zondag 16 augustus 2015

Is winst goed voor de economie?


De meeste mensen geloven dat winst goed is voor de economie. Maar is dat wel zo? Of is het alleen in het belang van de winstmakers dat de meeste mensen dit geloven? Omdat die mensen dan, vanwege dit geloof, geen bezwaar maken tegen het winstmodel? 

Economie 

Economie is, collectief gezien, eigenlijk een simpel mechanisme:  

Alle producten en diensten worden gemaakt door alle mensen die ze maken. Voor hun inspanning (hun arbeid), krijgen die mensen geld. Met dat geld kopen ze vervolgens diezelfde producten en diensten.  

Dat geld komt zo terug bij de bedrijven die de producten en diensten (verder aangeduid als producten) leveren, en met dat geld kunnen die bedrijven weer de lonen betalen aan de mensen die de producten en diensten maken. Die daarmee vervolgens de producten weer kopen. Etc.  

Dit is dus een keurig, zichzelf in stand houdend mechanisme. Een mechanisme dat nooit schaarste kan opleveren, en ook nooit werkloosheid. De makers zijn de afnemers, en de afnemers zijn de makers. Het is, collectief gezien, dezelfde groep.  

Toch werkt het in de praktijk niet zo. En daar is maar één reden voor: het is voor enkelen mogelijk om systematisch geld uit het mechanisme te halen en dit voor zichzelf te houden. Zonder er zelf producten voor te maken en zonder (het grootste deel van) dat geld uit te geven aan producten.

Dit geld is vervolgens niet beschikbaar voor de makers van de producten (in de vorm van beloning voor hun arbeid) en zo kunnen die makers diezelfde producten niet allemaal meer kopen.  

Winst 

Dit verschijnsel heet winst. Winst is het verschil tussen wat mensen betaald krijgen voor het maken van producten (loon), en wat ze moeten betalen voor het kopen van die producten (prijs). Die winst komt ten goede aan de winstmaker(s). Daarvan zijn er verhoudingsgewijs maar heel weinig. Veruit de meeste mensen verkrijgen hun geld uit loon, in ruil voor hun arbeid.

Winst leidt tot rijkdom van enkelen. Miljardairs hebben hun rijkdom niet vergaard door miljoenen malen zoveel te werken als andere mensen. Ze hebben hun rijkdom niet vergaard door miljoenen malen zoveel producten te maken met hun inspanningen. Ze hebben hun rijkdom vergaard via winstmodellen. Hun rijkdom bestaat uit gemaakte winst.  

Deze winst is bijeengebracht door producten die door de werkenden gemaakt zijn, te (laten) verkopen en daar winst op te maken. Oftewel, door meer voor de producten te krijgen, dan het kost om ze te laten maken. Alle rijkdom van de rijken is zo tot stand gekomen. Geen enkele rijke, maakt zelf de producten waarop hij zijn winst maakt.

De positie van winstmaker is maar voor enkelen toegankelijk. Het is vrijwel alleen weggelegd voor mensen die al rijk zijn. Met hun vermogen kopen ze eigenaarschap (aandelen) van bedrijven en daarmee verkrijgen zij de positie van winstmaker. Deze positie wordt dus gekocht met rijkdom, en die rijkdom bestond al uit winst.  

Winst leidt tot rijkdom van de winstmaker, en die rijkdom leidt vervolgens tot nog meer winst en dus tot nog meer rijkdom. Dit heet: met geld geld vergaren. En dus niet met werken.  

Dat zou geen probleem opleveren als die rijken al dat geld vervolgens zouden uitgeven aan producten. Zodat degenen die wel werken, die producten kunnen maken en daarvoor beloond kunnen worden. Maar de rijken geven dat geld niet uit. Als ze dat wel zouden doen, dan zouden ze hun geld dus uitgegeven hebben, en dan waren ze geen rijken meer.  

Rijkdom 

Het is onmogelijk voor de rijken om dat gewonnen geld allemaal uit te geven. Ten eerste omdat ze dan niet meer rijk zouden zijn, en dan zouden er dus geen rijken bestaan. Maar ook omdat een mens nou eenmaal maar een beperkte hoeveelheid producten kan consumeren. Tien sportwagens, een collectie villa's en dagelijkse banketten met champagne en kaviaar, zijn voor miljardairs onvoldoende om het op de krijgen. Het is onmogelijk om het allemaal uit te geven aan producten. Ze blijven, ondanks hun levensstijl, nog steeds rijk. 

Het geld waaruit die rijkdom bestaat, is dus gereserveerd. Opgepot. Dat geld is dus niet beschikbaar in het mechanisme van de economie. Er kunnen, met dat rijkdomgeld, dus geen producten gekocht worden. En dus ook niet gemaakt worden. En doordat ze niet gemaakt kunnen worden, kunnen mensen dus ook niet beloond worden voor het maken ervan.  

Rijkdom van enkelen leidt dus tot afname van geld dat beschikbaar is voor het belonen van alle andere mensen, en daarmee tot afname van geld dat beschikbaar is voor het kopen van producten. De rijken geven het immers niet uit, en de niet-rijken (die alle producten maken) hebben er geen beschikking over. Omdat de rijken het voor zichzelf houden.  

Het geld waarmee ze - via winst - rijk geworden zijn, is betaald door mensen die hun geld wel uitgeven. Het is betaald door de consumenten van de producten waarop de winst gemaakt wordt. Door degenen die deze producten gekocht hebben.

En deze mensen hebben hun geld wel verkregen door te werken. Ze hebben het verdiend als beloning voor het maken van de producten (producten waarop de winst gemaakt wordt). Ze moeten voor het kopen van die producten altijd meer betalen dan ze krijgen voor het maken van diezelfde producten. Het verschil (winst) gaat naar degenen die niets maken.

Armoede en werkloosheid 

Het geld dat door de rijken uit de economie gehaald is (door het voor zichzelf te reserveren), is niet langer beschikbaar in de economie. Het is niet langer beschikbaar voor lonen om daarmee producten te maken, en dus ook niet voor consumenten om daarmee producten te kopen. Producten die niet gekocht worden, kunnen niet worden gemaakt, en dus kunnen mensen ook niet meer beloond worden voor het maken ervan. Dat betekent dus minder banen. Mensen die geen baan meer hebben, kunnen geen geld meer verdienen voor het kopen van producten, en kunnen er dus nog minder gemaakt worden, etc.  

Anders gezegd: winst leidt tot minder werkgelegenheid en dus tot minder verdiengelegenheid. 
Oftewel, toenemende winst/rijkdom van enkelen, leidt tot toenemende werkloosheid en/of armoede voor de rest.   

Dit mechanisme - het mechanisme van steeds rijker wordende rijken en afname van werk/verdiengelegenheid voor de rest - is momenteel uiterst zichtbaar.  

Het winstmodel leidt tot rijkdom van enkelen en die rijkdom leidt onherroepelijk tot krimp van de reële economie: de economie van goederen en diensten.

Uiteindelijk is alle rijkdom van de rijken betaald door de afnemers van producten (consumenten die met werken hun geld verdienen). Producten waarop de winst zit die de rijkdom van de rijken genereert. Als gevolg van die winst/rijkdom, is er minder geld beschikbaar voor de rest en kunnen de afnemers dus steeds minder producten kopen. En dus ook steeds minder bijdragen aan de winst en dus aan de rijkdom van de winstmakers.

Het winstmodel is eindig 

Om die rijkdom desondanks te kunnen laten groeien, zullen de rijken hun macht aanwenden om de beloningen (lonen) verder te laten krimpen. Of de prijzen te laten stijgen. Of een combinatie van beide. Zodat de winstmarges (ondanks teruglopende afzet) kunnen blijven bestaan of kunnen groeien. 

Maar dat leidt tot verder verlies aan koopkracht. Net zolang totdat er nauwelijks meer koopkracht over is. En er dus ook geen mogelijkheid meer bestaat tot het maken van winst.  

Het winstmechanisme is dus een eindig systeem. Het houdt op als de parasiterende partij, de geparasiteerde partij omzeep geholpen heeft. En daarmee ook haar eigen bestaansrecht opgesoupeerd heeft.


* Met winst bedoel ik corporate winst die ten goede komt aan aandeelhouders. Aandeelhouders die niet zelf werkzaam zijn in de bedrijven die hun winst genereren, maar waarvan ze wel eigenaar zijn. Aandeelhouders die uitsluitend aandeelhouder/eigenaar zijn vanwege het rendement op hun geld, die verder geen binding hebben met het bedrijf en er ook verder geen bijdrage aan leveren. Aandeelhouders die, zodra het bedrijf minder winst oplevert, hun geld verplaatsen naar een meer renderende plek.  

Met winst bedoel ik nadrukkelijk niet de opbrengst van de inspanningen van de MKB ondernemer of kleine zelfstandige die veelal zelf keihard werkt. Fiscaal gezien wordt dit ook winst genoemd, maar dat is het eigenlijk niet. Het is gewoon vergoeding voor arbeid. En dus geen winst.

 

 

11 opmerkingen:

Me zei

Geheel naar mijn hart.

Robert Reich heeft daar een mooie video over gemaakt
http://robertreich.org/post/11329289033

Inequality for all van VPRO
Ihttps://www.youtube.com/watch?v=UxADtyzvjJk

Degroov zei

Correctie

Inequality for all van VPRO
https://www.youtube.com/watch?v=UxADtyzvjJk

Linda zei

Banned TED Talk: Nick Hanauer "Rich people don't create jobs"

https://www.youtube.com/watch?v=T80-ConDFAQ

peterhanzzne zei

Leuk blog, ga zo
door!! gr

funloanfirm zei
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
Pieter Stuurman zei

Bovenstaande reactie is door mij verwijderd omdat het spam was (reclame voor leningen). Inhoudelijke reacties verwijder ik nooit.

Barry_G zei

Loepzuivere analyse Pieter.
Zelfde geldt ook voor het berekenen van rente over een lening.

Anoniem zei

Het is een goed maar onvolledig verhaal. Om te beginnen zijn er meer kosten toe te rekenen dan alleen arbeid, materiaal en hulpstoffen. De eigenaar van de productiemiddelen wil ook graag een vergoeding voor zijn arbeid en niet te vergeten het risico dat hij loopt. Hij zal zijn machines ook moeten afschrijven, onderhoud plegen op gebouwen en machines etc. In het verleden was de doelstelling van de te maken winst continuïteit van de onderneming. Waar het is misgegaan is waar het Rijnlandse model is vervangen door het Angelsaksische model. Daarin was niet continuïteit het doel maar winstmaximalisering tgv aandeelhouders. Ondernemers moeten we omhelzen, want zij zijn de dragers van onze welvaart. En hen moeten we een faire beloning voor hun arbeid en vooral het risico dat zij nemen ook gunnen. Want naast de succesvolle en welvarende ondernemers zijn er ook die hun vermogen kwijt raken aan een droom.

Anoniem zei

Beste anoniem,

Bedankt voor je reactie.

Ook de kosten van materiaal en hulpstoffen bestaan uitsluitend uit arbeidskosten plus winst. Grondstoffen zijn immers dor de natuur gegeven en dus gratis. Pas als er arbeid aan toegevoegd wordt, krijgen ze een geldwaarde (loonwaarde dus). Daaraan wordt winst toegevoegd, en samen vormen ze de prijs ervan.

Kosten voor afschrijving van machines, onderhoud etc. vallen niet onder winst, maar onder kosten. Winst is opbrengst MINUS kosten. Dat is gewoon boekhouden.

Ook geld dat wordt geïnvesteerd in de continuïteit van de onderneming valt niet onder de noemer winst. Het zijn investeringen en die komen in mindering van de winst.

De arbeid van ondernemers moet natuurlijk beloond worden. Maar dat zijn gewoon arbeidskosten, en dus geen winst (had je mijn cursief onderaan het artikel niet gelezen?)

Natuurlijk lopen investeerders risico's, maar hun vermogen is al eerder uit winsten verkregen (dus niet uit eigen arbeid, maar uit andermans arbeid). Als ze dat vermogen verliezen dan komt het terug in roulatie, en dat is voor onrechtmatig verkregen bezit niks meer dan rechtmatig.

Winst is verkregen bezit dat gegenereerd is uit inspanningen van anderen. In een rechtmatige situatie is het resultaat van iemands inspanningen (zijn tijd en levensenergie) zijn eigendom. Winst is dus onrechtmatig bezit van andermans eigendom.




Bouwradio zei

Erg mooi geschreven!

De Graaf van Holland zei

Je betoog maakt geen duidelijk onderscheid tussen winst en rijkdom. Winst is een geldstroom, een stroomgrootheid, en rijkdom is een resultante daarvan, de Engelsen zeggen een stockgrootheid, laat ik het een voorraadgrootheid noemen.

Je aangekaarte werkloosheidsprobleem komt uitsluitend voort uit winst, niet uit rijkdom. Rijkdom is winst uit het verleden en is dus een probleem uit het verleden. Daar kunnen we anders over denken als we in het verhaal ook schuld introduceren maar laten we dat maar even vergeten.

Je merkt terecht op dat miljardairs hun geld niet opkrijgen en dat dat tot vraaguitval leidt. Daarop voortbordurend wordt het interessant. Omdat dit geld bij een consument terecht komt die het nooit zal uitgeven, is dit geld feitelijk uit de roulatie gehaald. Dit geld bestaat in feite niet meer. Dit geld kan dus ook niet voor inflatie zorgen.

Niet helemaal waar, ik vergeet de mogelijkheid van investeren.

Het geld dat die miljardairs verdienen kan eigenlijk alleen nog maar worden ingezet om te investeren. En de vruchten van die investeringen ook weer. We zien dus, bij winstgevende investeringen, dat miljardairs alleen maar rijker worden.

Die vraaguitval kun je oplossen door telkens extra geld te drukken. Dit extra geld creeert dan de vraag die is weggevallen door de winst. Dit zien we in de practijk ook gebeuren en ik denk dat het een belangrijke reden is dat het met de inflatie wel meevalt.

Ja maar, waar blijft het angstverhaal? Oplopende schuldenberg, onhoudbaarheid, bla, bla, bla... Dat hoeft er niet te zijn. Pas als je alle extra geld alleen creeert in de vorm van schuld dan ontstaat er een schuldenprobleem. Dat hoeft niet. Het opkopen door centrale banken van hun eigen schulden zorgt ervoor dat er geld wordt gecreeerd waar, de facto, geen schuld tegenover staat. Je kunt de passiva van de overheid wegstrepen tegen de activa van de centrale bank.

We leven dus best in een houdbaar financieel systeem. Al zal de rijkdom wel steeds schever worden. Zou hier het verhaal vandaan komen dat niemand meer wat mag bezitten?