moderne bazen nu dus een andere manier gebruiken om de opbrengst van het werk (het eigendom van de werkenden dus) in bezit te krijgen.  

Winst en belasting

In ons systeem gebeurt dat via winst en belasting. Dit zijn de enige instrumenten die het moderne slavernijsysteem ter beschikking heeft om eigendom van de werkenden af te nemen en dat toe te voegen aan het bezit van de bazen.

Winst:

Winst is het verschil tussen de kostprijs van iets, en de verkoopprijs ervan. Alle producten en diensten (hierna “producten” genoemd) worden voortgebracht door de werkenden. Het zijn de resultaten van hun inspanningen. En dus hun eigendom.

Vanwege automatisering is die productie steeds efficiënter geworden. Er zijn daardoor steeds minder menselijke inspanningen nodig voor een gegeven productiecapaciteit. Maar ook die machines worden gemaakt door werkenden. Daarom zijn uiteindelijk alle producten nog steeds het resultaat van de inspanningen van werkenden.

In het huidige slavernijsysteem moeten de werkenden die producten afstaan aan de bazen in ruil voor loon. Die bazen verkopen diezelfde producten vervolgens terug aan de werkenden, tegen meer geld dan ze gekregen hebben voor het maken ervan. Het verschil heet winst. Die winst komt in het bezit van de bazen.

Willen (of moeten; ook moderne slaven hebben voedsel en onderdak nodig) de slaven dus toegang verkrijgen tot de producten die ze zelf gemaakt hebben, dan moeten ze hun loon weer afstaan aan de bazen.

Omdat de prijzen van producten, vanwege de winst, altijd hoger zijn dan het loon dat de werkenden ontvingen voor het maken van die producten, kunnen ze niet beschikken over het grootste deel van hun eigen productie (hun eigendom). Dat deel wordt toegevoegd aan het bezit van de bazen.

De bazen worden zo bezitter van het eigendom (het resultaat van inspanning) van de slaven.

Winst bestaat dus uit eigendom van werkenden, dat in bezit genomen is door bazen. Winst is opbrengst van slavernij.

Belasting:

Naast het deel van hun eigendom dat slaven moeten afstaan aan winst, moeten ze ook een groot deel afstaan aan belasting. Belasting bestaat dus ook uit afgenomen eigendom.

Het heffen van belasting wordt gerechtvaardigd door de bewering dat daarmee voorzieningen worden betaald. Die voorzieningen, zoals wegen, infrastructuren diensten etc. bestaan ook uit producten. Producten die voortgebracht worden door werkenden. Ook zij krijgen daarvoor loon, maar ook zij moeten het grootste deel daarvan direct weer afstaan, omdat ook zij belasting moeten betalen.

Geld en rente

De werkenden worden beloond met geld. Dat geld wordt door de bazen geproduceerd. Die bazen hebben in de loop der tijd daarvoor een instrument ontwikkeld. Wij kennen dat instrument als “banken”. De bazen bezitten de banken. Banken maken dat geld uit het niets. Zonder noemenswaardige inspanning dus.

Zij stellen dat geld beschikbaar aan de slavenpopulatie door het aan te bieden als krediet. Als lening dus. Geen enkele euro (of dollar) wordt beschikbaar gesteld zonder dat daar een schuldeis tegenover staat. Hoe meer geld er dus beschikbaar is, hoe meer schuld er bestaat.

Over die schuld wordt rente (rente is winst op geld) geheven. Er moet dus altijd meer geld worden terugbetaald dan er beschikbaar gesteld is. Daarom is er altijd meer schuld dan er geld bestaat.

De rente moet worden betaald uit het loon dat de slaven verkregen hebben in ruil voor hun arbeid. Omdat de schuld systematisch hoger wordt vanwege de rente, kunnen de slaven zich nooit bevrijden van deze vorm van slavernij.

Omdat de banken (als instrument van de bazen) dat geld - met de toegevoegde rente - produceren zonder noemenswaardige inspanning, en de slaven ervoor moeten werken, worden de bazen zo eigenaar van het eigendom (resultaten van inspanning) van de slaven.

Wat is de omvang van de huidige slavernij? 

In Nederland is dat ongeveer 90%. Het totaal van alle opbrengsten van inspanning (arbeid) in Nederland heet het BBP (bruto binnenlands product). De werkenden die alles voortbrengen met hun inspanningen, ontvangen daarvan ongeveer 30% als bruto beloning. Van dat brutoloon moeten ze gemiddeld nog ongeveer 70% afstaan aan allerlei belastingen. Dan blijft er voor de slaven dus een kleine 10% over om zich van voedsel en onderdak (en andere levensbehoeften) te voorzien. De rest (ongeveer 90% dus) gaat naar de bazen.

De bewering dat belastingen worden gebruikt voor voorzieningen is maar voor een heel klein deel waar. Als belastinggeld werkelijk werd uitgegeven aan loon voor degenen die de voorzieningen (wegen etc.) maken, dan zou dat geld dus van de ene werkende naar de andere gaan. En dan zou dat geld dus bij het totaal aan betaalde lonen komen.

De omvang van de huidige slavernij is daarmee groter dan ooit.  In tegenstelling tot vroeger is nu niet een selecte groep slaaf, maar vrijwel iedereen. Van iedereen (behalve de bazen) wordt verreweg het grootste deel van zijn eigendom afgenomen en toegevoegd aan het bezit dan de bazen.

Dit betekent dat de opbrengst voor de bazen zo enorm is, dat het bestaansniveau van de slaven hoger kan zijn dan vroeger. Er zijn nu veel meer slaven die geëxploiteerd worden dan voorheen. Daarom kan er voor de slaven iets meer overblijven dan bij het ouderwetse systeem. Het voordeel daarvan is dat die slaven dan minder ontevreden zijn.

Nog nooit in de geschiedenis was de scheve verhouding tussen eigendom en bezit zo groot. Letterlijk een handvol bazen bezit nu meer dan de helft van alle rijkdom op de wereld. Het is het resultaat van het moderne slavernijsysteem dat het overgrote deel van al het eigendom van mensen, in bezit van enkele bazen heeft gebracht.

Geloof

Een cruciaal element van dit slavernijmodel, is het feit dat deze vorm van slavernij niet openlijk is. De bazen hebben in het verleden beseft dat mensen gemakkelijker slaaf zijn en slaaf blijven, als ze geloven GEEN slaaf te zijn.

Vaak zeggen mensen tegen mij: “Ja maar, ik voel me helemaal geen slaaf!”. En dat is precies de bedoeling van het systeem. Het maakt gebruik van een eenvoudig psychologisch mechanisme: als mensen geloven ‘vrij’ (geen slaaf) te zijn, dan voelen ze zich geen slaaf. Vandaar dat ons (via de media die ook in het bezit zijn van de bazen) voortdurend verteld wordt dat we “vrij” zijn. Kennelijk hebben we het massaal geloofd.

Slavernij is geen gevoel. Slavernij is een feitelijke situatie. Het is de situatie waarin enkelen velen exploiteren. Of die velen dat al dan niet beseffen (en dat dus al dan niet voelen), doet daar niets aan af.

Maar omdat het geloof van de slaven van doorslaggevend belang is voor het (voort)bestaan van dit slavernijsysteem, ligt hierin ook de achilleshiel ervan. Zodra de slaven gaan beseffen wat de feitelijke situatie is (slavernij), dan vervalt dat geloof. En daarmee dus ook het belangrijkste fundament eronder. 





woensdag 5 december 2018

Klimaatslavernij



Er is veel discussie over het al dan niet bestaan van klimaatverandering als gevolg van menselijke activiteit. Sommigen beweren dat het een leugen is, maar de meerderheid lijkt het te geloven, en de discussie verhardt. 

Veel minder discussie is er over de voorgespiegelde “oplossing” van dat klimaatprobleem. Die voorgehouden oplossing is eenvoudig als altijd: méér betalen en minder keuzevrijheid!

Voor politiek en media (en voor iedereen die ze gelooft) lijkt het vanzelfsprekend dat méér betalen (inleveren van loon, oftewel opbrengst van arbeid) en minder vrijheid (inleveren van keuzemogelijkheid) de oplossing voor ieder denkbaar probleem is.

Toch kennen we voor het inleveren van loon (opbrengst van arbeid) en inleveren van vrijheid (keuzemogelijkheid) een simpel maar erg doeltreffend woord: slavernij. Slaven zijn mensen die de opbrengst van hun werk, en hun vrijheid moeten afgeven. Niet alles natuurlijk, want dan overleven ze niet, maar wel zoveel als mogelijk is.

De gangbare bewering is dus: meer slavernij is de oplossing voor ieder probleem, en dus ook voor het “klimaatprobleem”.

Politiek en media beweren daarmee dat de aarde niet duurzaam kan functioneren zonder slavernij. Hoe groter en bedreigender het voorgespiegelde “probleem”, hoe meer slavernij daardoor gerechtvaardigd wordt. De essentie van de bewering is dus: slavernij is een vereiste voor een duurzaam functionerende wereld.

Nou zijn er twee mogelijkheden:
Of het klimaatprobleem is werkelijk, of dat is het niet.

-         - Als het niet werkelijk is, dan wordt het voorgewend met de bedoeling een valse rechtvaardiging te genereren voor meer slavernij. Dat zou begrijpelijk zijn. Slavernij is nou eenmaal erg lucratief voor degenen die de slaven exploiteren. En omdat slavernij een nogal negatieve bijklank heeft voor de meeste mensen, is het handig om het anders te noemen en er een (geloofde) rechtvaardiging voor aan te dragen. In dat geval is de aanleiding (“klimaatprobleem”) simpelweg een leugen. En de oplossing (“meer slavernij lost het klimaatprobleem op”) dus ook.

-          - Als het wel werkelijk is, en als de planeet dus werkelijk aan de vooravond staat van een grote klimaatramp, dan moet daarvoor natuurlijk een oplossing gevonden worden. Politiek en media kennen echter maar één oplossing: meer slavernij. De bewering is dan dus: “meer slavernij lost het klimaatprobleem op”. Hier is dan niet de vraag: “is het klimaatprobleem werkelijk?” (want dat is het dan), maar “is deze oplossing juist?”

In beide gevallen leidt het dus tot meer slavernij. In beide gevallen wordt ervan uitgegaan dat meer slavernij de oplossing is voor een (al dan niet werkelijk bestaand) probleem.

De logische vraag is dan: is het überhaupt mogelijk dat een probleem kan worden opgelost door middel van slavernij? Is de bewering: “méér slavernij is de oplossing voor problemen” waar? Los van de vraag of het probleem werkelijk bestaat of niet.

Eén ding is zeker: slavernij is erg lucratief voor degenen die de slaven exploiteren. Degenen die van de slavernij profiteren dus. Traditiegetrouw zijn dat degenen die aan de top van de hiërarchische ladder staat. Zij zijn degenen met de meeste financiële middelen, maar ook degenen met de meeste macht. De rijken en machtigen dus. Anders gezegd: het zijn altijd de bazen die van de slaven profiteren. 

Met hun rijkdom en macht hebben zij ook de meeste invloed op politiek en media. Voor hen is het dus zowel erg lucratief, als mogelijk om mensen, via die politiek en media, te laten geloven dat meer slavernij noodzakelijk is voor het behoud van de wereld. Zodat die mensen zich erin schikken.

Maar wat als slavernij nooit een werkelijke oplossing is voor welk probleem dan ook (buiten de ongebreidelde geld- en machtshonger van een bovenklasse)? In dat geval maakt het niet meer uit of het “klimaatprobleem” werkelijk is of niet.

Als het een leugen is, dan is meer slavernij de bedoeling. Als het werkelijk is, dan wordt het probleem aangegrepen als gelegenheid om meer slavernij te realiseren. Dan is meer slavernij (en dus niet het oplossen van het probleem) ook de bedoeling.

In het eerste geval is er geen werkelijk probleem en is een “oplossing” dus überhaupt overbodig. In het tweede geval is er wel een werkelijk probleem, maar dan wordt dat niet opgelost met de opgelegde “oplossing”.

Er komt dan slechts een probleem bij: meer slavernij.

Misschien (nou ja, misschien…) is het voor ons handiger om te beseffen dat geen enkel werkelijk probleem kan worden opgelost door middel van slavernij. Zodra er een probleem wordt voorgespiegeld dat vereist dat we loon (opbrengst van onze arbeid) en/of vrijheid inleveren, hebben we te maken met een leugen.

Dan is OF het probleem niet werkelijk bestaand en dus een leugen, OF de oplegde oplossing een leugen. In dat laatste geval zijn we dubbel de pineut. Want dan vergaat de wereld alsnog, maar nu zullen we dat beleven vanuit een slavenpositie.



woensdag 18 april 2018

Pietje, Marietje en de muntenman

 
 
 

 
 
Stel je voor, je hebt een gezin met 2 kinderen: Marietje en Pietje
Beiden doen dagelijks een klus. Marietje stofzuigt, en Pietje doet de afwas. Als ze klaar zijn, krijgen ze een muntje. In ruil voor dat muntje kunnen ze de volgende dag eten krijgen.

Op een dag komt er een afwasmachine. Pietje kan zijn klus niet meer doen, want de afwasgelegenheid is vervallen. Hij kan geen muntje verdienen, en krijgt dus ook geen eten.

Pietje krijgt al snel honger, en probeert de stofzuigtaak van Marietje af te pakken, om toch te kunnen eten. Marietje, die eigenlijk helemaal niet van stofzuigen hield, blijkt er nu toch wel erg gehecht aan te zijn, en verdedigt zich met hand en tand.

Maar het wordt nog veel gekker: de muntjes worden geleverd door de muntenman. Hij stelt ze beschikbaar, maar hoeveel klussen er ook gedaan worden, het gezin moet ze altijd aan de muntenman teruggeven, vermeerderd met periodieke rente. Hoe langer het gezin gebruik maakt van de munten, hoe hoger het aantal munten is dat de muntenman opeist.

Uiteindelijk wordt de schuld zo groot dat alle met de klussen verkregen munten, aan de muntenman gegeven moeten worden. Hij eet aan tafel van het gezin zijn buik kogelrond in ruil voor munten die het gezin meteen weer af moet staan, want ja.... schuld. Terwijl degenen die alle klussen doen en het voedsel bereiden (de gezinsleden), niets meer te eten hebben, want.... geen munten.

Wat nu?

De oplossing is eenvoudig: stop met het idiote muntensysteem. Kijk wat er in het gezin nodig is aan klussen, en doe daar allemaal een deel van. Klussen als schoonmaken, eten koken etc.

Het resultaat is dan beschikbaar voor de leden van het gezin, zonder er muntjes voor te hoeven betalen. Het is beschikbaar als gevolg van de gezamenlijke inspanningen. En niet als gevolg van muntjes. Zoals het in de meeste gezinnen gebeurt eigenlijk.

Vreemd verhaal niewaar?

Toch is dit precies de manier waarop geld werkt in de grotere samenlevingsvorm dan een gezin. In de samenleving dus.

Ook daar is de oplossing even eenvoudig: niet langer werken met als doel muntjes te verkrijgen, maar werken om de benodigde zaken beschikbaar te maken. Zodat ze beschikbaar ZIJN voor de leden van die samenleving.