donderdag 31 december 2009
Gelukkig 2019
Het is 31 december. Ik rij over de snelweg terug naar huis. Omdat het oudjaar is, mogen we vandaag om 4 uur naar huis in plaats van om 6 uur, zoals gebruikelijk. Ik kijk over de velden en zie in de verte mijn geboortedorp liggen. Ik zie de kerktoren. Ik ben er al jaren niet meer geweest. Over een paar kilometer zal ik langs de afslag rijden. Misschien volgend jaar.
Mijmerend probeer ik me een voorstelling te maken van wat het nieuwe jaar gaat brengen. Voor het derde jaar op rij droom ik over PrivLev 4. Ik zit al jaren in 3. Mijn IDChart gaf gisteravond 4 op SecLev, dus dat moet genoeg zijn. Mijn eindejaarsgesprek was ook redelijk goed, dus als ik komend jaar mijn WorkLev ook op 4 kan krijgen, dan kan ik me volgend jaar om deze tijd verheugen op een jaar vol nieuwe mogelijkheden. Ik zal dan wel een zwaar jaar tegemoet gaan, zeker 60 uur per week werken, en dan nog de CivServ erbij, maar PrivLev 4 zal dat allemaal de moeite waard laten zijn.
Eindelijk shoppen in Food4. Sommigen beweren dat de maandelijkse HealthShot in 4 ook anders is. Veel beter. Een hoger HappyLev. Maar het meest fascinerend is nog Access4. Ik droom er al een tijd over. Over de wereld die voor me open zal gaan op de dag dat ik Access4 voor het eerst zal openen. Dat ik zal weten wat er in de wereld echt gebeurt. En aan de andere 4-Levers kan vragen wat er allemaal bestaat. Ze zeggen dat 4-Levers gewoon vrij kunnen communiceren. En veel vrijer kunnen reizen. In ieder geval kan ik dan eindelijk eens de afslag naar mijn geboortedorp nemen want dat is tenslotte een 4-Exit. Misschien wonen mijn ouders daar nog.
Hoeveel extra GloCu het zal opleveren weet ik niet. In ieder geval zal het leven een stuk comfortabeler worden. Misschien na een paar jaar een grotere woning huren. Vorige week sprak ik een oude klasgenoot. Hij zat in 4. Ik had hem sinds de oorlog niet meer gezien. Ja, de oorlog, dat lijkt lang geleden. Zes jaar pas, maar het lijkt een eeuw. Ik kan me niet meer voorstellen dat je toen gewoon in je auto kon stappen en zomaar overal heen kon rijden. Ongelofelijk gevaarlijk natuurlijk. Maar daar leek toen niemand zich zorgen over te maken. Wat waren we primitief! Zoiets zou nu volkomen onmogelijk zijn. Ik stel me voor dat ik zomaar ergens naartoe ga en daar 2-Levers tegen zou komen. Ik zou onmiddellijk afgemaakt worden. Ik heb al in geen jaren meer een 2-Lever gezien, maar alleen de voorstelling ervan bezorgt me al kippenvel van angst.
De oorlog was verschrikkelijk. Zoiets mag nooit meer gebeuren. En het zal nooit meer gebeuren. Het complete Midden-Oosten van de kaart geveegd. Omdat toen iedereen gewoon zijn gang kon gaan. Als de terroristen die alles op hun geweten hebben toen beter gecontroleerd waren, zoals nu door de GlobGov, dan was het nooit gebeurd. Wat er met steden als Amsterdam en Rotterdam (en de rest van de wereld) gebeurd is, hoop ik uit te vonden als ik in 4 zit. Dan krijg ik News4.
Uiteraard mocht hij er niks over zeggen (hij wil echt niet terug naar 2), maar mijn oude klasgenoot was zichtbaar gedeprimeerd over zijn degradatie, dus (zo denk ik maar) moet het verschil tussen 3 en 4 groot zijn. In ieder geval meer CarbCred. Dat heb je natuurlijk ook wel nodig in Access4, anders kun je nog nergens heen met de auto, maar het lekkerste lijkt me om iedere dag een douche te kunnen nemen en de hele winter het huis te verwarmen. Nu haal ik soms in het donker wat hout uit het bos om in het kacheltje te doen, maar als dat ontdekt wordt, kan ik naar 4 fluiten. Misschien degradeer ik dan zelfs naar 2. Maar met dit weer is wat extra warmte wel lekker. Vooral als de kinderen thuis zijn, zoals op eerste kerstdag en nieuwjaarsdag. Dan wil ik dat ze het naar hun zin hebben. Ik zie ze tenslotte pas weer met Pasen. Kleine Barack is al weer 9. De tijd vliegt.
Ik neem de afslag naar mijn woning en word wakker uit mijn dagdroom. Het licht brandt al, zie ik. Het zal vanavond pas om half 1 uitgaan! Ik neem me voor ervan te gaan genieten.
Bijna 2019…
donderdag 24 december 2009
Slavernij
Een simpele rekensom:
De som van de verkoopprijzen van alle producten en diensten ter wereld die ieder jaar geproduceerd worden, heeft een waarde van 100.
Daarvan is 90% arbeidskosten*. Loon dus.(elke andere verhouding mag ook)
Het loon van alle consumenten op de wereld bij elkaar is dan dus 90 (of meer, of minder, afhankelijk van de verhouding hierboven, maar altijd minder dan de totale verkoopprijs van alle producten).
Hoe kunnen die consumenten dan voor 100 producten en diensten kopen als ze maar 90 verdienen?
Als alle producten verkocht moeten worden, dan moet de verkoopprijs met 10% zakken. Er is tenslotte simpelweg niet meer besteedbaar geld. Maar dan wordt er geen winst gemaakt.
Er is maar één mogelijkheid: de productiekosten moeten zakken zonder dat je afnemers minder geld te besteden krijgen. Dat kan maar door één ding: gratis arbeid.
Daar bestaat ook een andere naam voor: Slavernij.
Feitelijk kan de wereldeconomie niet zonder slavernij. Dat is altijd zo geweest en dat zal altijd zo blijven.
Natuurlijk is de slavernij al lang geleden officieel afgeschaft. Tenminste in de openlijke vorm zoals die tot 145 jaar geleden nog bestond (Nederlandse koloniën tot 1863). Maar daarmee is slavernij nog lang geen verleden tijd.
Slavernij is dus gratis arbeid. Het is in feite het stelen van arbeid.
Als iemand voor 10 arbeid levert, en je betaalt hem maar 1, dan levert deze man of vrouw (of kind…) voor 10 aan toegevoegde waarde aan het product, maar krijgt slechts 1. Je steelt dus 9.
Toch wordt deze arbeider in de klassieke zin van het woord, niet beschouwd als slaaf. Maar hij is het wel. Voor 90% van de tijd dat hij werkt. Op die manier kun je de productiekosten verlagen, en de arbeiders die je als je consumenten beschouwt een loon betalen dat groot genoeg is om je producten te kunnen afnemen.
De wereldeconomie kan dus niet zonder (parttime) slaven. Anders gezegd: de wereldeconomie kan niet zonder 3e wereld.
Maar wat als de 3e wereld zich nu opwerkt tot 2e wereld, of zelfs 1e wereld? Zoals nu in China in rap tempo gebeurt. Dan verlies je de gratis arbeid. Dan zit er maar één ding op: arbeid elders stelen. Maar waar?
In dat licht bezien is het niet vreemd dat er juist nu een “crisis” ontstaat. Deze crisis zou wel eens tot doel kunnen hebben om een nieuwe bron van gratis arbeid aan te boren. Door een tweedeling te maken in de maatschappij: consumenten en slaven. Diegenen die kopje onder gaan (niet door eigen schuld maar door de “fouten” van de banken) en met een grote schuld blijven zitten, zullen (parttime) moeten werken om deze schuld af te lossen.
Gratis.
*De totale optelsom van alle verkoopprijzen van alle producten op de wereld, bestaat uitsluitend uit arbeid plus winst. Grondstoffen zijn immers door de natuur gegeven en dus gratis. Pas wanneer er arbeid aan toegevoegd wordt, bijvoorbeeld door het opgraven van die grondstoffen, krijgt het geldelijke waarde. Die waarde wordt vermeerderd met winst en ziedaar: de verkoopprijs.
woensdag 23 december 2009
vrijdag 18 december 2009
Anarchiel
Beste lezers, vanaf vandaag heb ik me gevoegd bij het vaste schrijversteam van Anarchiel.com. Anarchiel is een schrijverscollectief dat in het teken staat van echte vrijheid. Ik vind het een erg sympathieke en inspirerende site. Ik voel me dan ook vereerd dat ik uitgenodigd ben om mee te doen. Mijn stukjes zullen daar voortaan ook op te vinden zijn. Natuurlijk blijven ze ook gewoon hier verschijnen. Ik nodig iedereen uit om eens te kijken op Anarchiel. Je kunt daar ook je reactie achterlaten.
donderdag 17 december 2009
De kerk van Kopenhagen
“Global Warming” is de nieuwe wereldreligie. En zoals bij elke religie komt ook deze met: een paus (Al Gore), pastoors en dominees (de “wetenschappers”), een kerk (de media, waar het woord wordt uitgedragen), missionarissen (die de negertjes in Afrika gaan bekeren, zodat die vooral niet hun kinderen te eten gaan geven, maar windmolentjes kopen), ketters (de “ontkenners”), zondaars (wij allen) en aflaat (CO2 Tax).
En de kerk heeft natuurlijk altijd gelijk (minister Cramer: ‘Ik snap niet hoe iemand tegen schone lucht kan zijn…’).
Maar ook komt met deze nieuwe religie, zoals bij iedere succesvolle religie: Macht. Vooral veel macht. Macht die (net als de kerk dat eeuwenlang deed) de nationale machtsstructuren overvleugelt.
Eén van de doelstellingen van de “klimaattop” in Kopenhagen is het vormen van een instituut dat alle landen gaat controleren op CO2 uitstoot. Een wereldwijde klimaatregering met bindende macht over het klimaatbeleid van alle deelnemende landen. En dus met bindende macht over jou en mij, want het is deze klimaatregering die gaat bepalen hoeveel CO2 belasting we moeten betalen en dus gaat bepalen of jij en ik nog iets overhouden om van te eten.
Uiteraard wordt deze klimaatregering niet door ons gekozen. Als we het dus niet eens zijn met hun maatregelen, bijvoorbeeld omdat we door de aflaat die ze ons opleggen ons hoofd niet meer boven water kunnen houden, dan kunnen we ze ook niet wegstemmen. We zullen er voor altijd aan vastzitten, en ze kunnen dus doen wat ze maar willen.
En wat willen ze?
Ze willen dat wij als zondaars CO2 tax gaan betalen. En wat gebeurt er dan? Dan moeten wij allemaal harder en langer gaan werken om te kunnen blijven eten. En omdat we langer en harder moeten gaan werken, gaan we natuurlijk ook meer produceren. En daarmee meer grondstoffen en energie verbruiken. En dus meer CO2 uitstoten.
En dat zal dan tot gevolg hebben dat er meer CO2 tax betaald zal moeten worden. Wij zondaars zijn immers hardleers…. Dat gaat dan door totdat de wereldwijde klimaatregering volledige zeggenschap heeft over ons volledige inkomen, en dus over ons.
Natuurlijk zijn er niet alleen maar verliezers. De door ons bijeengebrachte CO2 tax wordt gedoneerd aan de arme landen. Zodat die hun “klimaatdoelstellingen” kunnen behalen.
Het is belangrijk om te weten dat de arme landen niet arm zijn omdat er alleen maar domme negertjes wonen, nee, de arme landen zijn arm omdat ze tot over hun oren in de schuld gebracht zijn door de internationale bankiers. En diezelfde bankiers zullen vooraan staan om hun rente en aflossing op te eisen zodra het CO2-geld arriveert. En zo zijn de bankiers dus de winnaars.
Zou het daarom zijn dat die bankiers zo graag het onderzoek naar “Global Warming” financieren? Uiteraard alleen als het de gewenste resultaten oplevert, maar dat is niet zo moeilijk als je al het geld van de wereld hebt.
Onder de nieuwe religie zal niemand meer uitkomen. De nieuwe middeleeuwen zullen zwarter dan zwart zijn. En het wachten is op de nieuwe inquisitie.
dinsdag 15 december 2009
Verdwijnen contant geld bedreigt de vrijheid
Links en rechts wordt ervoor gewaarschuwd: binnen enkele jaren zal contant geld verdwijnen. Er zijn voorspellingen die aangeven dat er al in 2020 nauwelijks meer met contant geld betaald zal worden. Het is dan nog maar een kwestie van tijd voordat cash als wettig betaalmiddel zal worden afgeschaft en alle geldverkeer uitsluitend elektronisch zal plaatsvinden. Bijvoorbeeld via de mobiele telefoon..
De banken en overheden zullen dit verkopen door te wijzen op betaalgemak en veiligheid. Je hoeft immers geen cash meer op zak te hebben en je kunt het ook niet verliezen.
De grote winnaars zullen de banken en overheden zijn. De grote verliezers zullen wij zijn. Contant geld is immers anoniem en waarborgt de privacy.
Als elke betaling elektronisch verloopt, zal ook elke betaling traceerbaar zijn. In NRC van 22 december 2007:
De overheid zal in principe willen blijven toezien op transacties, om zwart of crimineel geld te achterhalen. De identiteit van de mobiele telefoon is altijd te achterhalen. Er zal hoe dan ook een systeem komen om, wanneer nodig, transacties te volgen.
De ervaring met privacy in het elektronische tijdperk is tot nu toe dat als iets gevolgd en opgeslagen kán worden, het ook gevolgd en opgeslagen zál worden. Dat u elke dag een pakje sigaretten koopt, of elke week een fles sterke drank, een verslaving aan pijnstillers ontwikkelt of vier avonden in de week in de kroeg hangt, wie uw huishoudelijke hulp is en hoeveel u haar of hem betaalt. Er zijn bedrijven, overheden of verzekeraars die dat heel interessant vinden.
Kortom: weer een gevoelige klap voor onze privacy en vrijheid!
Daarnaast krijgen de banken de totale macht over het betalingsverkeer. Zij kunnen naar eigen goeddunken partijen bevoordelen of uitsluiten. En denk nou niet dat ze dit zullen nalaten. Het gebeurt namelijk al!
Er bestaat al een zeer grote markt waarbinnen contant geld is uitgesloten: Internet.
Recentelijk las ik een artikel in JFK Magazine. Creditcardmaatschappij Visa weigert om betalingen naar cyberseks bedrijven af te handelen. Mastercard en American Express hadden zich al eerder teruggetrokken zodat er een totale betalingsstop dreigt. Hiermee veroorzaken de creditcardmaatschappijen in feite het faillissement van de internetpornoaanbieders (die met creditcardbetalingen werken) . Een aantal Nederlandse cyberseks aanbieders, waaronder Cybermedia, één van Nederlands grootste aanbieders, stapte vorig jaar naar de rechter. De rechtbank in Utrecht oordeelde echter dat de creditcardmaatschappijen gelijk hadden en het recht hebben om aanbieders van “controversieel materiaal” naar eigen goeddunken te weigeren. Let wel: we praten hier niet over kinderporno of ander illegaal materiaal, maar over “normale” porno.
Zodra de banken de macht krijgen, zullen ze die macht ook gebruiken. Dat blijkt uit het bovenstaande.
Nou ben ik geen groot voorstander van porno, maar wel een groot voorstander van vrijheid. Als banken de volledige zeggenschap krijgen over wie er mag deelnemen aan het betalingsverkeer, dan is het einde echt zoek. Dan bepalen de banken wat wij mogen kopen of verkopen. Sigaretten kopen? Vergeet het maar. De bank weigert de betaling. Drank? Zelfde verhaal, om van drugs nog maar te zwijgen. Deze maand teveel bij McDonalds geweest? Betaalpas of GSM geblokkeerd voor het kopen van Big Mac’s! Gebruik je fantasie voor nog meer voorbeelden. De realiteit zal deze waarschijnlijk overtreffen.
Nogmaals een citaat uit NRC van 2 december: Cash is het laatste bastion van de privacy.
Het verdwijnen van cash is weer een aderlating voor de vrijheid. Laten we scherp blijven!
Ongehoorzaam
“If nobody obeys, nobody rules”.
Dat vind ik een mooie uitspraak en hij is helemaal waar. Het is onze gehoorzaamheid die de heersende klasse haar macht geeft.
De crisis is het gevolg van fouten van de banken. Volgens sommige berichten hebben we het dieptepunt gehad, maar er is niets structureel veranderd.
Alle research wijst er dan ook op dat de grootste klap nog zal komen. Dat zal tot gevolg hebben dat grote groepen mensen hun baan verliezen, hun hypotheekverplichtingen niet meer kunnen opbrengen en uit hun huis gezet gaan worden.
De crisis is veroorzaakt door fouten van de banken. Door die crisis verliezen de eigenaren hun inkomen. En dan komen diezelfde banken het huis opeisen….
En de bewoners pakken gedwee hun koffers…..
Te gek voor woorden.
Maar waarom gehoorzamen we eigenlijk? Als jij een fout maakt, dan moet je toch zelf voor een oplossing zorgen? Waarom geldt dat niet voor bankiers?
Het wordt daarom tijd dat huiseigenaren zich gaan verenigen. Iedereen die een huis bezit met een geringe overwaarde valt in de risicogroep. Bij werkeloosheid of een andere terugval van inkomen, kan deze groep de hypotheekverplichtingen niet meer nakomen en dan zullen de bankiers klaarstaan om de huizen per executie te verkopen.
De bewoners verliezen hun huis, en blijven met een grote schuld zitten waaraan ze de rest van hun leven moeten afbetalen. Aan de banken. Zo raken ze niet alleen hun huis kwijt, maar omdat ze de rest van hun leven moeten werken om hun schuld in te lossen, worden ze feitelijk slaven van de bank.
Ik vind dat het tijd wordt dat het tot mensen doordringt dat het niet hun schuld is, maar dat het de schuld is van de banken dat ze hun huis niet meer kunnen betalen. En als het de schuld van de banken is, waarom moeten huiseigenaren er dan voor opdraaien?
De crisis heeft ons in ieder geval geleerd hoe kwetsbaar we zijn en hoe afhankelijk we als huiseigenaar zijn van de willekeur van de bankiers.
Als de bedreigde huiseigenaren zich verenigen en onderling de afspraak maken dat niemand zijn huis verlaat als ze (door de crisis, dus buiten hun schuld) de hypotheek niet meer kunnen betalen, en dus gewoon blijven zitten waar ze zitten, en het overgebleven inkomen besteden aan voedsel voor hun kinderen, dan is er geen politiemacht groot genoeg om ze er met geweld uit te zetten.
“If nobody obeys, nobody rules”.
Dat vraagt natuurlijk wel een beetje durf, maar als we met een groot aantal mensen onze krachten bundelen, dan staan we samen veel sterker dan wanneer iedereen het individueel op moet lossen. Waarom zouden wij elkaar als gedupeerden niet helpen?
Dat moet dan wel nu gebeuren. Voordat de crisis in alle hevigheid losbarst en het te laat is.
Ik kom graag in contact met mensen die hierover ideeën hebben. Je kunt mij mailen door hier te klikken.
vrijdag 4 december 2009
Het gezicht van fascisme
Het valt me op dat er in de media de laatste tijd veel aandacht is voor de 2e wereldoorlog. Vandaag lees ik dat er zelfs een strip gaat verschijnen met Anne Frank in de hoofdrol. Blijkbaar moeten we allemaal doordrongen blijven van het gezicht van fascisme.
Maar wat is het gezicht van fascisme?
De meeste mensen denken aan een fanatiek mannetje in een raar uniform dat staat te schreeuwen. Het type Mussolini, en natuurlijk de verpersoonlijking van het fascisme: Adolf Hitler.
Adolf Hitler was een gevaarlijke gek. Een schreeuwlelijk met een mentaal gebrek. Een idioot die per ongeluk -omdat we zaten te slapen- aan de macht kwam. En die daardoor, uitsluitend gevoed door zijn sadisme en persoonlijke haat tegen een volk, doelbewust miljoenen Joden over de kling kon jagen. En daarmee één van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van de mensheid op zijn naam schreef. DAT is, vinden wij, het gezicht van het fascisme.
En iedereen is er voortaan alert op, want dit mag NOOIT meer gebeuren. Het staat in ons collectieve bewustzijn gegrift. Gebeiteld zelfs: DIT MAG NOOIT MEER GEBEUREN!
En dus is iedereen voortaan op zijn hoede voor enge mannetjes, met of zonder enge snorretjes (want we begrijpen heus wel dat het niet aan het snorretje ligt), die dingen roepen over Joden. Want dat, tenslotte, DAT is fascisme.
Maar is dat het enige echte gezicht van het fascisme? Of kijken we de verkeerde kant op? En is het misschien de bedoeling dat we de verkeerde kant op kijken?
Recentelijk zag ik op televisie dat er in Den Haag een discussie gaande was over de vraag of Geert Wilders en zijn PVV extreem rechts genoemd mogen worden. Een dame (ik geloof dat het een kamerlid was, maar ik weet het niet zeker, het doet er ook niet toe) zei voor het oog van de natie: ‘Aan extreem rechts is antisemitisme verbonden. De PVV is juist pro-Israel. Dan kunnen ze toch nooit extreem rechts zijn?’
Een betere illustratie van oogkleppen (of gewoon onverdunde domheid) had ik zelf niet kunnen verzinnen.
Maar misschien is het wel de bedoeling. Misschien is het wel de bedoeling dat we alert zijn op het verkeerde gezicht van fascisme. Dat we fascisme uitsluitend herkennen als het nazi-trekjes heeft. En dat fascisme in alle andere uiterlijke vormen daardoor simpelweg niet meer herkend wordt.
Net zoals in kinderboeken en kinderfilms (niet alléén in kinderfilms, trouwens) de boeven altijd de uiterlijke kenmerken hebben van boeven. Zodat die kinderen als ze opgroeien en volwassen worden voortaan alles aannemen van vriendelijk ogende zakenlieden, juristen en niet in de laatste plaats: politici. En dat die overal mee wegkomen. ‘Dat kunnen geen boeven zijn! Dat zie je meteen!’
Jaja….
Heb je je wel eens afgevraagd waarom Mein Kampf in veel landen verboden is? Als Hitler zo’n gek was, dan zal dat toch wel uit zijn boek blijken? Waarom is het dan verboden? Er wordt ons toch gevraagd om iets te leren van hetgeen er gebeurd is? Om te voorkomen dat het nogmaals gebeurt. Hoe kun je iets leren zonder je erin te verdiepen?
Heb je je wel eens afgevraagd waarom de geschiedschrijving van de 2e wereldoorlog de enige geschiedschrijving is die wettelijk beschermd is? Dat je in de meeste landen vervolgd wordt als je er vraagtekens bij durft te zetten of het zelfs maar durft te nuanceren?
Zou het niet zo kunnen zijn dat het de bedoeling is dat wij een ongenuanceerd en bijna karikaturaal beeld moeten hebben van wat fascisme is?
Zou dat ook niet de reden kunnen zijn dat wij nu het wereldwijd opkomende fascisme niet als fascisme herkennen? En dat dit nou juist de bedoeling is? Dat we de golf van geboden en verboden niet zien als fascisme? Dat we de toename en centralisering van macht niet herkennen als tekenen van toenemend fascisme? Dat we het verdampen van privacy en vrijheid, door alle camera’s overal, door het afluisteren van telefoonverkeer, door het van hogerhand opslaan van ons internet en e-mailverkeer, door GPS-kastjes in de auto, niet herkennen als fascisme? Of wat dacht je van een centraal geleid Europa onder een niet-gekozen president? Dat we de propaganda, het opzetten van haat tegen Moslims, het afbreken van de grondrechten in Amerika (iedereen mag worden opgepakt en zonder proces worden vastgezet als de verdenking ‘terrorisme’ is. Komt hier ook; kwestie van tijd), het rechtvaardigen van oorlogen onder valse redenen; dat wij al die dingen niet herkennen als fascisme? Omdat we naar het verkeerde gezicht zoeken?
Misschien moesten we eens wakker worden en zien dat het gezicht van Adolf Hitler en het nazisme juist gebruikt worden om de weg vrij te maken voor het nieuwe fascisme. Dat dit gezicht juist een zegen is voor diegenen die een wereldwijd fascisme nastreven. En die, omdat wij de verkeerde kant op kijken, vrij en onopgemerkt hun gang kunnen gaan. Een zegen voor diegenen die meer en meer de touwtjes in handen willen krijgen.
En ditmaal niet in Duitsland, of in welk land dan ook, maar over de hele wereld.
Zonder protest van de bevolking die op de verkeerde plaats naar de verkeerde misdadigers zoekt.
Adolf Hitler was een gevaarlijke gek. Een schreeuwlelijk met een mentaal gebrek. Een idioot die per ongeluk -omdat we zaten te slapen- aan de macht kwam. En die daardoor, uitsluitend gevoed door zijn sadisme en persoonlijke haat tegen een volk, doelbewust miljoenen Joden over de kling kon jagen. En daarmee één van de zwartste bladzijden in de geschiedenis van de mensheid op zijn naam schreef. DAT is, vinden wij, het gezicht van het fascisme.
En iedereen is er voortaan alert op, want dit mag NOOIT meer gebeuren. Het staat in ons collectieve bewustzijn gegrift. Gebeiteld zelfs: DIT MAG NOOIT MEER GEBEUREN!
En dus is iedereen voortaan op zijn hoede voor enge mannetjes, met of zonder enge snorretjes (want we begrijpen heus wel dat het niet aan het snorretje ligt), die dingen roepen over Joden. Want dat, tenslotte, DAT is fascisme.
Maar is dat het enige echte gezicht van het fascisme? Of kijken we de verkeerde kant op? En is het misschien de bedoeling dat we de verkeerde kant op kijken?
Recentelijk zag ik op televisie dat er in Den Haag een discussie gaande was over de vraag of Geert Wilders en zijn PVV extreem rechts genoemd mogen worden. Een dame (ik geloof dat het een kamerlid was, maar ik weet het niet zeker, het doet er ook niet toe) zei voor het oog van de natie: ‘Aan extreem rechts is antisemitisme verbonden. De PVV is juist pro-Israel. Dan kunnen ze toch nooit extreem rechts zijn?’
Een betere illustratie van oogkleppen (of gewoon onverdunde domheid) had ik zelf niet kunnen verzinnen.
Maar misschien is het wel de bedoeling. Misschien is het wel de bedoeling dat we alert zijn op het verkeerde gezicht van fascisme. Dat we fascisme uitsluitend herkennen als het nazi-trekjes heeft. En dat fascisme in alle andere uiterlijke vormen daardoor simpelweg niet meer herkend wordt.
Net zoals in kinderboeken en kinderfilms (niet alléén in kinderfilms, trouwens) de boeven altijd de uiterlijke kenmerken hebben van boeven. Zodat die kinderen als ze opgroeien en volwassen worden voortaan alles aannemen van vriendelijk ogende zakenlieden, juristen en niet in de laatste plaats: politici. En dat die overal mee wegkomen. ‘Dat kunnen geen boeven zijn! Dat zie je meteen!’
Jaja….
Heb je je wel eens afgevraagd waarom Mein Kampf in veel landen verboden is? Als Hitler zo’n gek was, dan zal dat toch wel uit zijn boek blijken? Waarom is het dan verboden? Er wordt ons toch gevraagd om iets te leren van hetgeen er gebeurd is? Om te voorkomen dat het nogmaals gebeurt. Hoe kun je iets leren zonder je erin te verdiepen?
Heb je je wel eens afgevraagd waarom de geschiedschrijving van de 2e wereldoorlog de enige geschiedschrijving is die wettelijk beschermd is? Dat je in de meeste landen vervolgd wordt als je er vraagtekens bij durft te zetten of het zelfs maar durft te nuanceren?
Zou het niet zo kunnen zijn dat het de bedoeling is dat wij een ongenuanceerd en bijna karikaturaal beeld moeten hebben van wat fascisme is?
Zou dat ook niet de reden kunnen zijn dat wij nu het wereldwijd opkomende fascisme niet als fascisme herkennen? En dat dit nou juist de bedoeling is? Dat we de golf van geboden en verboden niet zien als fascisme? Dat we de toename en centralisering van macht niet herkennen als tekenen van toenemend fascisme? Dat we het verdampen van privacy en vrijheid, door alle camera’s overal, door het afluisteren van telefoonverkeer, door het van hogerhand opslaan van ons internet en e-mailverkeer, door GPS-kastjes in de auto, niet herkennen als fascisme? Of wat dacht je van een centraal geleid Europa onder een niet-gekozen president? Dat we de propaganda, het opzetten van haat tegen Moslims, het afbreken van de grondrechten in Amerika (iedereen mag worden opgepakt en zonder proces worden vastgezet als de verdenking ‘terrorisme’ is. Komt hier ook; kwestie van tijd), het rechtvaardigen van oorlogen onder valse redenen; dat wij al die dingen niet herkennen als fascisme? Omdat we naar het verkeerde gezicht zoeken?
Misschien moesten we eens wakker worden en zien dat het gezicht van Adolf Hitler en het nazisme juist gebruikt worden om de weg vrij te maken voor het nieuwe fascisme. Dat dit gezicht juist een zegen is voor diegenen die een wereldwijd fascisme nastreven. En die, omdat wij de verkeerde kant op kijken, vrij en onopgemerkt hun gang kunnen gaan. Een zegen voor diegenen die meer en meer de touwtjes in handen willen krijgen.
En ditmaal niet in Duitsland, of in welk land dan ook, maar over de hele wereld.
Zonder protest van de bevolking die op de verkeerde plaats naar de verkeerde misdadigers zoekt.
dinsdag 1 december 2009
Het monster en de EU
Democratie is een systeem dat de bevolking moet beschermen tegen de tirannie van machthebbers. Of zoals Thomas Jefferson zei: “When the government fears the people, there is liberty. When the people fear the government, there is tyranny.”
De geschiedenis leert dat macht hetzelfde is als misbruik van macht. Nooit in de geschiedenis is er een machtsvorm geweest die niet tot de meest verschrikkelijke ontberingen van de bevolking heeft geleid. Letterlijk AL het kwaad van alle tijden dat neergedaald is over alle onderdrukten van alle tijden is het gevolg van macht.
Diezelfde geschiedenis leert ook dat de hang naar macht nooit uit zichzelf een grens bereikt. De grens wordt altijd bepaald door een rivaliserende machtzoeker of een opstand onder de bevolking, waarna het hele mechanisme opnieuw start en weer uitmondt in een nieuwe machtsvorm, met de bijbehoren verschrikkingen, zoals oorlog, vervolging, genocide etc.
Het idee van democratie is bedoeld om dat te voorkomen. Het is dus niet zozeer een bestuursvorm, maar een vorm van bescherming van de bevolking met als enige gereedschap het stellen van een grens aan de macht van de machthebber.
Daarmee is dan weliswaar een grens gesteld aan het misbruik van macht, maar niet aan de hang naar macht. Deze tijdloze drijfveer blijft even tijdloos als hij altijd was, en zal zich door elke porie, door elk gaatje van de beperking heen proberen te werken. Ieder obstakel proberen te omzeilen. Een mechanisme zo krachtig dat het alleen met de grootste alertheid in toom gehouden kan worden. Een mechanisme dat zich als een virus voortdurend muteert om immuun te worden voor welke beperking dan ook.
Die hang naar macht laat zich dus niet zomaar stoppen door een paar spelregels. Het kan hooguit wat vertraging oplopen, voordat het zijn wrede gezicht opnieuw in alle hevigheid laat zien. En de kooi voor het monster moet dus voortdurend worden bewaakt, aangepast en daar waar nodig versterkt worden, om te voorkomen dat het monster zich tussen de spijlen doorwerkt.
Het is dan ook (als we niet tot in de eeuwigheid geconfronteerd willen worden met de verschrikkingen, zoals we al duizenden jaren geconfronteerd worden met die verschrikkingen) van het allergrootste belang dat we iedere poging van de machtzoeker om zijn lelijke gezicht te manifesteren de kop indrukken.
Democratie beschermt ons dus niet tegen het kwaad van de macht, maar beperkt de hooguit de mogelijke gevolgen ervan. Het monster gekortwiekt.
Je kunt filosoferen over de doelmatigheid ervan, en over eventuele betere systemen maar het is tot nu toe het enige systeem dat een tijdje min of meer gewerkt heeft. Voor het eerst in de geschiedenis was er een systeem dat niet uitsluitend de belangen van de machthebber diende, maar dat ook rekening hield het belang van de bevolking . En dat belang was en is: bescherming tegen de macht.
Je zou verwachten dat deze zegen voor de mensheid (in verhouding tot andere systemen) door diezelfde mensheid gekoesterd zou worden als een grote verworvenheid. Dat die verworvenheid zo waardevol zou zijn voor de eeuwenlang geteisterde mensheid, dat iedereen zijn ogen zou houden op het monster van de macht, om zich ervan te overtuigen dat het niet opnieuw zijn verschrikkelijke kop op zou steken in een poging zich langs de opgelegde beperkingen te manoeuvreren en zo opnieuw de mensheid tot zijn slachtoffer te maken.
Helaas is niets minder waar. In de praktijk lijkt vrijwel niemand zich zorgen te maken over de doelmatigheid van democratie. Niemand lijkt erop te letten of het nog steeds werkt zoals het bedoeld is. Of het monster van de macht inmiddels geen wegen gevonden heeft om zich los te rukken van de halsband en voor de zoveelste keer de mensheid in de ellende zal storten. Niemand controleert of democratie nog steeds haar functie heeft. Of het nog inhoud heeft en niet verworden is tot alleen een woord. Een woord zonder inhoud. Een krachteloos woord.
Het lijkt erop dat we in gezapigheid uitrusten van de eeuwenlange strijd om een waardig bestaan in de overtuiging dat het monster verslagen is. Terwijl het monster zich stap voor stap aan het voorbereiden is voor een nieuwe aanval. Het heeft de doelmatigheid van zijn kooi langzaam weggevreten. Terwijl wij denken dat het nog steeds veilig opgesloten zit.
Het monster dat ons eerder probeerde te onderwerpen door zijn legers in te zetten en Europa te veranderen in een centraal geleide fascistische dictatuur, bedient zich nu van slinkse methoden. Langzaam breekt het zijn kooi af door de bescherming die de democratie ons biedt te verzwakken en uiteindelijk helemaal weg te nemen. Door stukje bij beetje, (steeds grotere stukjes en beetjes) ons zelfbeschikkingsrecht te ontmantelen en zich daarmee terug te manoeuvreren in haar alles overheersende machtspositie.
Het monster heeft zich uit zijn kooi weten te werken door zich voor te doen als zijn eigen bewaker. Door de gedaante aan te nemen van de bewaker. En zonder deze gedaante te controleren, zetten we de kooi open en laten we het monster eruit.
Terwijl we onze jongeren naar verre landen sturen om daar met geweld ‘democratie’ te brengen, accepteren we zonder blikken of blozen een nieuw machtsbolwerk met als naam: de EU.
We staan toe dat er een niet-gekozen Europese president aan het roer komt van een niet-gekozen regering (Europese Commissie) . We staan toe dat onze nationale wetten ondergeschikt worden aan de wetten van de EU (de belangrijkste afspraak in het Verdrag van Lissabon). Dat we alleen nog invloed hebben op een vleugellamme nationale schijndemocratie. We staan daarmee toe dat de macht volledig in handen komt van de EU. Van een EU waarover we niets te zeggen hebben*. En daarmee is de functie van democratie buitenspel gezet. En daarmee worden we weerloos tegen het monster.
We hebben toegelaten dat vertegenwoordigers van het monster zich voorgedaan hebben als vertegenwoordigers van ons. We vragen ons niet af hoe het mogelijk is dat onze nationale vertegenwoordigers (de regering), de macht van de EU propageren terwijl ze daarmee toch hun eigen invloed zouden ondermijnen. Totdat we doorkrijgen dat die vertegenwoordigers onze vertegenwoordigers helemaal niet zijn. Maar dat ze de belangen van het monster vertegenwoordigen. Dan wordt het allemaal duidelijk. Maar dan is het te laat. Dan is het monster uit zijn kooi.
We hebben –zonder het te zien- het monster aangesteld om ons tegen datzelfde monster te beschermen.
En zo hebben we toegestaan dat de weg vrijgemaakt is voor een nieuwe periode van verschrikkingen. Aangevoerd door het monster van de macht dat zich gemuteerd heeft in een sterkere, machtigere verschijningvorm dan ooit en dat zich voorlopig niet meer zal laten kooien.
*Het dagelijkse bestuur van de EU wordt gevormd door de Europese Commissie. Deze commissie bestaat uit 27 leden die niet gekozen worden maar benoemd.
Daarnaast is er het Europese Parlement dat de Europese Commissie moet controleren. Het bestaat uit 785 leden, waarvan ieder land een beperkt aantal afgevaardigden mag kiezen en leveren, afhankelijk van de grootte van het land. Nederlanders kunnen maar 27 van de 785 parlementariërs kiezen. Door die versnippering is de invloed van ieder land, en dit parlement als geheel, in de praktijk nul.
*Het dagelijkse bestuur van de EU wordt gevormd door de Europese Commissie. Deze commissie bestaat uit 27 leden die niet gekozen worden maar benoemd.
Daarnaast is er het Europese Parlement dat de Europese Commissie moet controleren. Het bestaat uit 785 leden, waarvan ieder land een beperkt aantal afgevaardigden mag kiezen en leveren, afhankelijk van de grootte van het land. Nederlanders kunnen maar 27 van de 785 parlementariërs kiezen. Door die versnippering is de invloed van ieder land, en dit parlement als geheel, in de praktijk nul.
vrijdag 27 november 2009
Het pokerspel van de centrale banken
In het systeem van de centrale banken zit een gemene valkuil die maar bij weinig mensen bekend is. Zelfs vrienden die economie gestudeerd hebben, weten er vaak niet van. Het wordt dan ook uit de opleiding gehouden. Dat heeft een reden.
De crux is dit:
Geld is in principe een heel handige en nuttige uitvinding. Het zorgt ervoor dat de verschillende talenten en inspanningen van mensen uitwisselbaar worden. Zet tegenover een inspanning een universeel ruilmiddel, en iedereen kan zijn eigen inspanning ruilen tegen de inspanning van een ander, en iedereen kan zelf kiezen welke inspanning hij wil ruilen tegen de zijne. Geld zou, in die zin, dus keuze en vrijheid moeten brengen.
De centrale banken hebben het monopoly op het in omloop brengen van geld. Dat monopoly hebben ze al heel lang (de Amerikaanse Federal Reserve (centrale bank) bijv. vanaf 1913), en dus is elke dollar en elke euro die er bestaat, ooit in omloop gebracht door die centrale banken.
Nou brengen die centrale banken dat geld niet zomaar in omloop, maar ze lenen het uit. Ze creëren het uit niets (de drukken het gewoon, of wijzigen een getal in een computer) en er staat dus geen enkele inspanning tegenover, maar het moet desondanks worden terugbetaald. EN (!) er moet rente over betaald worden.
Daarmee BESTAAT iedere dollar of euro die er in omloop is dus uit SCHULD. Met het toenemen van de hoeveelheid geld in omloop, neemt dus ook de (collectieve) schuld toe. Bovendien (omdat de centrale bank rente vraagt) is die schuld altijd groter dan de totale hoeveelheid geld die in omloop is. Dit is in feite een piramidespel. Hoe langer het spel duurt, hoe groter de schuld wordt, vanwege de rente die nou eenmaal per jaar gevraagd wordt. Omdat de schuld alsmaar groeit, neemt de afhankelijkheid van de wereld aan de banken steeds verder toe.
Het werkt hetzelfde met iedere centrale bank. Dus de Federal Reserve, of de Europese Centrale bank, het maakt niet uit. Wel maakt het duidelijk waarom we de Euro per se moesten krijgen. Het is nou eenmaal makkelijker om de macht die dit systeem genereert, te centraliseren, dan de controle te houden over een groot aantal verschillende nationale centrale banken (zoals De Nederlandse Bank in de tijd van de gulden, de Deutsche Bank in de tijd van de Mark etc.).
Zie het zo:
Jij (de centrale bank) nodigt op een avond (bijv. op 23 dec.1913) 5 mensen (alle mensen van de wereld) uit om te komen pokeren. Er wordt gespeeld om fiches die jij gemaakt hebt. Je speelt zelf niet mee.
Je LEENT iedere speler 10 fiches, in totaal dus 50, die je aan het eind van het spel terug moet hebben. En je vraagt 10% rente. Je moet aan het eind van het spel dus 55 fiches terugkrijgen……
Het spel begint. De één wint wat, de ander verliest wat. Degene die wint, mag zijn winst behouden, zolang hij zijn schuld (11 fiches) maar terugbetaalt aan het eind van het spel. Dat houdt dus in dat een ander (die verloren heeft) zijn schuld niet kan aflossen. Als je één hele goeie speler hebt, die alles wint, dan is hij de enige die aan het eind van het spel de fiches kan terugbetalen.
Jij blijft de eigenaar van de 50 fiches + de rente. In totaal dus 55 fiches. Meer dus dan er überhaupt bestaan.
Vier van de vijf spelers kunnen dus niet betalen. Maar jij laat ze niet gaan voordat ze hun schuld ingelost hebben.
Je kunt 2 dingen doen:
Je maakt meer fiches die je uitleent (ook weer met rente) aan de verliezers, waarmee ze de kans krijgen om verder te spelen en hun verlies terug te winnen. Zo komen er meer fiches in het spel, en ontstaat er dus ook meer schuld. Schuld waarvan jij weet dat die nooit kan worden terugbetaald. Je kunt het spel net zolang laten duren als jij wil. Hoe langer het spel duurt, hoe groter de schuld en hoe feller de spelers zullen proberen de fiches van elkaar terug te winnen om daarmee het hoofd boven water houden. Vals spel ontstaat dan vanzelf.
En dan komt mogelijkheid 2: je maakt geen nieuwe fiches (krediet) meer en eist je fiches en de rente terug. Je weet dat dit onmogelijk is. Er ontstaat dus een crisis (kredietcrisis). Dus je zegt tegen de spelers dat ze het op een andere manier moeten betalen. Je laat ze je huis poetsen, je muren schilderen, de afwas doen etc. Je hebt nu slaven in plaats van spelers.
Zo zie je ook meteen waarom men wil dat de rijkdom bij een zo klein mogelijke groep terecht komt. Als alle spelers quitte zouden spelen, dan zou iedere spelen aan het eind van het spel nog steeds 10 fiches hebben en dan bestaat de schuld van iedere speler slechts uit de rente (1 fiche) en dan zouden ze met een klein karweitje klaar zijn. Maar als één speler alles wint, is hij de enige die niet hoeft te werken. De andere 4 spelers hebben dan een grote schuld en daarover heb je dus een grote macht om ze te laten doen wat jij wil.
Je geeft één van de spelers de taak om te controleren of iedereen voldoende werkt en zijn schuld aflost. Je geeft hem daarvoor 1 fiche. Je hebt dan politie.
Je geeft een ander een fiche om hem tegen de spelers te laten zeggen dat fiches waarde hebben. Je hebt dan media.
Je geeft de speler die zich opwerpt als woordvoerder van de andere spelers een fiche om hem te laten doen wat jij wil. Je hebt dan politiek.
De crux is dit:
Geld is in principe een heel handige en nuttige uitvinding. Het zorgt ervoor dat de verschillende talenten en inspanningen van mensen uitwisselbaar worden. Zet tegenover een inspanning een universeel ruilmiddel, en iedereen kan zijn eigen inspanning ruilen tegen de inspanning van een ander, en iedereen kan zelf kiezen welke inspanning hij wil ruilen tegen de zijne. Geld zou, in die zin, dus keuze en vrijheid moeten brengen.
De centrale banken hebben het monopoly op het in omloop brengen van geld. Dat monopoly hebben ze al heel lang (de Amerikaanse Federal Reserve (centrale bank) bijv. vanaf 1913), en dus is elke dollar en elke euro die er bestaat, ooit in omloop gebracht door die centrale banken.
Nou brengen die centrale banken dat geld niet zomaar in omloop, maar ze lenen het uit. Ze creëren het uit niets (de drukken het gewoon, of wijzigen een getal in een computer) en er staat dus geen enkele inspanning tegenover, maar het moet desondanks worden terugbetaald. EN (!) er moet rente over betaald worden.
Daarmee BESTAAT iedere dollar of euro die er in omloop is dus uit SCHULD. Met het toenemen van de hoeveelheid geld in omloop, neemt dus ook de (collectieve) schuld toe. Bovendien (omdat de centrale bank rente vraagt) is die schuld altijd groter dan de totale hoeveelheid geld die in omloop is. Dit is in feite een piramidespel. Hoe langer het spel duurt, hoe groter de schuld wordt, vanwege de rente die nou eenmaal per jaar gevraagd wordt. Omdat de schuld alsmaar groeit, neemt de afhankelijkheid van de wereld aan de banken steeds verder toe.
Het werkt hetzelfde met iedere centrale bank. Dus de Federal Reserve, of de Europese Centrale bank, het maakt niet uit. Wel maakt het duidelijk waarom we de Euro per se moesten krijgen. Het is nou eenmaal makkelijker om de macht die dit systeem genereert, te centraliseren, dan de controle te houden over een groot aantal verschillende nationale centrale banken (zoals De Nederlandse Bank in de tijd van de gulden, de Deutsche Bank in de tijd van de Mark etc.).
Zie het zo:
Jij (de centrale bank) nodigt op een avond (bijv. op 23 dec.1913) 5 mensen (alle mensen van de wereld) uit om te komen pokeren. Er wordt gespeeld om fiches die jij gemaakt hebt. Je speelt zelf niet mee.
Je LEENT iedere speler 10 fiches, in totaal dus 50, die je aan het eind van het spel terug moet hebben. En je vraagt 10% rente. Je moet aan het eind van het spel dus 55 fiches terugkrijgen……
Het spel begint. De één wint wat, de ander verliest wat. Degene die wint, mag zijn winst behouden, zolang hij zijn schuld (11 fiches) maar terugbetaalt aan het eind van het spel. Dat houdt dus in dat een ander (die verloren heeft) zijn schuld niet kan aflossen. Als je één hele goeie speler hebt, die alles wint, dan is hij de enige die aan het eind van het spel de fiches kan terugbetalen.
Jij blijft de eigenaar van de 50 fiches + de rente. In totaal dus 55 fiches. Meer dus dan er überhaupt bestaan.
Vier van de vijf spelers kunnen dus niet betalen. Maar jij laat ze niet gaan voordat ze hun schuld ingelost hebben.
Je kunt 2 dingen doen:
Je maakt meer fiches die je uitleent (ook weer met rente) aan de verliezers, waarmee ze de kans krijgen om verder te spelen en hun verlies terug te winnen. Zo komen er meer fiches in het spel, en ontstaat er dus ook meer schuld. Schuld waarvan jij weet dat die nooit kan worden terugbetaald. Je kunt het spel net zolang laten duren als jij wil. Hoe langer het spel duurt, hoe groter de schuld en hoe feller de spelers zullen proberen de fiches van elkaar terug te winnen om daarmee het hoofd boven water houden. Vals spel ontstaat dan vanzelf.
En dan komt mogelijkheid 2: je maakt geen nieuwe fiches (krediet) meer en eist je fiches en de rente terug. Je weet dat dit onmogelijk is. Er ontstaat dus een crisis (kredietcrisis). Dus je zegt tegen de spelers dat ze het op een andere manier moeten betalen. Je laat ze je huis poetsen, je muren schilderen, de afwas doen etc. Je hebt nu slaven in plaats van spelers.
Zo zie je ook meteen waarom men wil dat de rijkdom bij een zo klein mogelijke groep terecht komt. Als alle spelers quitte zouden spelen, dan zou iedere spelen aan het eind van het spel nog steeds 10 fiches hebben en dan bestaat de schuld van iedere speler slechts uit de rente (1 fiche) en dan zouden ze met een klein karweitje klaar zijn. Maar als één speler alles wint, is hij de enige die niet hoeft te werken. De andere 4 spelers hebben dan een grote schuld en daarover heb je dus een grote macht om ze te laten doen wat jij wil.
Je geeft één van de spelers de taak om te controleren of iedereen voldoende werkt en zijn schuld aflost. Je geeft hem daarvoor 1 fiche. Je hebt dan politie.
Je geeft een ander een fiche om hem tegen de spelers te laten zeggen dat fiches waarde hebben. Je hebt dan media.
Je geeft de speler die zich opwerpt als woordvoerder van de andere spelers een fiche om hem te laten doen wat jij wil. Je hebt dan politiek.
donderdag 26 november 2009
De grootste vergissing
Mijn zoektocht naar de waarheid heeft me inzicht gegeven in de manier waarop de wereld is ingericht. En de manier waarop we door een kleine elite gemanipuleerd worden. Een elite die steeds meer macht zoekt. Ik probeer de inzichten die ik door deze zoektocht verkregen heb met iedereen die interesse heeft te delen op dit weblog.
Maar behalve inzicht in de manier waarop de wereld is ingericht, heb ik gaandeweg ook meer inzicht gekregen in onszelf (de mensheid) en het leven op zich. Eerst beschouwde ik dat inzicht als een soort ‘bijproduct’, maar ik ben steeds meer gaan inzien dat het juist de essentie is.
Als eerste merkte ik dat er geen losstaande problemen op de wereld zijn. Letterlijk ALLES houdt verband met elkaar. ELK probleem is gerelateerd aan ALLE andere problemen. En gaandeweg leerde ik dat al het kwaad op de wereld dezelfde oorsprong heeft:
Macht.
Macht is werkelijk de bron van alle kwaad. Kijk de geschiedenis van de laatste honderd jaar (of duizend jaar) er maar eens op na, en je zult zien dat alle oorlogen, hongersnoden, vervolging, genocide, crises, onderdrukking, onvrijheid etc. allemaal het gevolg zijn van de honger naar macht. Er is geen enkele uitzondering (ik heb er in ieder geval geen kunnen vinden).
Dat houdt dus in, dat we maar voor één ding bang moeten zijn: Macht.
Voor de rest dus nergens voor.
En dat is belangrijk, omdat degenen die de macht van ons willen hebben in ruil voor onze vrijheid, altijd angst gebruiken om ons te verleiden die macht aan hen te geven. Angst voor ziekten (pharma-industrie, rookverbod), angst voor klimaatverandering (CO2-tax), angst voor terroristen (camera’s, biometrisch bevolkingsdossier, bewaren surf- en e-mailverkeer, identificatieplicht etc.) , en zo zijn er nog veel meer voorbeelden.
Degenen die op macht uitzijn, gebruiken altijd angst om die macht te verkrijgen, terwijl er niets is om bang voor te zijn. Behalve voor die machthebber zelf! Dat maakt iedere poging om ons ergens bang voor te maken tot een leugen.
Of eigenlijk: een vergissing.
De hele machtstructuur op deze aarde is eigenlijk niets meer dan een vergissing. Het is gebaseerd op de veronderstelling dat je de ervaring die het leven is, beter kunt maken door de ervaring van anderen slechter te maken.
Dat je jouw ervaring beter kunt maken ten koste van een ander.
Het leven op aarde is een tijdelijk ding. Het is een ervaring. Vergelijk het met een rit in een trein. Je kijkt door het raam van je bewustzijn, en het landschap van het leven trekt aan je voorbij. Soms lijkt het een achtbaan, of een stilstaande bus, maar het blijft niets meer of minder dan een (tijdelijke) ervaring. En er is voor iedereen een plaats aan het raam.
Maar ergens in de geschiedenis heeft iemand de vergissing gemaakt om te denken dat hij een betere plek aan het raam zou kunnen krijgen, ten koste van iemand anders. Een hele coupé voor zichzelf! Ten koste van alle andere passagiers in die coupé wiens ervaring nu onmogelijk, of in ieder geval onaangenaam gemaakt was.
Uiteraard lieten de verliezers dit niet op zich zitten, en begonnen nu ook een plekje te bevechten, nu ten koste van weer andere reizigers. En binnen de kortste keren was niemand meer zeker van zijn plaats, en werd de hele trein een hel van vechtende passagiers.
De man die de hele coupé voor zichzelf opeiste, had een leger van bewaking nodig, omdat hij voordurend in de angst zat zijn verworven positie te verliezen. Hierdoor kwam hij helemaal niet meer toe aan het kijken uit het raam. En daar was het toch allemaal om begonnen.
Alle mensen die voorheen het landschap van het leven aan zich voorbij zagen trekken, richtten zich nu op elkaar, en zagen van het landschap niets meer. Ze dachten er zelfs niet meer aan. Ze dachten alleen nog maar aan hun ‘belang’.
Maar het enige belang dat er bestaat, is het leven te kunnen leven. De ervaring te ervaren. Daar ging het allemaal om.
Dat is voor iedereen hetzelfde. En zo blijkt dan dat niet alleen alle problemen één geheel vormen, maar dat ook alle mensen één geheel vormen.
We hebben allemaal precies hetzelfde belang:
Te kunnen leven en voor onze kinderen, familie en vrienden te kunnen zorgen. Voor elkaar zorgen. En voor onszelf. Dat geldt voor iedereen.
En in principe is iedereen onze vriend, behalve diegenen van wie we denken dat ze een ander ‘belang’ hebben. En omdat we geleerd hebben dat we moeten vechten voor onze plek aan het raampje, verwachten we dus ook dat anderen ons zullen bevechten. En dan is (buiten je directe kring) niemand meer je vriend, en iedereen een potentiële vijand.
En dat allemaal omdat die eerste reiziger dacht dat hij zijn eigen ervaring kon verbeteren. Ten koste van de andere reizigers. Een vergissing.
Een vergissing met verstrekkende gevolgen. Het leven gaat nu aan ons voorbij in een permanente onderlinge concurrentiestrijd. Een strijd voor ons plekje. Voor ons vermeende ‘belang’. En de hele ervaring die leven heet, wordt door die strijd overheerst. Maar de trein van het leven rijdt door, en het landschap trekt voorbij, maar we kunnen niet meer naar buiten kijken, omdat we steeds elkaar in de gaten moeten houden. En we zien het landschap niet meer. We ‘beleven’ het niet meer. En dat was toch waarom het eigenlijk ging: leven!
En degenen die uiteindelijk de beste plaatsen veroverd hebben, zijn zeker niet het beste af; ze moeten hun ‘verworvenheid’ voortduren bewaken, en beschermen. Een fulltime job, gebaseerd op de angst om te verliezen. Een levenlang angst. Een levenslang gevecht. Een leven zonder leven. Maar ook al zouden ze willen: het door hen opgestarte mechanisme is bijna niet meer te stoppen. Zodra ze zelf inzien dat ze een kapitale vergissing gemaakt hebben, en weer gewoon een normaal plekje aan het raam willen, en begrijpen dat ze gevangen zijn geworden van hun ‘verworvenheid’, en daarom de verdediging van die verworvenheid opgeven, zullen ze onder de voet gelopen worden door de vechtende massa en slachtoffer worden van het door henzelf geïnitieerde gevecht.
Een vergissing.
We zijn allemaal anders, maar we zijn ook allemaal één. Net zoals de cellen in ons lichaam allemaal anders zijn, maar toch samen één lichaam vormen. Wat zou er gebeuren als de cellen van je rechterhand, die van je linkerhand zouden aanvallen, in de veronderstelling daar beter van te worden? Je linkerhand zou zich moeten verdedigen, en binnen de kortste keren zouden alle cellen van je lichaam met elkaar in gevecht zijn, en niemand zou nog weten wie waarom aanviel. In het beste geval zou het leiden tot een hele dikke rechterhand, en een uitgemergelde linkerhand. Of zoiets. In ieder geval tot uitsluitend verliezers.
We zijn allemaal één. Zodra we dat inzien, en we garanderen degenen die nu de beste plaatsen opgeëist hebben, dat we ze zullen vergeven als ze tot inkeer komen, dat we ze zullen prijzen voor hun moed om hun vergissing toe te geven, in plaats van de vrijgekomen positie direct zelf in te pikken, waarom zouden we dan niet terug kunnen naar de situatie zoals die voor de vergissing was? Voor iedereen een plek aan het raam. Het raam van bewustzijn dat iedereen heeft. Zodat we het leven kunnen leven zoals het bedoeld was. Als een ervaring. Een rit in een trein of bus of achtbaan. Zodat we het kunnen ervaren zoals het voorbij komt. Zoals het is.
Maar behalve inzicht in de manier waarop de wereld is ingericht, heb ik gaandeweg ook meer inzicht gekregen in onszelf (de mensheid) en het leven op zich. Eerst beschouwde ik dat inzicht als een soort ‘bijproduct’, maar ik ben steeds meer gaan inzien dat het juist de essentie is.
Als eerste merkte ik dat er geen losstaande problemen op de wereld zijn. Letterlijk ALLES houdt verband met elkaar. ELK probleem is gerelateerd aan ALLE andere problemen. En gaandeweg leerde ik dat al het kwaad op de wereld dezelfde oorsprong heeft:
Macht.
Macht is werkelijk de bron van alle kwaad. Kijk de geschiedenis van de laatste honderd jaar (of duizend jaar) er maar eens op na, en je zult zien dat alle oorlogen, hongersnoden, vervolging, genocide, crises, onderdrukking, onvrijheid etc. allemaal het gevolg zijn van de honger naar macht. Er is geen enkele uitzondering (ik heb er in ieder geval geen kunnen vinden).
Dat houdt dus in, dat we maar voor één ding bang moeten zijn: Macht.
Voor de rest dus nergens voor.
En dat is belangrijk, omdat degenen die de macht van ons willen hebben in ruil voor onze vrijheid, altijd angst gebruiken om ons te verleiden die macht aan hen te geven. Angst voor ziekten (pharma-industrie, rookverbod), angst voor klimaatverandering (CO2-tax), angst voor terroristen (camera’s, biometrisch bevolkingsdossier, bewaren surf- en e-mailverkeer, identificatieplicht etc.) , en zo zijn er nog veel meer voorbeelden.
Degenen die op macht uitzijn, gebruiken altijd angst om die macht te verkrijgen, terwijl er niets is om bang voor te zijn. Behalve voor die machthebber zelf! Dat maakt iedere poging om ons ergens bang voor te maken tot een leugen.
Of eigenlijk: een vergissing.
De hele machtstructuur op deze aarde is eigenlijk niets meer dan een vergissing. Het is gebaseerd op de veronderstelling dat je de ervaring die het leven is, beter kunt maken door de ervaring van anderen slechter te maken.
Dat je jouw ervaring beter kunt maken ten koste van een ander.
Het leven op aarde is een tijdelijk ding. Het is een ervaring. Vergelijk het met een rit in een trein. Je kijkt door het raam van je bewustzijn, en het landschap van het leven trekt aan je voorbij. Soms lijkt het een achtbaan, of een stilstaande bus, maar het blijft niets meer of minder dan een (tijdelijke) ervaring. En er is voor iedereen een plaats aan het raam.
Maar ergens in de geschiedenis heeft iemand de vergissing gemaakt om te denken dat hij een betere plek aan het raam zou kunnen krijgen, ten koste van iemand anders. Een hele coupé voor zichzelf! Ten koste van alle andere passagiers in die coupé wiens ervaring nu onmogelijk, of in ieder geval onaangenaam gemaakt was.
Uiteraard lieten de verliezers dit niet op zich zitten, en begonnen nu ook een plekje te bevechten, nu ten koste van weer andere reizigers. En binnen de kortste keren was niemand meer zeker van zijn plaats, en werd de hele trein een hel van vechtende passagiers.
De man die de hele coupé voor zichzelf opeiste, had een leger van bewaking nodig, omdat hij voordurend in de angst zat zijn verworven positie te verliezen. Hierdoor kwam hij helemaal niet meer toe aan het kijken uit het raam. En daar was het toch allemaal om begonnen.
Alle mensen die voorheen het landschap van het leven aan zich voorbij zagen trekken, richtten zich nu op elkaar, en zagen van het landschap niets meer. Ze dachten er zelfs niet meer aan. Ze dachten alleen nog maar aan hun ‘belang’.
Maar het enige belang dat er bestaat, is het leven te kunnen leven. De ervaring te ervaren. Daar ging het allemaal om.
Dat is voor iedereen hetzelfde. En zo blijkt dan dat niet alleen alle problemen één geheel vormen, maar dat ook alle mensen één geheel vormen.
We hebben allemaal precies hetzelfde belang:
Te kunnen leven en voor onze kinderen, familie en vrienden te kunnen zorgen. Voor elkaar zorgen. En voor onszelf. Dat geldt voor iedereen.
En in principe is iedereen onze vriend, behalve diegenen van wie we denken dat ze een ander ‘belang’ hebben. En omdat we geleerd hebben dat we moeten vechten voor onze plek aan het raampje, verwachten we dus ook dat anderen ons zullen bevechten. En dan is (buiten je directe kring) niemand meer je vriend, en iedereen een potentiële vijand.
En dat allemaal omdat die eerste reiziger dacht dat hij zijn eigen ervaring kon verbeteren. Ten koste van de andere reizigers. Een vergissing.
Een vergissing met verstrekkende gevolgen. Het leven gaat nu aan ons voorbij in een permanente onderlinge concurrentiestrijd. Een strijd voor ons plekje. Voor ons vermeende ‘belang’. En de hele ervaring die leven heet, wordt door die strijd overheerst. Maar de trein van het leven rijdt door, en het landschap trekt voorbij, maar we kunnen niet meer naar buiten kijken, omdat we steeds elkaar in de gaten moeten houden. En we zien het landschap niet meer. We ‘beleven’ het niet meer. En dat was toch waarom het eigenlijk ging: leven!
En degenen die uiteindelijk de beste plaatsen veroverd hebben, zijn zeker niet het beste af; ze moeten hun ‘verworvenheid’ voortduren bewaken, en beschermen. Een fulltime job, gebaseerd op de angst om te verliezen. Een levenlang angst. Een levenslang gevecht. Een leven zonder leven. Maar ook al zouden ze willen: het door hen opgestarte mechanisme is bijna niet meer te stoppen. Zodra ze zelf inzien dat ze een kapitale vergissing gemaakt hebben, en weer gewoon een normaal plekje aan het raam willen, en begrijpen dat ze gevangen zijn geworden van hun ‘verworvenheid’, en daarom de verdediging van die verworvenheid opgeven, zullen ze onder de voet gelopen worden door de vechtende massa en slachtoffer worden van het door henzelf geïnitieerde gevecht.
Een vergissing.
We zijn allemaal anders, maar we zijn ook allemaal één. Net zoals de cellen in ons lichaam allemaal anders zijn, maar toch samen één lichaam vormen. Wat zou er gebeuren als de cellen van je rechterhand, die van je linkerhand zouden aanvallen, in de veronderstelling daar beter van te worden? Je linkerhand zou zich moeten verdedigen, en binnen de kortste keren zouden alle cellen van je lichaam met elkaar in gevecht zijn, en niemand zou nog weten wie waarom aanviel. In het beste geval zou het leiden tot een hele dikke rechterhand, en een uitgemergelde linkerhand. Of zoiets. In ieder geval tot uitsluitend verliezers.
We zijn allemaal één. Zodra we dat inzien, en we garanderen degenen die nu de beste plaatsen opgeëist hebben, dat we ze zullen vergeven als ze tot inkeer komen, dat we ze zullen prijzen voor hun moed om hun vergissing toe te geven, in plaats van de vrijgekomen positie direct zelf in te pikken, waarom zouden we dan niet terug kunnen naar de situatie zoals die voor de vergissing was? Voor iedereen een plek aan het raam. Het raam van bewustzijn dat iedereen heeft. Zodat we het leven kunnen leven zoals het bedoeld was. Als een ervaring. Een rit in een trein of bus of achtbaan. Zodat we het kunnen ervaren zoals het voorbij komt. Zoals het is.
woensdag 25 november 2009
De stoelendans van de schuld
Banken creëren geld uit niets. En toch moet al dit gecreëerde geld aan de banken worden terugbetaald. Al het geld dat de centrale banken in omloop brengen, wordt in omloop gebracht in de vorm van leningen. Dat houdt dus in dat al het geld dat er op de wereld is, bestaat uit schuld. En dat houdt weer in dat, als morgen alle schulden op de hele wereld worden afgelost, er geen geld meer bestaat.
Maar er is nog iets anders aan de hand: zelfs al worden morgen alle schulden op de hele wereld afgelost, bestaat er nog steeds schuld: de verschuldigde rente over de leningen.
De totale schuld van alle mensen op de wereld bij elkaar geteld, aan de banken is dus groter dan de totale hoeveelheid geld die er überhaupt bestaat. Véél groter. Hoe meer geld, hoe meer schuld, hoe meer rente. En omdat rente nou eenmaal per jaar berekend word, wordt ieder jaar het aandeel van de rente in de totale schuld groter.
En nu is er crisis. Er wordt voortdurend geroepen dat we op te grote voet geleefd hebben. Dat we te veel geleend en uitgegeven hebben. Dat wij zelf de schuld hebben aan deze crisis. Niets is minder waar. Het zijn de banken die bepalen hoe groot onze collectieve schuld is.
Omdat al het geld bestaat uit schuld, moet over al het geld rente worden betaald. En die rente moet worden betaald met geld dat dus niet bestaat. Dat is natuurlijk onmogelijk. Om die rente te kunnen betalen moet er steeds meer geld in omloop komen, ook weer in de vorm van leningen, waarover ook weer rente betaald moet worden. Om dat te kunnen doen, moet er dus steeds harder gewerkt worden, en moet er dus steeds meer geproduceerd worden. Moet er dus eindeloze ‘economische groei’ zijn.
Vanaf de tweede wereldoorlog hebben we zowat ieder jaar een paar procent ‘economische groei’ meegemaakt. Dit jaar hebben we te maken met een economische krimp van zo’n 3%. Je zou dan zeggen dat we daarmee de klok simpelweg één of twee jaar terugzetten. Hoe kan het dan dat de situatie nu veel beroerder is dan twee jaar geleden? Toen hadden we geen sterk groeiend aantal werklozen, geen daling van de huizenprijzen, geen crisis.
Het komt omdat continue economische groei noodzakelijk is om de continu groeiende rentelast te kunnen betalen.
Nu zijn er mensen die zeggen: Ja, dan moet je ook maar geen schuld aangaan. Eigen schuld!
Maar of jij als individu schuld hebt of niet, maakt niet uit. Omdat AL het geld uit schuld bestaat, is er altijd iemand die het moet terugbetalen. Ben jij het niet, dan is het iemand anders.
Het werkt als een stoelendans. Er zijn altijd minder stoelen dan deelnemers aan het spel. Er is altijd een verliezer. Je zou kunnen zeggen dat het eigen schuld is van de verliezer omdat hij niet snel genoeg reageerde toen de muziek stopte. Maar zelfs al oefenen alle spelers zich eindeloos in het spel, al worden ze er nog zo goed in, en nog zo snel; er blijft altijd iemand verliezen. En hoeveel verliezers er zijn, wordt bepaald door het aantal stoelen ten opzichte van het aantal deelnemers. Stel dat jij nu kunt bepalen hoeveel stoelen er zijn…….
En dat is precies de macht die de bankiers hebben. Zij zijn het die de regels van het spel bepalen, en die bepalen wanneer de muziek stopt. Zolang ze maar nieuw krediet de wereld inpompen, blijft het spel lopen. Maar zodra de kredietkraan wordt dichtgedraaid, stopt het spel, en moeten de spelers elkaar gaan bevechten om niet tot de verliezers te behoren.
En omdat geld het levenssap is van de wereld, zullen de spelers elkaar naar het leven gaan staan. De machtigste spelers zoals grote bedrijven en overheden zullen de grootste kans hebben op overleving. De kleine spelers, zoals jij en ik zullen met lege handen staan.
Dit hele spel geeft de banken de feitelijke macht over de wereld. Omdat iedereen simpelweg afhankelijk is van geld, en dus van krediet, hebben zij de kaarten in handen. Het zijn de banken die bepalen wie er krediet (dus geld) krijgt en wie niet.
Daarom zijn overheden en regeringen ook totaal afhankelijk van de banken. Iedere overheid of regering moet éérst aan eisen van de banken voldoen, voordat ze zich met de wensen van het volk kan gaan bezighouden. Politiek gaat over belastinggeld en de verdeling daarvan. Maar de eisen van de banken komen eerst. En wat er dan nog aan wisselgeld overblijft (als er iets overblijft) mag ten goede komen aan de bevolking in de vorm van dienstverlening.
Dat verklaart dus waarom we steeds meer belasting moeten betalen en waarom we voor die betaalde belasting steeds minder diensten terugkrijgen.
Maar dit geleidelijke proces gaat de bankiers nog niet snel genoeg. De enorme machtshonger van de banken is nooit te stillen. Ze willen meer macht. En sneller.
Vandaar de crisis. Omdat iedereen afhankelijk gemaakt is van de banken, bepalen die banken of het goed met ons gaat of niet. Als ze veel krediet verlenen, is er veel geld, en zijn we velvarend. Zodra de kredietkraan wordt dichtgedraaid, gaat het slecht met ons en hebben we een crisis.
Maar waarom zouden de banken een crisis willen? Antwoord: omdat de eigenaren van de banken meer macht willen.
Voor de crisis van 1929 bestonder er in VS meer dan 16 duizend verschillende banken. Na de crisis was daarvan nog maar één tiende dus zo’n 1600 banken over. Diegenen die het nu te vertellen hadden over de bancaire wereld, hadden dus hun macht vertienvoudigd.
Het lijkt alsof er wereldwijd vele banken zijn die elkaar beconcurreren, hetgeen een evenwicht in de machtverhoudingen garandeert. Precies volgens de leer van de vrije marktwerking. Maar dat is maar ten dele waar.
Banken zijn eigendom van aandeelhouders. Als je een bank (of elk anders bedrijf met aandeelhouders) beschouwd als een taart, dan zijn de aandeelhouders eigenaar van partjes van die taart, en alle aandeelhouders bij elkaar, bezitten de hele taart. Als je een klein partje bezit, heb je dus niks te vertellen. Je hebt vrijwel geen macht. Maar als je een groot stuk bezit, heb je wel macht. En als je met een klein aantal grote aandeelhouders, bijvoorbeeld een stuk of vijf, meer dan de helft van de aandelen bezit, heb je een meerderheidsbelang en dus alle zeggenschap en dus alle macht.
Als de meerderheidsbelangen van alle banken, in handen van steeds dezelfden zijn, vormen alle banken samen feitelijk één bank. Dan is de bancaire macht gecentraliseerd. En dat proces van centralisatie is wat de machtigste figuren in de bancaire wereld nastreven.
Stel dat je met je clubje van vijf grote aandeelhouders nou een meerderheidsbelang hebt in zowel bank A als bank B. Op een dag kom je bij elkaar om te bespreken hoe je meer macht kunt verkrijgen. Dan zou je het zo kunnen doen:
Stel dat bank A en bank B evenveel waard zijn, laten we zeggen ieder 100 miljard. Je laat bank A concurreren met bank B. Je zorgt ervoor dat bank A, bank B zodanig uitkleedt dat bank B failliet dreigt te gaan. Dat kun je makkelijk doen, want jij bent de baas over beide banken.
Je draait ondertussen de kredietkraan van bank A dicht. Bank A verleent nu geen krediet meer, en bank B kan geen krediet meer verlenen. Er ontstaat een crisis. Een kredietcrisis. Je geeft de schuld aan bank B.
Bank A heeft nu 200 miljard en bank B niks. De spaarders van bank B en de aandeelhouders raken in paniek. Je stapt naar de overheid (die nou eenmaal moet doen wat jij zegt omdat diezelfde overheid totaal afhankelijk is van jouw krediet, zeker in deze crisistijd) en je zegt tegen de minister (laten we hem Wouter noemen): ‘koop bank B voor 50 miljard’!
Wouter verkoopt het idee aan de bevolking door de mensen bang te maken voor de gevolgen van het faillissement van bank B, en zegt dat bank B ‘gered’ moet worden om de crisis te bezweren.
Die 50 miljard wordt opgebracht met belastinggeld. Geld van de burgers dus. In feite worden alle burgers nu kleine aandeelhouders van bank B. Maar zo klein dat ze niets te vertellen hebben. Jij wel. Jij hebt nu 200 miljard in bank A en 50 miljard in B. Samen dus 250 miljard. Officieel is bank B van de overheid, maar die moet toch precies doen wat jij zegt.
Bank B, die nu dus eigendom is van de overheid, is nu kleiner en zwakker dan voorheen en bank A groter en sterker. Je zorgt ervoor dat de sterke bank A zodanig met de zwakkere B concurreert dat B opnieuw op omvallen staat. Je neemt bank B dan over van de overheid voor heel weinig geld, en zeg dat je dit doet uit goedheid. Om de bank te ‘redden’.
Je hebt nu 50 miljard gestolen van de bevolking en de aandeelhouders van bank B (die geen aandelen hadden van bank A) buitenspel gezet waardoor jouw macht sterk gegroeid is. Je macht is verder gecentraliseerd.
En met die grotere macht, beschik je over meer middelen om aandelen van andere banken te kopen en daarmee je macht te vergroten over die andere banken. Je herhaalt de truc nog een paar keer totdat je uiteindelijk de totale zeggenschap hebt over alle banken, en daarmee over alle regeringen en daarmee over de wereld.
Door jouw zeggenschap en dus macht heb je de mogelijkheid om krediet precies zo te doseren, dat overheden alleen nog maar toekomen aan het voldoen aan jouw eisen, en dat daarmee vrijwel alle belastinginkomsten ten goede van jou komen. En dus vrijwel niets meer ten goede van de bevolking. Die bevolking wordt daarmee jouw eigendom, omdat ze alleen maar moet werken om jou te betalen. Precies zo hard als jij bepaalt.
Je bent nu eigenaar van de wereld, en alle mensen zijn jouw slaven.
-Zie de film (47 min.) Money as debt, voor een verhelderend inzicht in het bancaire systeem.
Maar er is nog iets anders aan de hand: zelfs al worden morgen alle schulden op de hele wereld afgelost, bestaat er nog steeds schuld: de verschuldigde rente over de leningen.
De totale schuld van alle mensen op de wereld bij elkaar geteld, aan de banken is dus groter dan de totale hoeveelheid geld die er überhaupt bestaat. Véél groter. Hoe meer geld, hoe meer schuld, hoe meer rente. En omdat rente nou eenmaal per jaar berekend word, wordt ieder jaar het aandeel van de rente in de totale schuld groter.
En nu is er crisis. Er wordt voortdurend geroepen dat we op te grote voet geleefd hebben. Dat we te veel geleend en uitgegeven hebben. Dat wij zelf de schuld hebben aan deze crisis. Niets is minder waar. Het zijn de banken die bepalen hoe groot onze collectieve schuld is.
Omdat al het geld bestaat uit schuld, moet over al het geld rente worden betaald. En die rente moet worden betaald met geld dat dus niet bestaat. Dat is natuurlijk onmogelijk. Om die rente te kunnen betalen moet er steeds meer geld in omloop komen, ook weer in de vorm van leningen, waarover ook weer rente betaald moet worden. Om dat te kunnen doen, moet er dus steeds harder gewerkt worden, en moet er dus steeds meer geproduceerd worden. Moet er dus eindeloze ‘economische groei’ zijn.
Vanaf de tweede wereldoorlog hebben we zowat ieder jaar een paar procent ‘economische groei’ meegemaakt. Dit jaar hebben we te maken met een economische krimp van zo’n 3%. Je zou dan zeggen dat we daarmee de klok simpelweg één of twee jaar terugzetten. Hoe kan het dan dat de situatie nu veel beroerder is dan twee jaar geleden? Toen hadden we geen sterk groeiend aantal werklozen, geen daling van de huizenprijzen, geen crisis.
Het komt omdat continue economische groei noodzakelijk is om de continu groeiende rentelast te kunnen betalen.
Nu zijn er mensen die zeggen: Ja, dan moet je ook maar geen schuld aangaan. Eigen schuld!
Maar of jij als individu schuld hebt of niet, maakt niet uit. Omdat AL het geld uit schuld bestaat, is er altijd iemand die het moet terugbetalen. Ben jij het niet, dan is het iemand anders.
Het werkt als een stoelendans. Er zijn altijd minder stoelen dan deelnemers aan het spel. Er is altijd een verliezer. Je zou kunnen zeggen dat het eigen schuld is van de verliezer omdat hij niet snel genoeg reageerde toen de muziek stopte. Maar zelfs al oefenen alle spelers zich eindeloos in het spel, al worden ze er nog zo goed in, en nog zo snel; er blijft altijd iemand verliezen. En hoeveel verliezers er zijn, wordt bepaald door het aantal stoelen ten opzichte van het aantal deelnemers. Stel dat jij nu kunt bepalen hoeveel stoelen er zijn…….
En dat is precies de macht die de bankiers hebben. Zij zijn het die de regels van het spel bepalen, en die bepalen wanneer de muziek stopt. Zolang ze maar nieuw krediet de wereld inpompen, blijft het spel lopen. Maar zodra de kredietkraan wordt dichtgedraaid, stopt het spel, en moeten de spelers elkaar gaan bevechten om niet tot de verliezers te behoren.
En omdat geld het levenssap is van de wereld, zullen de spelers elkaar naar het leven gaan staan. De machtigste spelers zoals grote bedrijven en overheden zullen de grootste kans hebben op overleving. De kleine spelers, zoals jij en ik zullen met lege handen staan.
Dit hele spel geeft de banken de feitelijke macht over de wereld. Omdat iedereen simpelweg afhankelijk is van geld, en dus van krediet, hebben zij de kaarten in handen. Het zijn de banken die bepalen wie er krediet (dus geld) krijgt en wie niet.
Daarom zijn overheden en regeringen ook totaal afhankelijk van de banken. Iedere overheid of regering moet éérst aan eisen van de banken voldoen, voordat ze zich met de wensen van het volk kan gaan bezighouden. Politiek gaat over belastinggeld en de verdeling daarvan. Maar de eisen van de banken komen eerst. En wat er dan nog aan wisselgeld overblijft (als er iets overblijft) mag ten goede komen aan de bevolking in de vorm van dienstverlening.
Dat verklaart dus waarom we steeds meer belasting moeten betalen en waarom we voor die betaalde belasting steeds minder diensten terugkrijgen.
Maar dit geleidelijke proces gaat de bankiers nog niet snel genoeg. De enorme machtshonger van de banken is nooit te stillen. Ze willen meer macht. En sneller.
Vandaar de crisis. Omdat iedereen afhankelijk gemaakt is van de banken, bepalen die banken of het goed met ons gaat of niet. Als ze veel krediet verlenen, is er veel geld, en zijn we velvarend. Zodra de kredietkraan wordt dichtgedraaid, gaat het slecht met ons en hebben we een crisis.
Maar waarom zouden de banken een crisis willen? Antwoord: omdat de eigenaren van de banken meer macht willen.
Voor de crisis van 1929 bestonder er in VS meer dan 16 duizend verschillende banken. Na de crisis was daarvan nog maar één tiende dus zo’n 1600 banken over. Diegenen die het nu te vertellen hadden over de bancaire wereld, hadden dus hun macht vertienvoudigd.
Het lijkt alsof er wereldwijd vele banken zijn die elkaar beconcurreren, hetgeen een evenwicht in de machtverhoudingen garandeert. Precies volgens de leer van de vrije marktwerking. Maar dat is maar ten dele waar.
Banken zijn eigendom van aandeelhouders. Als je een bank (of elk anders bedrijf met aandeelhouders) beschouwd als een taart, dan zijn de aandeelhouders eigenaar van partjes van die taart, en alle aandeelhouders bij elkaar, bezitten de hele taart. Als je een klein partje bezit, heb je dus niks te vertellen. Je hebt vrijwel geen macht. Maar als je een groot stuk bezit, heb je wel macht. En als je met een klein aantal grote aandeelhouders, bijvoorbeeld een stuk of vijf, meer dan de helft van de aandelen bezit, heb je een meerderheidsbelang en dus alle zeggenschap en dus alle macht.
Als de meerderheidsbelangen van alle banken, in handen van steeds dezelfden zijn, vormen alle banken samen feitelijk één bank. Dan is de bancaire macht gecentraliseerd. En dat proces van centralisatie is wat de machtigste figuren in de bancaire wereld nastreven.
Stel dat je met je clubje van vijf grote aandeelhouders nou een meerderheidsbelang hebt in zowel bank A als bank B. Op een dag kom je bij elkaar om te bespreken hoe je meer macht kunt verkrijgen. Dan zou je het zo kunnen doen:
Stel dat bank A en bank B evenveel waard zijn, laten we zeggen ieder 100 miljard. Je laat bank A concurreren met bank B. Je zorgt ervoor dat bank A, bank B zodanig uitkleedt dat bank B failliet dreigt te gaan. Dat kun je makkelijk doen, want jij bent de baas over beide banken.
Je draait ondertussen de kredietkraan van bank A dicht. Bank A verleent nu geen krediet meer, en bank B kan geen krediet meer verlenen. Er ontstaat een crisis. Een kredietcrisis. Je geeft de schuld aan bank B.
Bank A heeft nu 200 miljard en bank B niks. De spaarders van bank B en de aandeelhouders raken in paniek. Je stapt naar de overheid (die nou eenmaal moet doen wat jij zegt omdat diezelfde overheid totaal afhankelijk is van jouw krediet, zeker in deze crisistijd) en je zegt tegen de minister (laten we hem Wouter noemen): ‘koop bank B voor 50 miljard’!
Wouter verkoopt het idee aan de bevolking door de mensen bang te maken voor de gevolgen van het faillissement van bank B, en zegt dat bank B ‘gered’ moet worden om de crisis te bezweren.
Die 50 miljard wordt opgebracht met belastinggeld. Geld van de burgers dus. In feite worden alle burgers nu kleine aandeelhouders van bank B. Maar zo klein dat ze niets te vertellen hebben. Jij wel. Jij hebt nu 200 miljard in bank A en 50 miljard in B. Samen dus 250 miljard. Officieel is bank B van de overheid, maar die moet toch precies doen wat jij zegt.
Bank B, die nu dus eigendom is van de overheid, is nu kleiner en zwakker dan voorheen en bank A groter en sterker. Je zorgt ervoor dat de sterke bank A zodanig met de zwakkere B concurreert dat B opnieuw op omvallen staat. Je neemt bank B dan over van de overheid voor heel weinig geld, en zeg dat je dit doet uit goedheid. Om de bank te ‘redden’.
Je hebt nu 50 miljard gestolen van de bevolking en de aandeelhouders van bank B (die geen aandelen hadden van bank A) buitenspel gezet waardoor jouw macht sterk gegroeid is. Je macht is verder gecentraliseerd.
En met die grotere macht, beschik je over meer middelen om aandelen van andere banken te kopen en daarmee je macht te vergroten over die andere banken. Je herhaalt de truc nog een paar keer totdat je uiteindelijk de totale zeggenschap hebt over alle banken, en daarmee over alle regeringen en daarmee over de wereld.
Door jouw zeggenschap en dus macht heb je de mogelijkheid om krediet precies zo te doseren, dat overheden alleen nog maar toekomen aan het voldoen aan jouw eisen, en dat daarmee vrijwel alle belastinginkomsten ten goede van jou komen. En dus vrijwel niets meer ten goede van de bevolking. Die bevolking wordt daarmee jouw eigendom, omdat ze alleen maar moet werken om jou te betalen. Precies zo hard als jij bepaalt.
Je bent nu eigenaar van de wereld, en alle mensen zijn jouw slaven.
-Zie de film (47 min.) Money as debt, voor een verhelderend inzicht in het bancaire systeem.
donderdag 12 november 2009
De zwendel van de centrale banken
Misschien is het zinvol om de zwendel van de centrale banken nog eens uiteen te zetten. Ik merk in mijn omgeving dat zelfs (of juist…) financieel experts moeite hebben met het begrijpen van het concept. Terwijl het toch zo eenvoudig is.
De centrale banken (de Europese Centrale Bank en de ‘Fed’: de Amerikaanse centrale bank) hebben het monopolie op het in omloop brengen van geld. Zomaar. Vanuit het niets…
In tegenstelling tot wat de meeste mensen denken zijn deze centrale banken geen overheidsinstellingen maar privéondernemingen met winstoogmerk. Deze ondernemingen zijn het bezit van aandeelhouders (wie dat zijn wordt geheim gehouden, maar het is wel bekend dat er een klein aantal dominante spelers is. De Rothschild familie is één van de beruchtste, maar er zijn er nog een paar). De grootste aandeelhouders en dus degenen die het voor het zeggen hebben, zijn dezelfden in Europa als die in Amerika en in vele andere landen.
Deze centrale banken brengen het geld vanuit het niets in omloop. Maar niet zomaar. Elke dollar of euro die in omloop komt, wordt verstrekt in de vorm van een LENING aan overheden en andere banken.
Elke dollar of euro die in omloop gebracht wordt - elke dollar of euro die bestaat - moet dus worden terugbetaald. Misschien niet door jou of door mij, maar in ieder geval door iemand. Tegenover elke dollar of euro in jouw of mijn bezit, staat een dollar of euro schuld van iemand anders.
Elke dollar of euro die de centrale bank in omloop brengt, vormt dus een dollar of euro tegoed van die bank. Tenzij men rente vraagt………
En dat is nou juist het probleem. Voor elke dollar of euro die in omloop gebracht wordt, hetzij als papiergeld of als elektronisch geld, wordt rente gevraagd. Een simpele rekensom leert dat als die rente gemiddeld 3% is (wat het de afgelopen jaren was), de hoeveelheid schuld in minder dan 25 jaar verdubbelt. Brengt de Europese Centrale Bank dus bijv. 100 miljard in omloop, dan staat hier na 25 jaar een schuld van 200 miljard euro tegenover. Dubbel zoveel als er in omloop is. Een bedrag dat natuurlijk nooit kan worden terugbetaald.
Hierdoor is er een continue stroom van nieuw krediet nodig. Al was het alleen maar om de rente te kunnen betalen. Door het verlenen van dat nieuwe krediet, komt er steeds meer geld in omloop, waardoor de waarde hiervan afneemt (inflatie). Krediet waarover ook nu weer rente betaald moet worden. En waardoor de totale hoeveelheid schuld weer verder oploopt.
Met deze kredieten financieren overheden hun uitgaven. Deze overheden houden hun hoofd boven water door hun schuld te verschuiven naar de bevolking d.m.v. steeds hogere belastingen (komt bekend voor?).
Op deze manier loopt de totale hoeveelheid schuld steeds verder op en wordt iedereen steeds afhankelijker van nieuw krediet. Ook als jij 10.000 euro op de bank hebt staan en geen schulden hebt, blijft het tegoed van de centrale banken hetzelfde. In principe moet iemand anders er dan voor opdraaien, maar uiteindelijk draaien we er allemaal voor op. Dat wordt nu met de crisis wel duidelijk.
Het doel van het creëren van steeds meer schuld, is het creëren van steeds meer afhankelijkheid. Afhankelijkheid van overheden aan de centrale bankiers. En dus afhankelijkheid van burgers. Want overheden halen hun inkomsten uit belastingen die burgers betalen.
Een eenvoudig maar uiterst kwaadaardig mechanisme dat uiteindelijk leidt tot totale controle en overheersing van de hele wereld, zolang iedereen blijft geloven in het geld. Het is het mechanisme dat alle financiële en economische problemen in de wereld veroorzaakt.
En toch is er geen enkele serieuze regering of politicus die dit ook maar durft te benoemen. Sommigen zullen er niet eens van afweten, maar over meneer Bos en meneer Obama kun je van alles denken, maar dom zijn ze niet. Ze weten hoe het werkt. Ze kunnen er niet over praten omdat het taboe is. Ze zijn simpelweg verstrikt in het web van de macht van de centrale banken. Ze moeten verantwoording afleggen aan deze banken om een blijvende kredietstroom veilig te stellen. Deze banken tegen de schenen schoppen is politieke zelfmoord.
Dat maakt deze ‘geheime’ topbankiers tot de werkelijke machthebbers in de wereld. Machthebbers die alle overheden en regeringen in hun zak hebben. Omdat ze schuld, en dus afhankelijkheid gecreëerd hebben. Machthebbers die op elk door hen gewenst moment de kredietkraan kunnen dichtdraaien (kredietcrisis dus - komt ook bekend voor?). Waardoor uiteindelijk vrijwel niemand meer aan de (kunstmatig opgevoerde) verplichtingen kan voldoen. En waardoor deze bankiers zich alles van echte waarde in deze wereld kunnen en zullen toe-eigenen.
“Geef mij de controle over de valuta van een land, en ik geef er niets om wie de wetten maakt”.
Mayer Amchiel Rothschild
Grondlegger van de Rothschild bankiersdynastie
dinsdag 3 november 2009
Corporate Elite
Ik krijg regelmatig de beschuldiging een ‘samenzweringstheoreticus’ te zijn. Dat hetgeen ik wil zeggen een ‘samenzweringstheorie’ is. Dat ik een beeld neerzet van een paar machtige mannen die in een kamer zitten en daar hun sinistere plannen voor de wereld uitbroeden.
Ten eerste: waar moeten ze anders gaan zitten? In een boomhut? Op de hei? Natuurlijk zitten ze in een kamer. Een hele mooie en luxe kamer meestal, dat wel, maar het blijft een kamer.
Ten eerste: waar moeten ze anders gaan zitten? In een boomhut? Op de hei? Natuurlijk zitten ze in een kamer. Een hele mooie en luxe kamer meestal, dat wel, maar het blijft een kamer.
Ten tweede: natuurlijk maken ze plannen! Plannen om hun belangen veilig te stellen. Dat doen jij en ik ook. Als jij samen met je partner plannen maakt over jullie belangen, ben jij dan aan het samenzweren? Als David Rockefeller en Sir Evelyn de Rothchild plannen maken over hun belangen, verwacht je dan dat ze zullen denken: ‘nee, laat ik dat maar niet doen, want dan ben ik aan het samenzweren?’ Natuurlijk niet!
Het verschil tussen jouw plannen en de plannen van de Rockefellers en de Rothschilds is, dat hun plannen jouw leven bepalen en andersom niet. Maar ze doen niets anders dan plannen maken over hun belangen.
Dus laten we die denigrerende kwalificatie ‘samenzweringstheorie’ nou maar eens gewoon vergeten. Het is complete onzin.
Het gaat dus gewoon over belangen. En de belangen van de Corporate Elite, de top van het internationale bedrijfsleven, aangevoerd door de Rothschilds en Rockefellers, botsen gigantisch met de belangen van de rest van de mensheid.
Ik zag vandaag een organogram van de Rothschild ondernemingen. Vrijwel elk internationaal bedrijf komt erin voor, en wordt dus in enige mate door deze familie beheerst. Of het nou gaat over textiel, olie (ze zijn eigenaar van Shell), media (ze zijn eigenaar van Reuters en AP, en een heleboel andere mediabedrijven), voeding (Monsanto), de wapenindustrie en elke andere industrie, of natuurlijk de bancaire sector, ze zitten erin.
Niet meer dan 1% van de wereldbevolking bezit 90% van de rijkdom. Die 1% wordt inderdaad gevormd door de hierboven genoemde families en hun consorten. Hun belang en hun doel is: maak daar 100% van. Het is het enige waarmee ze zich bezighouden.
Dat houdt dus in dat de andere 99% van de bevolking als loonslaaf of in extreme armoede leeft. Meer dan anderhalf miljard mensen leven van minder dan 2 dollar per dag. In Indonesië werken mensen voor 20 dollarcent per uur in de fabrieken die de kledingmerken van hun dure producten voorzien.
Als je hier aan iemand vraagt: zou je voor 20 dollarcent per uur gaan werken? Dan is het antwoord: natuurlijk niet!
Er is maar één reden waarom de mensen in Indonesië (zoals in zoveel andere landen) dat wel doen. Ze moeten! Anders hebben ze niets en dan gaan ze dood. Ze zijn tot in hun laatste vezel ONVRIJ.
En dat is meteen ook de enige reden waarom wij het hier niet voor 20 dollarcent per uur hoeven te doen. Vanwege onze vrijheid. Wij worden niet beter betaald omdat de Corporate Elite dat nou zo graag wil, maar omdat wij macht hebben. Dat voelt vaak niet zo, maar vergeleken met de arbeiders in de 3e wereld hebben wij een zekere macht. Macht over ons zelf. Vrijheid is niets meer dan individuele macht. Net zoals individuele onvrijheid centrale macht betekent. Zodra de elite de kans krijgt, en die kans zijn ze aan het creëren met bijvoorbeeld de door hen opgezette crisis, zullen ze ons ook niets meer betalen dan 20 cent. Of zo min mogelijk. Dat is hun belang.
Mensen in Indonesië moeten voor 20 cent per uur werken omdat ze arm zijn. Het is dus in het belang van de elite om iedereen zo arm mogelijk te maken en te houden. Zodat iedereen voor ze gaat werken zonder dat ze er een noemenswaardige beloning tegenover hoeven te stellen.
Onvrijheid en armoede is in het belang van de elite. En ze zullen alle plannen verzinnen en ten uitvoer brengen die nodig zijn om dat te bereiken. Maar ze zullen dat niet openlijk doen. Ze willen niet dat wij dat weten. En daarin zijn ze behoorlijk succesvol.
Maar, dat WIJ niet weten wat ze doen, wil niet zeggen dat ZIJ niet weten wat ze doen.
De meeste mensen denken bijvoorbeeld nog steeds dat het ‘Amerika’ is dat voor de olie oorlog voert in het midden oosten. Maar waarom zou het armste land ter wereld een dure oorlog gaan voeren? Amerika is het armste land ter wereld omdat het niets heeft. Sterker nog, het heeft veel minder dan niets. Het is het land dat, per hoofd van de bevolking, de grootste schuld heeft ter wereld. Als Amerika ten oorlog zou trekken om rijker te worden, dan zou het helemaal geen schuld hebben.
Natuurlijk speelt olie een rol in de oorlog die in Irak gevoerd wordt. Maar blijkbaar wordt Amerika daar niet rijker van. Alleen armer. Het is de Corporate Elite die er rijker van wordt. Het kan dus niet anders dan dat deze elite de Amerikaanse regering BEZIT, en dat die regering alleen en uitsluitend voor hun belangen handelt. Of het gezicht nou Bush is, of Obama of wie dan ook.
Het is dus niet het land Amerika dat oorlog voert. Het land Amerika wordt gebruikt door de Corporate Elite om hun oorlogen te voeren. Om hun belangen te bevechten. De Amerikaanse regering behartigt geen enkel ander belang. En de elite is de ENIGE die ervan profiteert. Betaald met de belastinggelden bijeengebracht door de burgers. Die daardoor armer worden, en die daardoor goedkopere ‘human resource’ worden voor diezelfde elite.
Jaha, plannen maken kunnen ze. En samen in een kamer zitten ook. Neem bijvoorbeeld de World Trade Organisation (WTO). Een groep grootindustriëlen (onderdeel van de VN) die niet gekozen is, waarvan niemand weet wie er nou eigenlijk bijhoren, maar die enorme macht hebben. Het officiële doel is de wereldhandel te bevorderen. Dat doen ze onder meer door de importbeperkingen van de individuele landen te bestrijden. Importbeperking die vooral lastig zijn voor diegenen die de wereldhandel overheersen. Voor de Corporate Elite dus. Voor de anderen betekenen ze een bescherming. Natuurlijk heeft de WTO geen wetgevende macht in de landen die lid zijn, maar in de praktijk hebben ze een vetorecht over iedere wet. Als een land ook maar een beetje dwarsligt, dreigen ze dat land uit de organisatie te zetten, en leggen ze andere leden een embargoverplichting op. Ook op straffe van excommunicatie. Dat houdt dus in dat ze allesbepalend zijn. Zonder controle of welk democratisch proces dan ook.
Ze beschermen hun eigen leden, bestaand uit de top van het bedrijfsleven, bancaire sector, en industrie. Die daarmee dus feitelijk de wereld beheersen. En dat is de bedoeling.
Om een voorbeeldje te geven: een paar jaar geleden heeft de firma Monsanto (google die naam maar eens, je valt van je stoel) een patent verkregen op de genetische code van Basmati-rijst. Sindsdien is het product hun eigendom. Alle boeren die waar dan ook ter wereld Basmati-rijst verbouwen, moeten daarvoor aan Monsanto commissie betalen. Ook al verbouwden ze dat gewas al eeuwen. Uiteraard is die commissie precies zo hoog dat de boeren nog net in leven kunnen blijven en daarvoor dubbel zo hard moeten werken. De boeren in Thailand kwamen in opstand, en de Thaise regering kwam in opstand. Ze zeiden niet mee te zullen werken aan deze criminele activiteiten. De WTO dreigde met uitzetting en embargo’s en prompt ging de Thaise regering akkoord.
Dus voor diegenen die zich afvragen waar ik me druk over maak, en die mijn boodschap schamper afdoen met het label ‘samenzweringtheorie’, die blijven zeggen dat we ‘nou eenmaal niks te vertellen hebben’, dat ik overdrijf, heb ik een simpele vraag: wil jij voor 20 cent per uur werken om niet dood te gaan?
Het voorbeeld ligt recht voor je neus. Het enige dat je voor ditzelfde lot behoedt is je vrijheid. Laat je jezelf die vrijheid afpakken? Of is het de moeite waard om die vrijheid te beschermen?
Denk eens na en doe eens een paar uurtjes onderzoek. Hoe vermoeiend kan het zijn? Je moet het niet voor mij doen. Het gaat over jou. Het gaat over jouw leven. Word wakker en neem de verantwoordelijkheid.
woensdag 14 oktober 2009
gevangene
‘Gevangene, vertel me, wie was het die je opsloot?’
‘Het was mijn meester,’ zei de gevangene.
‘Ik dacht dat ik iedereen kon verslaan in de wereld van rijkdom en macht,
en ik verzamelde in mijn eigen schatkamer het geld voor mijn koning.
Toen de slaap me overkwam lag ik op het bed dat bedoeld was voor mijn heer,
en toen ik wakker werd, was ik een gevangene in mijn eigen schatkamer.’
‘Gevangene, vertel me, wie was het die deze onbreekbare ketting sloeg?’
‘Ik was het,’ zei de gevangene, ‘die de ketting aandachtig smeedde.
‘Ik dacht dat mijn onoverwinnelijke macht de wereld gevangen zou houden
en mij in onverstoorde vrijheid zou laten.
Dus werkte ik dag en nacht aan de ketting
met groot vuur en harde slagen.
Toen het werk eindelijk was gedaan
en de schakels compleet en onverbreekbaar waren
merkte ik dat de ketting mij in zijn greep hield.’
RABINDRANATH TAGORE
‘Het was mijn meester,’ zei de gevangene.
‘Ik dacht dat ik iedereen kon verslaan in de wereld van rijkdom en macht,
en ik verzamelde in mijn eigen schatkamer het geld voor mijn koning.
Toen de slaap me overkwam lag ik op het bed dat bedoeld was voor mijn heer,
en toen ik wakker werd, was ik een gevangene in mijn eigen schatkamer.’
‘Gevangene, vertel me, wie was het die deze onbreekbare ketting sloeg?’
‘Ik was het,’ zei de gevangene, ‘die de ketting aandachtig smeedde.
‘Ik dacht dat mijn onoverwinnelijke macht de wereld gevangen zou houden
en mij in onverstoorde vrijheid zou laten.
Dus werkte ik dag en nacht aan de ketting
met groot vuur en harde slagen.
Toen het werk eindelijk was gedaan
en de schakels compleet en onverbreekbaar waren
merkte ik dat de ketting mij in zijn greep hield.’
RABINDRANATH TAGORE
dinsdag 15 september 2009
De architectuur van de macht volgens het systeem van Adam Weishaupt
De huidige werkelijke machtsstructuur in de wereld is voor een belangrijk deel gebaseerd op de ideeën van Adam Weishaupt. Hij was een professor (rechten) aan de universiteit van Ingolstadt, Beieren. Weishaupt deed rond 1775 onderzoek naar het mechanisme van macht. Hij kwam tot de conclusie dat de traditionele machtsstructuren uiteindelijk altijd omvielen, en dus tijdelijk waren. Dit vanwege twee ‘zwakten’: ethiek en ijdelheid.
Waar ging het (volgens Weishaupt) mis?
-IJdelheid.
In de loop van de geschiedenis wilden machthebbers hun macht aan iedereen kenbaar maken door zichzelf te laten zien aan het volk dat ze onderdrukten. Met zoveel mogelijk pracht en praal, paleizen, standbeelden, monumenten, etc. Daarnaast met glimmend opgepoetste legers in de familiekleuren van de heersende koning of keizer als vertoon van hun macht.
Volgens Weishaupt maakte dit de machthebber kwetsbaar, aangezien het volk altijd op een bepaald moment zodanig ontevreden werd dat het in opstand kwam. Door de grote zichtbaarheid van de machthebber, werd deze altijd het object van de opstand en als zodanig aangevallen en uiteindelijk van zijn positie verstoten.
-Ethiek.
Iedere wet, in iedere cultuur en in iedere tijd, is gebaseerd op twee universele ethische waarden:
‘Gij zult niet stelen’ en ‘Gij zult niet doden’.
Toch is iedere machtsstructuur gebaseerd op stelen en doden. Om het doel (macht) te kunnen bereiken, moest er dus een rechtvaardiging gevonden worden om te kunnen stelen en doden. Die rechtvaardiging werd gevonden in een ‘ideaal’. Om dat hogere ideaal te kunnen bereiken, moesten er offers gebracht worden: ‘Het doel heiligt de middelen’.
Die rechtvaardiging gold voor de buitenwereld (bevolking), voor de medewerkers van de heerser (leger, ambtenaren, etc.), maar vooral ook voor de machthebber zelf, die, door zelf in het ideaal te geloven, kon leven met zijn geweten. Want ook hij wist dat stelen en doden verkeerd is.
Het zwakke punt hierbij is (volgens Weishaupt) dat de ideologie aan slijtage onderhevig is en dus in de loop der tijd haar waarde verliest. Daarmee verliest ze haar kracht, en op een moment zal de bevolking er niet meer intrappen en genoeg krijgen van het moorden en stelen, en zal het de koning of keizer van de troon stoten. Ook kan het gebeuren dat de machthebber zelf de rechtvaardiging van zijn daden niet meer gelooft, en zich geleidelijk meer gaat gedragen naar zijn geweten (of zich juist openlijk gewetenloos opstelt), waarbij hij in de zelfde mate van geleidelijkheid zijn macht verliest.
Weishaupt bewoog zich in kringen van de meest invloedrijke figuren uit zijn tijd. In de hoogste regionen van de Vrijmetselarij, waarvan hijzelf ook lid was, kwam hij in aanraking met topmensen uit de politiek, de handel en de bancaire wereld. Zo verzamelde hij een elitaire groep om zich heen. Samen met hen ontwikkelde Weishaupt (op basis van zijn ideeën) een systeem dat puur gebaseerd was op rationaliteit, en niets anders nastreefde dan pure, ongefilterde macht, zonder de hierboven genoemde valkuilen. Macht die systematisch zou groeien en logischerwijs uiteindelijk zou resulteren in totale macht over de totale wereld. Deze macht zou in handen zijn van een kleine super-elite. De machtstructuur zou (als het plan consequent ten uitvoer gebracht zou worden) ook oneindig zijn in tijd, en zou dus altijd blijven bestaan.
Het systeem van Weishaupt en zijn club vond wereldwijd al snel gehoor bij de top-elite die hierin kansen zag om haar eigen positie te versterken. Het zou de architectuur van macht voorgoed veranderen.
De gedachte was dat, om het doel te bereiken (oneindige macht, zowel in omvang als in tijd) , de machthebbers of degenen die de macht nastreefden moesten afzien van ijdelheid en ethiek.
-IJdelheid.
Om het behoud van de macht te waarborgen, moeten de werkelijke machthebbers onzichtbaar zijn. Ze mogen nooit pronken met hun macht, niemand mag weten dat zij de machthebbers zijn, beter nog: niemand mag weten dat ze bestaan. Op die manier kunnen ze nooit het doelwit worden van opstanden, en dus ook nooit van hun positie verstoten worden.
Omdat het volk in haar perceptie, macht altijd associeert met één of enkele personen, moet de macht een gezicht krijgen voor de buitenwereld. Een gezicht dat inwisselbaar is en van wie de bevolking denkt dat het van de werkelijke machthebber is. Een steeds wisselend gezicht waarin de bevolking na verloop van tijd haar vertrouwen zou verliezen, en dat dan vervangen zou worden door een ander gezicht.
Hiermee werd de basis gelegd voor de moderne ‘democratieën’. Door het volk zelf te laten kiezen (in een vastgestelde frequentie) voor de nieuwe ‘machthebber’, zou het volk een gevoel van vrijheid ervaren en dat zou gunstig zijn om opstanden te voorkomen. Wanneer het volk ontevreden zou worden, wat na verloop van tijd altijd zou gebeuren, dan koos het gewoon een ander gezicht, en dan had het weer even hoop op verbetering, waarna de teleurstelling zou leiden tot het kiezen van weer een ander gezicht enzovoort. Op deze manier zou de werkelijke en onzichtbare machthebber zijn handen vrij hebben en onaantastbaar zijn. Zolang hij zich niet zou laten verleiden tot de ijdelheid om zijn macht te etaleren.
-Ethiek
Om pure, onverdunde macht te verkrijgen en te behouden, mag het geweten van de machthebber geen enkele rol spelen. Er mag geen enkel ander ideaal aan ten grondslag liggen dan de macht zelf. De mate waarin gedood en gestolen moet worden, wordt uitsluitend bepaald door het effect dat deze zaken hebben op het uitbreiden en voortduren van die macht. Of het nou gaat om het doden van enkele mensen, of miljoenen, het enige criterium is het effect op de mate van macht.
Omdat Weishaupt en zijn kring ook mensen waren (dat wisten ze zelf ook), en dus een geweten hadden, moesten ze zichzelf conditioneren zodat ze zich konden losmaken van de beperkingen die dat geweten opwierp. Hiervoor gebruikten ze het systeem van tegengestelde krachten.
Om het geweten onschadelijk te maken, moesten er tegenpolen komen voor de universele ethische waarden: ‘Gij zult niet stelen’ en ‘Gij zult niet doden’.
Voor de eerste waarde (stelen) bedacht men: de verering van kapitaal. Kapitaal boven eigendom. Het kapitalistische systeem gaat ervan uit dat de meest succesvolle het recht heeft om zich eigendom toe te eigenen dat eerst een ander toebehoorde. Dat is diefstal, maar men noemt het ‘verdienen’. Aangezien zij, de machthebbers, het meest succesvol zouden zijn, konden zij zichzelf, in elke mate die het doel (pure macht) zou bevorderen, kapitaal toe-eigenen (stelen/verdienen) zonder zich ethisch bezwaard te voelen (later ondermeer verwoord in ‘Survival of te fittest’- Charles Darwin)’.
Voor de tweede waarde (doden) moest men zichzelf op een andere manier conditioneren. Weishaupt en consorten besloten dat zijzelf de top van de machtspiramide zouden vormen en dat alleen zijzelf zouden beslissen over leven en dood, in welke mate en hoeveelheid dan ook, en dat het enige doel daarvan de onverdunde macht was. Om het geweten uit te schakelen, begonnen ze een cultus van doodsverering. Door de dood een hogere waarde te geven dan het leven, compenseerden ze hun eigen menselijke neiging om te aarzelen bij het doden van grote hoeveelheden mensen. Deze cultus van doodsverering is nu terug te vinden in genootschappen als bijvoorbeeld Skull & Bones, en Bohemian Grove: ‘geheime’ en besloten genootschappen waarin uitsluitend mensen in hoge machtsposities en uitsluitend op uitnodiging kunnen toetreden. Men vindt er alle kopstukken uit het bedrijfsleven, militaire wereld, politiek, en de bancaire wereld.
Weishaupt noemde zijn club (de voorloper op de moderne ‘denktanks’) de Illuminati. Oftewel de Verlichten. Verlicht zoals ‘verlicht’ in tegenstelling tot ‘bezwaard’. Dus niet bezwaard om te doden en te stelen om pure macht te vergaren. Deze orde der Illuminatie werd opgericht op 1 mei 1776, en een paar jaar later verboden. Het streven van het genootschap ging echter onverminderd door, nu zonder naam, en dat was in het kader van de theorie alleen maar een voordeel aangezien een genootschap zonder naam en zonder gezicht niet bestreden kon worden. Wel bediende het genootschap zich van occulte symboliek. Occult wil zeggen ‘verborgen’ en dus alleen te begrijpen door ingewijden. Als symbool werd gekozen voor de afbeelding van een piramide waarvan de punt enigszins boven de rest van de piramide zweeft, en voorzien is van een alziend oog.
Het symbool van de piramide werd niet zomaar gekozen. Deze piramide gaf de machtstructuur aan, die Weishaupt en zijn club voor ogen hadden. De gehele maatschappij zou moeten worden ingericht naar de vorm van een piramide, waarbij de absolute machthebbers (zijzelf) zich zouden bevinden in de punt, en alziend en alwetend zouden zijn. Direct daaronder zou er een compartiment zijn dat iets breder is en zou bestaan uit mensen die door de top zouden worden toegelaten in hoge machtposities, en die een groot deel van de agenda zouden kennen, maar niet alles. Deze groep moest hoofdzakelijk gewetenloos zijn, maar niet helemaal, en moest dus enigszins geloven in een ideologie. Met iedere stap naar een lager en dus breder compartiment van de piramide, neemt het aantal personen toe en de macht daarvan af. Daarmee neemt ook de kennis van de werkelijke agenda af, met daaraan gekoppeld een toenemend geloof in de aangeboden ideologie (bijv. democratie). In de laagste compartimenten bevindt zich het volk dat geen enkele kennis heeft van de agenda, dat volledig gelooft in de ideologie en dat denkt voor zichzelf te werken of voor een ‘goede zaak’, maar dat in werkelijkheid werkt voor de voltooiing van de agenda, zonder dat het volk dat zelf weet.
Deze piramidestructuur vinden we tegenwoordig in elke grote organisatie. Een bank bijvoorbeeld. Een baliemedewerker van een bank heeft geen enkel idee van de agenda van employees die in aanmerking komen voor de beruchte bonussen, en deze groep heeft op haar beurt weer geen enkel idee van de werkelijke agenda van de directie, die op haar beurt weer weinig idee heeft van de werkelijke agenda van de top van de centrale banken. In het Engels heet dat: compartmentalisation, wat een samentrekking is van de woorden ‘compartment’, en ‘mentalisation’.
Ieder bedrijf vormt dus een piramide, en alle bedrijven en instanties ter wereld bij elkaar, vormen samen weer een piramide, met in de top de absolute wereldmacht, die, geheel volgens het systeem van Weishaupt, voor het publiek onzichtbaar is. Presidenten en ministers-presidenten (van wie het volk denkt dat ze de macht hebben), staan hier ruim onder en zijn inwisselbaar. De werkelijke machthebbers (precies volgens Weishaupts plan), zijn niet inwisselbaar en blijven zo in de top van de piramide.
De afbeelding van deze piramide (het symbool van de Illuminati) is onder meer te vinden op het huidige biljet van 1 dollar. In de voet van de piramide staat het oprichtingsjaar van de Illuminati -1776- in Romeinse cijfers. Verder zijn er de Latijnse teksten:
Annuit Coeptis, wat zoiets wil zeggen als: ‘onze missie is geslaagd’, en Novus Ordo Seclorum, wat betekent: ‘Nieuwe Wereldlijke Orde’, tegenwoordig meestal vertaald in ‘New World Order’.
Het plan van Weishaupt en zijn club was uitermate doordacht, en de praktijk heeft bewezen dat het precies zo werkt als het bedacht was. Het plan gaat ervan uit dat het nooit ontmaskerd kan worden, aangezien de enkeling die het doorziet, onmiddellijk zal worden teruggefloten door zijn omgevingsgenoten die zich in hetzelfde compartiment van de piramide bevinden. Hij zal worden teruggefloten omdat hij een bedreiging zal vormen voor het geloofsysteem dat gangbaar is in dat compartiment: de norm.
Mensen die zich hoger in de piramide bevinden zijn meer op de hoogte van de agenda, en zouden dus een gevaar kunnen vormen, maar doen dat niet vanwege het proces van natuurlijke selectie. Slechts diegenen met een beperkt geweten, kunnen zich opwerken in de piramide, en bovendien zijn de beloningen voor een hogere positie in de piramide zodanig groot, dat het belang om zichzelf te handhaven groter is dan de roep van het geweten (zie de bonusstructuur bij banken).
De enige achilleshiel van het piramidesysteem bevindt zich (net als bij Achilles zelf) aan de onderkant. Daarin leeft het overgrote deel van de bevolking, en alleen al door haar aantal vertegenwoordigt deze groep een enorme macht. Deze massa moet dus voortdurend onder controle gehouden worden om de voorkomen dat ze ‘wakker wordt’.
Door deze groep onderling te verdelen, fragmenteert haar kracht en neemt daarmee in gevaar af. Deze verdeling wordt bereikt door onder de bevolking min of meer fictieve groeperingen te creëren, en de perceptie hiervan zodanig te sturen dat deze groepen elkaar als vijand beschouwen en zich door elkaar bedreigd voelen. De bevolking zal dan vanzelf om bescherming vragen en daarvoor aan de machthebber meer zeggenschap geven in de veronderstelling door die machthebber beschermd te worden. Dat gaat ten koste gaat van de vrijheid van de bevolking, en is daarmee ten bate van de macht.
Om dit doel te bereiken moet de informatiestroom beheerst worden om daarmee de perceptie van de bevolking te kunnen bepalen.
Daarnaast moet de bevolking zo arm mogelijk gehouden worden waardoor de aandacht totaal wordt opgeslokt door werk, geld(problemen) en het gevecht voor overleving. De vruchten van de arbeid van de bevolking, mogen in geen geval bij die bevolking zelf terecht komen, aangezien dat tot financiële, materiële en mentale vrijheid zou leiden. En die vrijheid zou de percipieerde noodzaak voor leiderschap verminderen en daarmee dus het bestaansrecht van de leiders ondermijnen. De bevolking zal dus voortdurend veel harder moeten werken dan feitelijk nodig is. Hierdoor wordt natuurlijk ook veel meer geproduceerd dan bruikbaar is. Deze productie moet dus worden vernietigd. Hiervoor bestaan twee instrumenten: oorlog en belasting.
-Belasting
De arbeid van de bevolking wordt gewaardeerd in geld. Geld maakt de talenten en inspanningen van mensen uitwisselbaar. Wanneer iemand voor 100 geldeenheden (euro, dollar) arbeid verricht, zou hij daarvoor in principe ook weer voor 100 eenheden (euro, dollar) aan arbeid van een ander moeten kunnen terugkopen. Door van die 100 er 50 aan belasting te vorderen, verdampt dus de helft van zijn arbeid.
Belasting wordt geheven op basis van angst, bijvoorbeeld: ‘als jullie niet betalen, dan kunnen we de orde niet handhaven en dan vallen jullie ten prooi aan criminelen’ of ‘als jullie niet betalen, warmt de aarde op en dan zal jullie land overstromen’ of ‘als jullie niet betalen zijn jullie asociaal, en stoppen we je in de gevangenis’ etc. Dit systeem ontneemt de bevolking dus gedeeltelijk (in dezelfde verhouding als het percentage aan belasting) de toegang tot de producten die ze zelf geproduceerd heeft. Wel blijft de materiële overproductie op deze manier bestaan. De oplossing hiervoor is oorlog.
-Oorlog
Oorlog dient twee doelen: één daarvan is angst zaaien, waardoor de bevolking om bescherming vraagt en bereid is te betalen voor een leger of om zelf deel uit te maken van dat leger.
Maar een ander belangrijk doel is: het vernietigen van (de resultaten van) arbeid (producten). Zo wordt voorkomen dat die producten bij de bevolking terechtkomen en dat dit zal leiden tot (meer) financiële vrijheid van die bevolking.
Dit vernietigen gebeurt zowel voor de oorlog, als tijdens de oorlog, als na de oorlog. Voor de oorlog vindt die vernietiging plaats door het produceren van wapens. Deze grote industrie vraagt veel arbeid, en dat is zinloze arbeid, in die zin dat het niet leidt tot het produceren van producten waar de bevolking iets aan zou kunnen hebben. Diegenen die werken aan een vliegdekschip of een tank, kunnen zich gedurende hun inspanning niet inzetten voor zaken die de bevolking ten goede komen, zoals het bouwen van huizen, het maken van voedsel of kleding. Het is dus een efficiënte manier om de resultaten van arbeid te vernietigen.
Tijdens de oorlog vindt de vernietiging plaats door de destructie van arbeid uit het verleden, zoals gebouwen, fabrieken, wegen en infrastructuren, etc. die dan na de oorlog allemaal opnieuw moeten worden opgebouwd.
Verder beperkt het toekomstige productie door het doden van een deel van de beroepsbevolking. Soldaten zijn jonge mensen in de kracht van hun leven, en vormen, buiten oorlogstijd, de kern van de beroepsbevolking. Door deze groep uit te dunnen (laten sneuvelen) in de oorlog, neemt de naoorlogse werkkracht af, en zal de overgebleven bevolking harder moeten werken om het hoofd boven water te houden.
Een bijkomend voordeel van oorlog is dat het veel geld kost en dus leidt tot schuld van alle betrokken partijen. Het geld voor de te voeren oorlog wordt uitgeleend door de machthebbers, en daarmee wordt de afhankelijkheid van alle oorlogvoerende partijen aan die machthebbers groter, hetgeen weer tot meer macht leidt.
Het is dus noodzakelijk om voortdurend oorlogen uit te lokken, te stimuleren en te financieren. Het mooiste zou natuurlijk zijn, een oorlog tegen een fictieve tegenstander. Een oorlog die nooit gewonnen kan worden en dus altijd kan blijven voortduren (‘War on Terror’).
Het is daarbij absoluut noodzakelijk dat de machthebbers in de top van de piramide, de totale zeggenschap hebben over al het geld.
Weishaupt wist dat en betrok vanaf het begin, bankiers bij zijn club. Deze bankiers waren bijzonder geïnteresseerd in de theorieën van Weishaupt, aangezien ze voor zichzelf een toonaangevende rol voorzagen in de nieuwe structuur. In de tijd van Weishaupt was de monetaire macht versnipperd over een groot aantal, veelal kleine banken. Dat maakte het systeem onbestuurbaar voor de machthebbers. Door de oprichting van de centrale banken waarbinnen zich het totale monopolie over het totale monetaire systeem bevindt, is deze macht gecentraliseerd en is dat probleem oplost.
De implementatie hiervan vond haar rechtvaardiging in een serie economische crises die hiervoor speciaal door de top van de piramide waren opgezet. De bevolking leed grote armoede en riep om een oplossing. Die werd geboden in de centralisatie van de bancaire en financiële macht onder het motto: ‘Dit mag nooit meer gebeuren’. Precies zoals het nu gebeurt met de huidige crisis, die de bancaire macht verder zal centraliseren door het laten ‘omvallen’ van banken, waardoor er in aantal minder overblijven ( =centraliseren van macht) en waardoor extra toezicht (= macht) wordt gerechtvaardigd.
Met bovenstaande instrumenten wordt het de bevolking zo moeilijk mogelijk (zo niet onmogelijk) gemaakt om haar krachten te bundelen en een gevaar te vormen voor de top van de piramide.
Dit alles heeft de uitvoering van Weishaupts plan mogelijk gemaakt. Het plan dat inderdaad heeft geleid tot een steeds groeiende, verborgen macht. Macht waarvan de omvang op dit moment het einddoel (de totale macht) benadert. Pas als dit doel bereikt is, zal de ware aard van het spel en haar bedoelingen niet meer verborgen zijn, en zal de bevolking kennis maken met het desastreuze gevolg: de totalitaire wereldstaat waarin de bevolking in totale slavernij zal moeten leven.
Of Weishaupts voorspelling, dat deze macht eeuwig zou duren, zal uitkomen, moet nog blijken.
Zoals George Orwell zei: de enige kans voor het doorbreken van de macht ligt bij de proles (het ‘gewone volk’). Maar daarvoor moet het volk zich eerst bewust worden van het spel. Pas dan kunnen de mensen een keuze maken om het spel niet meer mee te spelen waardoor het brede fundament (de onderste laag) van de piramide zal afbrokkelen. En daarmee zal de gehele piramide instorten.
Pieter Stuurman
Mensen die zich hoger in de piramide bevinden zijn meer op de hoogte van de agenda, en zouden dus een gevaar kunnen vormen, maar doen dat niet vanwege het proces van natuurlijke selectie. Slechts diegenen met een beperkt geweten, kunnen zich opwerken in de piramide, en bovendien zijn de beloningen voor een hogere positie in de piramide zodanig groot, dat het belang om zichzelf te handhaven groter is dan de roep van het geweten (zie de bonusstructuur bij banken).
De enige achilleshiel van het piramidesysteem bevindt zich (net als bij Achilles zelf) aan de onderkant. Daarin leeft het overgrote deel van de bevolking, en alleen al door haar aantal vertegenwoordigt deze groep een enorme macht. Deze massa moet dus voortdurend onder controle gehouden worden om de voorkomen dat ze ‘wakker wordt’.
Door deze groep onderling te verdelen, fragmenteert haar kracht en neemt daarmee in gevaar af. Deze verdeling wordt bereikt door onder de bevolking min of meer fictieve groeperingen te creëren, en de perceptie hiervan zodanig te sturen dat deze groepen elkaar als vijand beschouwen en zich door elkaar bedreigd voelen. De bevolking zal dan vanzelf om bescherming vragen en daarvoor aan de machthebber meer zeggenschap geven in de veronderstelling door die machthebber beschermd te worden. Dat gaat ten koste gaat van de vrijheid van de bevolking, en is daarmee ten bate van de macht.
Om dit doel te bereiken moet de informatiestroom beheerst worden om daarmee de perceptie van de bevolking te kunnen bepalen.
Daarnaast moet de bevolking zo arm mogelijk gehouden worden waardoor de aandacht totaal wordt opgeslokt door werk, geld(problemen) en het gevecht voor overleving. De vruchten van de arbeid van de bevolking, mogen in geen geval bij die bevolking zelf terecht komen, aangezien dat tot financiële, materiële en mentale vrijheid zou leiden. En die vrijheid zou de percipieerde noodzaak voor leiderschap verminderen en daarmee dus het bestaansrecht van de leiders ondermijnen. De bevolking zal dus voortdurend veel harder moeten werken dan feitelijk nodig is. Hierdoor wordt natuurlijk ook veel meer geproduceerd dan bruikbaar is. Deze productie moet dus worden vernietigd. Hiervoor bestaan twee instrumenten: oorlog en belasting.
-Belasting
De arbeid van de bevolking wordt gewaardeerd in geld. Geld maakt de talenten en inspanningen van mensen uitwisselbaar. Wanneer iemand voor 100 geldeenheden (euro, dollar) arbeid verricht, zou hij daarvoor in principe ook weer voor 100 eenheden (euro, dollar) aan arbeid van een ander moeten kunnen terugkopen. Door van die 100 er 50 aan belasting te vorderen, verdampt dus de helft van zijn arbeid.
Belasting wordt geheven op basis van angst, bijvoorbeeld: ‘als jullie niet betalen, dan kunnen we de orde niet handhaven en dan vallen jullie ten prooi aan criminelen’ of ‘als jullie niet betalen, warmt de aarde op en dan zal jullie land overstromen’ of ‘als jullie niet betalen zijn jullie asociaal, en stoppen we je in de gevangenis’ etc. Dit systeem ontneemt de bevolking dus gedeeltelijk (in dezelfde verhouding als het percentage aan belasting) de toegang tot de producten die ze zelf geproduceerd heeft. Wel blijft de materiële overproductie op deze manier bestaan. De oplossing hiervoor is oorlog.
-Oorlog
Oorlog dient twee doelen: één daarvan is angst zaaien, waardoor de bevolking om bescherming vraagt en bereid is te betalen voor een leger of om zelf deel uit te maken van dat leger.
Maar een ander belangrijk doel is: het vernietigen van (de resultaten van) arbeid (producten). Zo wordt voorkomen dat die producten bij de bevolking terechtkomen en dat dit zal leiden tot (meer) financiële vrijheid van die bevolking.
Dit vernietigen gebeurt zowel voor de oorlog, als tijdens de oorlog, als na de oorlog. Voor de oorlog vindt die vernietiging plaats door het produceren van wapens. Deze grote industrie vraagt veel arbeid, en dat is zinloze arbeid, in die zin dat het niet leidt tot het produceren van producten waar de bevolking iets aan zou kunnen hebben. Diegenen die werken aan een vliegdekschip of een tank, kunnen zich gedurende hun inspanning niet inzetten voor zaken die de bevolking ten goede komen, zoals het bouwen van huizen, het maken van voedsel of kleding. Het is dus een efficiënte manier om de resultaten van arbeid te vernietigen.
Tijdens de oorlog vindt de vernietiging plaats door de destructie van arbeid uit het verleden, zoals gebouwen, fabrieken, wegen en infrastructuren, etc. die dan na de oorlog allemaal opnieuw moeten worden opgebouwd.
Verder beperkt het toekomstige productie door het doden van een deel van de beroepsbevolking. Soldaten zijn jonge mensen in de kracht van hun leven, en vormen, buiten oorlogstijd, de kern van de beroepsbevolking. Door deze groep uit te dunnen (laten sneuvelen) in de oorlog, neemt de naoorlogse werkkracht af, en zal de overgebleven bevolking harder moeten werken om het hoofd boven water te houden.
Een bijkomend voordeel van oorlog is dat het veel geld kost en dus leidt tot schuld van alle betrokken partijen. Het geld voor de te voeren oorlog wordt uitgeleend door de machthebbers, en daarmee wordt de afhankelijkheid van alle oorlogvoerende partijen aan die machthebbers groter, hetgeen weer tot meer macht leidt.
Het is dus noodzakelijk om voortdurend oorlogen uit te lokken, te stimuleren en te financieren. Het mooiste zou natuurlijk zijn, een oorlog tegen een fictieve tegenstander. Een oorlog die nooit gewonnen kan worden en dus altijd kan blijven voortduren (‘War on Terror’).
Het is daarbij absoluut noodzakelijk dat de machthebbers in de top van de piramide, de totale zeggenschap hebben over al het geld.
Weishaupt wist dat en betrok vanaf het begin, bankiers bij zijn club. Deze bankiers waren bijzonder geïnteresseerd in de theorieën van Weishaupt, aangezien ze voor zichzelf een toonaangevende rol voorzagen in de nieuwe structuur. In de tijd van Weishaupt was de monetaire macht versnipperd over een groot aantal, veelal kleine banken. Dat maakte het systeem onbestuurbaar voor de machthebbers. Door de oprichting van de centrale banken waarbinnen zich het totale monopolie over het totale monetaire systeem bevindt, is deze macht gecentraliseerd en is dat probleem oplost.
De implementatie hiervan vond haar rechtvaardiging in een serie economische crises die hiervoor speciaal door de top van de piramide waren opgezet. De bevolking leed grote armoede en riep om een oplossing. Die werd geboden in de centralisatie van de bancaire en financiële macht onder het motto: ‘Dit mag nooit meer gebeuren’. Precies zoals het nu gebeurt met de huidige crisis, die de bancaire macht verder zal centraliseren door het laten ‘omvallen’ van banken, waardoor er in aantal minder overblijven ( =centraliseren van macht) en waardoor extra toezicht (= macht) wordt gerechtvaardigd.
Met bovenstaande instrumenten wordt het de bevolking zo moeilijk mogelijk (zo niet onmogelijk) gemaakt om haar krachten te bundelen en een gevaar te vormen voor de top van de piramide.
Dit alles heeft de uitvoering van Weishaupts plan mogelijk gemaakt. Het plan dat inderdaad heeft geleid tot een steeds groeiende, verborgen macht. Macht waarvan de omvang op dit moment het einddoel (de totale macht) benadert. Pas als dit doel bereikt is, zal de ware aard van het spel en haar bedoelingen niet meer verborgen zijn, en zal de bevolking kennis maken met het desastreuze gevolg: de totalitaire wereldstaat waarin de bevolking in totale slavernij zal moeten leven.
Of Weishaupts voorspelling, dat deze macht eeuwig zou duren, zal uitkomen, moet nog blijken.
Zoals George Orwell zei: de enige kans voor het doorbreken van de macht ligt bij de proles (het ‘gewone volk’). Maar daarvoor moet het volk zich eerst bewust worden van het spel. Pas dan kunnen de mensen een keuze maken om het spel niet meer mee te spelen waardoor het brede fundament (de onderste laag) van de piramide zal afbrokkelen. En daarmee zal de gehele piramide instorten.
Pieter Stuurman