Hoe beter je kijkt, of eigenlijk moet ik zeggen: hoe beter je je best doet om te kijken, hoe meer je waarneemt dat de wereld om ons heen, en de manier waarop wij die wereld ingericht hebben, gebaseerd is op een groot aantal aannames.
Eén van de aannames die zich het meest manifesteert in de inrichting van de mensheid, is de aanname dat ons bestaansrecht bevochten dient te worden. Dat ons individuele bestaansrecht alleen veilig te stellen is door middel van concurrentie. Dat geldt niet alleen in economische zin, maar voor alle aspecten van het bestaan. Dus niet alleen voor het vergaren van geld en bezit, maar bijvoorbeeld ook voor ideeën en gedachten. Ideeën en gedachten die voor ons alleen waarde lijken te krijgen als anderen het met ons eens zijn. Als we “gelijk” krijgen. Dat is de reden waarom mensen elkaar op internetfora de tent uit vechten. Pas wanneer ons eigen denkbeeld de “winnaar” is (wanneer we “gelijk” krijgen), dan pas kunnen we er blijkbaar zelf op vertrouwen.
Concurrentie is de basis waarop onze samenleving gebouwd is. En concurrentie is goed. Tenminste: dat zeggen de economen. En dat kun je die economen natuurlijk niet kwalijk nemen. Ze herhalen gewoon netjes wat ze op school geleerd hebben, en zelfs de routine van het herhalen zelf, hebben ze op school geleerd. En waarom zouden ze het ook niet zeggen: hun visie is de algemeen geaccepteerde visie, en dus hebben ze “gelijk”. En dat gelijk geeft ze een concurrentievoorsprong op de dommertjes die niet gestudeerd hebben, en dus ook nooit gelijk kunnen hebben.
Dus neemt bijna iedereen aan dat concurrentie onvermijdelijk is, en zelfs goed. De economen hebben immers gelijk, en mochten ze geen gelijk hebben, wie zijn wij dan om te zeggen dat wij wel gelijk hebben? En zo blijft alles lekker veilig bij het oude. Zelfs als dat oude niet meer werkt.
De wereld van nu is dus gebaseerd op concurrentie. Op het idee dat iedereen zijn bestaansrecht moet bevechten. En zoals dat gaat met vechten: om te vechten heb je een tegenstander nodig. Wil je door vechten je bestaansrecht winnen, dan zul je een ander moeten verslaan. Jouw bestaansrecht moet je immers van een ander afnemen. Je kunt alleen meer geld en bezit vergaren door sterker, slimmer, intelligenter, doortrapter of handiger te zijn dan een ander. Want die ander wil ook meer geld en bezit. Als jij niet handiger bent dan hij, dan gaat hij ermee vandoor. Doordat jij anderen bevecht, zullen anderen jou bevechten, waardoor jij harder zult moeten vechten, waardoor zij harder zullen vechten, waardoor jij nog harder zult moeten vechten etc. Een mechanisme dat zichzelf aandrijft.
Het gevolg is dan natuurlijk wel dat, wanneer jij succesvol bent en daarmee meer verworvenheden verkregen hebt, dit ten koste gaat van het welzijn van de ander. Het gaat met jou beter, en dus met de ander slechter. En dat het met die ander slechter gaat is jouw schuld. Daar willen we natuurlijk liever niet aan denken, dus zeggen we: dan had hij maar beter zijn best moeten doen, of slimmer moeten zijn. En zo hebben we geen last van schuldgevoelens. Maar, ook al kennen we de benadeelde meestal niet persoonlijk, het blijft jouw schuld. Schuld waarvan de gevolgen door de verliezer gedragen worden.
Ook in economische zin, als het dus om geld gaat, werkt het concurrentiesysteem zo: de één zijn rijkdom, is de ander zijn schuld. Een systeem dat is gebaseerd op concurrentie resulteert in schuld. In iedere zin van het woord. Bovendien staat in zo’n systeem het belang van het individu voorop. Wat er met anderen gebeurt, en dus met het collectief, is ondergeschikt aan het eigen belang. En we denken dat we geen andere keuze hebben, want anders loopt de concurrent ermee weg.
We nemen aan dat het bestaande systeem het enig mogelijke systeem is. En dat doen we omdat we er waarde aan hechten. We denken dat het systeem ons iets oplevert. Zelfs als het systeem veel meer negatieve aspecten met zich meebrengt dan positieve, dan nog willen we er liever geen afstand van doen. We vrezen dat, wanneer we er afstand van zouden doen, de positieve aspecten (ook al zijn het er nog zo weinig) zullen wegvallen, en alleen de negatieve zullen overblijven. Dus zeggen we tegen onszelf: het is inderdaad niet allemaal koek en ei, maar het kan nou eenmaal niet anders.
Eén van de aannames die zich het meest manifesteert in de inrichting van de mensheid, is de aanname dat ons bestaansrecht bevochten dient te worden. Dat ons individuele bestaansrecht alleen veilig te stellen is door middel van concurrentie. Dat geldt niet alleen in economische zin, maar voor alle aspecten van het bestaan. Dus niet alleen voor het vergaren van geld en bezit, maar bijvoorbeeld ook voor ideeën en gedachten. Ideeën en gedachten die voor ons alleen waarde lijken te krijgen als anderen het met ons eens zijn. Als we “gelijk” krijgen. Dat is de reden waarom mensen elkaar op internetfora de tent uit vechten. Pas wanneer ons eigen denkbeeld de “winnaar” is (wanneer we “gelijk” krijgen), dan pas kunnen we er blijkbaar zelf op vertrouwen.
Concurrentie is de basis waarop onze samenleving gebouwd is. En concurrentie is goed. Tenminste: dat zeggen de economen. En dat kun je die economen natuurlijk niet kwalijk nemen. Ze herhalen gewoon netjes wat ze op school geleerd hebben, en zelfs de routine van het herhalen zelf, hebben ze op school geleerd. En waarom zouden ze het ook niet zeggen: hun visie is de algemeen geaccepteerde visie, en dus hebben ze “gelijk”. En dat gelijk geeft ze een concurrentievoorsprong op de dommertjes die niet gestudeerd hebben, en dus ook nooit gelijk kunnen hebben.
Dus neemt bijna iedereen aan dat concurrentie onvermijdelijk is, en zelfs goed. De economen hebben immers gelijk, en mochten ze geen gelijk hebben, wie zijn wij dan om te zeggen dat wij wel gelijk hebben? En zo blijft alles lekker veilig bij het oude. Zelfs als dat oude niet meer werkt.
De wereld van nu is dus gebaseerd op concurrentie. Op het idee dat iedereen zijn bestaansrecht moet bevechten. En zoals dat gaat met vechten: om te vechten heb je een tegenstander nodig. Wil je door vechten je bestaansrecht winnen, dan zul je een ander moeten verslaan. Jouw bestaansrecht moet je immers van een ander afnemen. Je kunt alleen meer geld en bezit vergaren door sterker, slimmer, intelligenter, doortrapter of handiger te zijn dan een ander. Want die ander wil ook meer geld en bezit. Als jij niet handiger bent dan hij, dan gaat hij ermee vandoor. Doordat jij anderen bevecht, zullen anderen jou bevechten, waardoor jij harder zult moeten vechten, waardoor zij harder zullen vechten, waardoor jij nog harder zult moeten vechten etc. Een mechanisme dat zichzelf aandrijft.
Het gevolg is dan natuurlijk wel dat, wanneer jij succesvol bent en daarmee meer verworvenheden verkregen hebt, dit ten koste gaat van het welzijn van de ander. Het gaat met jou beter, en dus met de ander slechter. En dat het met die ander slechter gaat is jouw schuld. Daar willen we natuurlijk liever niet aan denken, dus zeggen we: dan had hij maar beter zijn best moeten doen, of slimmer moeten zijn. En zo hebben we geen last van schuldgevoelens. Maar, ook al kennen we de benadeelde meestal niet persoonlijk, het blijft jouw schuld. Schuld waarvan de gevolgen door de verliezer gedragen worden.
Ook in economische zin, als het dus om geld gaat, werkt het concurrentiesysteem zo: de één zijn rijkdom, is de ander zijn schuld. Een systeem dat is gebaseerd op concurrentie resulteert in schuld. In iedere zin van het woord. Bovendien staat in zo’n systeem het belang van het individu voorop. Wat er met anderen gebeurt, en dus met het collectief, is ondergeschikt aan het eigen belang. En we denken dat we geen andere keuze hebben, want anders loopt de concurrent ermee weg.
We nemen aan dat het bestaande systeem het enig mogelijke systeem is. En dat doen we omdat we er waarde aan hechten. We denken dat het systeem ons iets oplevert. Zelfs als het systeem veel meer negatieve aspecten met zich meebrengt dan positieve, dan nog willen we er liever geen afstand van doen. We vrezen dat, wanneer we er afstand van zouden doen, de positieve aspecten (ook al zijn het er nog zo weinig) zullen wegvallen, en alleen de negatieve zullen overblijven. Dus zeggen we tegen onszelf: het is inderdaad niet allemaal koek en ei, maar het kan nou eenmaal niet anders.
Maar wat als we ons nou eens (bij wijze van experiment) een voorstelling zouden maken van een ander systeem. Een systeem dat niet gebaseerd is op de noodzaak het eigen bestaansrecht te bevechten, maar op het idee dat het bestaansrecht te verdienen is? Een bestaansrecht dat door anderen verleend wordt op basis van de waardering die zij hebben voor jouw bijdragen, in plaats van bestaansrecht dat door anderen afgenomen wordt door jou te beconcurreren. Een bestaanrecht dat niet gebaseerd is op concurrentie en vijandschap, maar op bijdrage en waardering.
Ik hoor mensen al roepen: ‘daar heb je hem weer met zijn onrealistische, utopische ideeën! Kom toch eens terug van die wolk, en ga met je poten op de grond staan!’
Het punt is: ik sta met mijn poten op de grond. Het enige dat ik wil doen, is het afschudden van een bestaande overtuiging. Een geloof dat net zoveel op illusies gebaseerd is als welke utopie ook. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit geloof juist is. We hebben immers nog nooit iets anders serieus overwogen, laat staan dat we het uitgeprobeerd hebben. De waarde die we aan het bestaande systeem hechten is gebaseerd op een illusie. Net zoals de waarde die we aan geld hechten, gebaseerd is op een illusie. Een illusie overigens waarvan dankbaar misbruik gemaakt wordt door enkelen.
Dus, als we de moed zouden hebben om die illusie eens even los te laten, wat zouden we dan voor alternatief kunnen zien?
Wat als we een systeem zouden hebben dat het collectief op de eerste plaats zet, in plaats van het individu? Een systeem dat in de eerste plaats een mooie samenleving oplevert. Een mooie, veilige, welvarende en prettige samenleving waar iedereen profijt van heeft. Een samenleving waarvan iedereen elke dag de voordelen ervaart, en waartoe iedereen dus graag toegang heeft. Toegang die je verkrijgt als je een bijdrage levert aan die samenleving. Een bijdrage die door de anderen gewaardeerd wordt. En waaraan iedereen daarom graag een zinvolle bijdrage zal willen leveren. En zo wordt die samenleving steeds mooier. Waardoor iedereen er nog meer waarde aan hecht.
Denk nou niet dat dit alleen op een andere planeet mogelijk zou zijn. Zulke systemen bestaan namelijk al. Gewoon, hier op aarde. Het is bijvoorbeeld het systeem van de kleine traditionele gemeenschappen. Ik heb in mijn leven veel tijd doorgebracht op de kleine Griekse eilanden. En op die eilanden leven kleine hechte gemeenschappen. Meestal bestaat daar geen enkele vorm van merkbaar gezag; er is geen politie, en er is nauwelijks invloed van de centrale regering. Mensen regelen de dingen zelf.
Iedereen levert daar een bijdrage aan de gemeenschap. En die bijdrage levert waardering op van de anderen. De gemeenschap wordt door iedereen gezien als zeer waardevol, en dat is hij natuurlijk ook want iedereen heeft er voordeel bij. Iemand die heel veel waardering krijgt van de anderen omdat zijn bijdragen zeer waardevol zijn, kan rekenen op veel toegang tot die voordelen. Een hoog gewaardeerd lid van de gemeenschap kan bijvoorbeeld rekenen op hulp en steun van iedereen als hij dat nodig heeft. Bijvoorbeeld als zijn huis afbrandt, dan zal de gehele gemeenschap hem er weer bovenop helpen. Terwijl iemand die de kantjes er vanaf loopt, beduidend minder steun zal ervaren in zo’n situatie. Door de kantjes er vanaf te lopen, draagt hij minder bij aan, én profiteert hij minder van de voordelen van de gemeenschap. Wanneer hij de boel zou verzieken en uit eigenbelang zou frauderen of stelen, dan loopt hij het risico helemaal uitgesloten te worden van de voordelen van het collectief. En dat is een klein voordeel niet waard. Daarom bestaat er in die gemeenschappen geen criminaliteit. En om diezelfde reden is iedereen gemotiveerd om een zinvolle bijdrage te leveren aan die gemeenschap. Daarmee wordt niet alleen het eigen belang gediend, maar door al die zinvolle bijdragen wordt het collectief steeds waardevoller, en daarmee groeit dus ook de mogelijkheid om daarvan te profiteren, en dus ook de motivatie om er nog meer aan bij te dragen etc. Een mechanisme dat zichzelf aandrijft.
Dit systeem is mogelijk omdat iedereen elkaar kent. Omdat iedereen weet welke bijdragen er door iedereen geleverd zijn. Het systeem is gebaseerd op sociale verbondenheid, in plaats van verdeling. Het is gebaseerd op bestaansrecht verdienen, in plaats van bestaansrecht bevechten. Het is gebaseerd op elkaar bestaansrecht geven, in plaats van elkaar bestaansrecht afnemen. Het is gebaseerd op gunnen, in plaats van concurreren. Het is gebaseerd op opgebouwd krediet (in de ruimste zin van het woord), in plaats van opgebouwde schuld (in elke zin van het woord).
En omdat het collectief als geheel op deze manier steeds meer waarde krijgt, en dus krediet opbouwt, staat het in schril contrast tot het concurrentiesysteem waarbij het collectief als geheel juist steeds minder waarde krijgt, en steeds dieper gebukt gaat onder opbouwende schuld. En dat is hier momenteel voor iedereen pijnlijk waarneembaar.
En bovendien: het is een systeem dat zichzelf regelt. Er is geen enkele centrale autoriteit voor nodig om de boel te besturen. Er is geen regering nodig met regels en wetten. Geen politie, want er is geen criminaliteit. Een dief straft zichzelf. Hij zal worden uitgesloten door het collectief, in plaats van ingesloten door de politie. Het systeem werkt zonder gezag. Ook dit in schril contrast tot het concurrentiesysteem van “ieder voor zich”, waarbij een sterk gezag nodig is om alle geschillen te beslechten en om criminaliteit te beperken. Gezag dat door haar macht en de daaruit voortvloeiende dwang, over het algemeen meer bedreiging dan bescherming oplevert.
Nou zou je dus kunnen zeggen dat dit idee utopisch is omdat het alleen werkt in kleine gemeenschappen waar iedereen elkaar kent, en we wonen nou eenmaal niet meer in kleine gemeenschappen. En dat is natuurlijk zo. Maar dan hebben we geen rekening gehouden met het menselijk vernuft. De kleine gemeenschappen zijn verdwenen onder de invloed van de moderne technologie, maar het is juist die technologie die ons momenteel een mogelijkheid biedt om ons weer met elkaar te verbinden. En dat is internet.
Precies op deze manier werkt namelijk een van de meest succesvolle internetgemeenschappen: Ebay*. De Ebay gemeenschap bestaat wereldwijd momenteel uit meer dan 180 miljoen leden die elkaar in de regel niet persoonlijk kennen. Toch kunnen de leden ongelimiteerd met elkaar handelen, zonder dat er sprake is van een sterke centrale autoriteit. En dat komt omdat de leden ervan elkaar letterlijk en figuurlijk waarderen.
Ebay biedt de deelnemers grote voordelen. In veel landen zijn zowel veel particulieren als detaillisten helemaal overgegaan op handelen via Ebay. En dat doen ze omdat het systeem voordelen biedt waar ze graag van profiteren. De leden zijn dus gebaat bij een florerend collectief: Ebay.
Na iedere transactie geven de koper en de verkoper elkaar een waardering: is er netjes op tijd betaald, is er netjes op tijd de afgesproken waar geleverd. Het aantal positieve of negatieve waarderingen dat een verkoper gekregen heeft, is voor iedereen zichtbaar. Verkopers met een hoog percentage positieve waarderingen zijn dus betrouwbaar. En omdat iedereen dat kan zien en omdat iedereen graag van een betrouwbare verkoper koopt, kunnen die betrouwbare verkopers gemakkelijker verkopen. Goed presteren is dus in hun eigen belang, maar daarmee leveren ze ook een bijdrage aan het geheel: de Ebay gemeenschap.
Tegenwoordig hebben vrijwel alle verkopers een score van meer dan 95% positieve waarderingen. En dat is logisch. Mensen met een lagere waardering verkopen niks meer omdat klanten liever kopen bij mensen met een hogere waardering. Slechte verkopers worden zo uitgesloten of worden genoodzaakt om beter hun best te doen, willen ze van het systeem kunnen blijven profiteren. Omdat iedereen daarom beter zijn best doet, krijgt het systeem als geheel steeds meer waarde. En daarom valt er ook steeds meer van te profiteren: mensen ervaren kopen op Ebay steeds meer als prettig en veilig, en daarom komen er steeds meer kopers en dat is dan weer in het voordeel van de verkopers etc. Wie het meest bijdraagt, krijgt de meeste waardering, kan het meest verkopen en profiteert dus het meest. Een mechanisme dat zichzelf aandrijft.
Oplichters ontzeggen zichzelf de toegang tot de voordelen van het systeem, omdat ze zullen worden buitengesloten zodra ze slechte waarderingen krijgen. En zo reguleert een gemeenschap van 180 miljoen mensen (die allemaal iets willen verdienen) zichzelf. Zonder centraal gezag. Het wordt mogelijk omdat mensen elkaar waarderen, in plaats van bevechten.
Als dit met tweedehands spulletjes of handel in kleingoed kan, waarom zou zoiets dan ook niet kunnen met hetgeen waaruit al die artikelen zijn ontstaan: arbeid. Elkaars inspanningen en talenten (waaruit arbeid bestaat), over en weer waarderen op basis van de bijdrage die deze arbeid oplevert. Een bijdrage aan het geheel. Aan de mensheid. En dus aan alle leden ervan. Een mooie inrichting van de mensheid waarvan iedereen profiteert, en waarvan de voordelen, (de arbeid van anderen) meer toegankelijk worden naarmate je zelf meer zinvolle bijdragen levert. Waarvoor iedereen dus zijn best zal doen. Een mensheid en een omgeving die daardoor steeds mooier zal worden, in plaats van steeds lelijker zoals nu. Een omgeving die niet meer geteisterd zal worden door zinloze overproductie en de bijbehorende vervuiling zoals nu. Een omgeving die voor iedereen bestaansrecht zal bieden, simpelweg omdat wij elkaar dat bestaanrecht zullen geven, in plaats van afnemen zoals nu. Een omgeving waarin de bestaande overvloed voor iedereen toegankelijk zal zijn, in plaats van voor enkelen zoals nu.
De technologie is er. Het enige dat we nodig hebben is een handige webdeveloper, en de eerste paar deelnemers. Net zoals Ebay ooit begon met de eerste twee deelnemers: een verkoper en een koper. Ebay waarvan in het begin niemand de voordelen zag (‘dat gaat nooit werken!’), maar dat desondanks in 15 jaar uitgroeide tot wat het nu is.
Wie doet mee?
* Hierop werd ik opmerkzaam gemaakt door Stefan Molyneux. Ziehier wat hij erover te zeggen heeft. De filmpjes op zijn website zijn trouwens allemaal de moeite waard.
Ik hoor mensen al roepen: ‘daar heb je hem weer met zijn onrealistische, utopische ideeën! Kom toch eens terug van die wolk, en ga met je poten op de grond staan!’
Het punt is: ik sta met mijn poten op de grond. Het enige dat ik wil doen, is het afschudden van een bestaande overtuiging. Een geloof dat net zoveel op illusies gebaseerd is als welke utopie ook. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit geloof juist is. We hebben immers nog nooit iets anders serieus overwogen, laat staan dat we het uitgeprobeerd hebben. De waarde die we aan het bestaande systeem hechten is gebaseerd op een illusie. Net zoals de waarde die we aan geld hechten, gebaseerd is op een illusie. Een illusie overigens waarvan dankbaar misbruik gemaakt wordt door enkelen.
Dus, als we de moed zouden hebben om die illusie eens even los te laten, wat zouden we dan voor alternatief kunnen zien?
Wat als we een systeem zouden hebben dat het collectief op de eerste plaats zet, in plaats van het individu? Een systeem dat in de eerste plaats een mooie samenleving oplevert. Een mooie, veilige, welvarende en prettige samenleving waar iedereen profijt van heeft. Een samenleving waarvan iedereen elke dag de voordelen ervaart, en waartoe iedereen dus graag toegang heeft. Toegang die je verkrijgt als je een bijdrage levert aan die samenleving. Een bijdrage die door de anderen gewaardeerd wordt. En waaraan iedereen daarom graag een zinvolle bijdrage zal willen leveren. En zo wordt die samenleving steeds mooier. Waardoor iedereen er nog meer waarde aan hecht.
Denk nou niet dat dit alleen op een andere planeet mogelijk zou zijn. Zulke systemen bestaan namelijk al. Gewoon, hier op aarde. Het is bijvoorbeeld het systeem van de kleine traditionele gemeenschappen. Ik heb in mijn leven veel tijd doorgebracht op de kleine Griekse eilanden. En op die eilanden leven kleine hechte gemeenschappen. Meestal bestaat daar geen enkele vorm van merkbaar gezag; er is geen politie, en er is nauwelijks invloed van de centrale regering. Mensen regelen de dingen zelf.
Iedereen levert daar een bijdrage aan de gemeenschap. En die bijdrage levert waardering op van de anderen. De gemeenschap wordt door iedereen gezien als zeer waardevol, en dat is hij natuurlijk ook want iedereen heeft er voordeel bij. Iemand die heel veel waardering krijgt van de anderen omdat zijn bijdragen zeer waardevol zijn, kan rekenen op veel toegang tot die voordelen. Een hoog gewaardeerd lid van de gemeenschap kan bijvoorbeeld rekenen op hulp en steun van iedereen als hij dat nodig heeft. Bijvoorbeeld als zijn huis afbrandt, dan zal de gehele gemeenschap hem er weer bovenop helpen. Terwijl iemand die de kantjes er vanaf loopt, beduidend minder steun zal ervaren in zo’n situatie. Door de kantjes er vanaf te lopen, draagt hij minder bij aan, én profiteert hij minder van de voordelen van de gemeenschap. Wanneer hij de boel zou verzieken en uit eigenbelang zou frauderen of stelen, dan loopt hij het risico helemaal uitgesloten te worden van de voordelen van het collectief. En dat is een klein voordeel niet waard. Daarom bestaat er in die gemeenschappen geen criminaliteit. En om diezelfde reden is iedereen gemotiveerd om een zinvolle bijdrage te leveren aan die gemeenschap. Daarmee wordt niet alleen het eigen belang gediend, maar door al die zinvolle bijdragen wordt het collectief steeds waardevoller, en daarmee groeit dus ook de mogelijkheid om daarvan te profiteren, en dus ook de motivatie om er nog meer aan bij te dragen etc. Een mechanisme dat zichzelf aandrijft.
Dit systeem is mogelijk omdat iedereen elkaar kent. Omdat iedereen weet welke bijdragen er door iedereen geleverd zijn. Het systeem is gebaseerd op sociale verbondenheid, in plaats van verdeling. Het is gebaseerd op bestaansrecht verdienen, in plaats van bestaansrecht bevechten. Het is gebaseerd op elkaar bestaansrecht geven, in plaats van elkaar bestaansrecht afnemen. Het is gebaseerd op gunnen, in plaats van concurreren. Het is gebaseerd op opgebouwd krediet (in de ruimste zin van het woord), in plaats van opgebouwde schuld (in elke zin van het woord).
En omdat het collectief als geheel op deze manier steeds meer waarde krijgt, en dus krediet opbouwt, staat het in schril contrast tot het concurrentiesysteem waarbij het collectief als geheel juist steeds minder waarde krijgt, en steeds dieper gebukt gaat onder opbouwende schuld. En dat is hier momenteel voor iedereen pijnlijk waarneembaar.
En bovendien: het is een systeem dat zichzelf regelt. Er is geen enkele centrale autoriteit voor nodig om de boel te besturen. Er is geen regering nodig met regels en wetten. Geen politie, want er is geen criminaliteit. Een dief straft zichzelf. Hij zal worden uitgesloten door het collectief, in plaats van ingesloten door de politie. Het systeem werkt zonder gezag. Ook dit in schril contrast tot het concurrentiesysteem van “ieder voor zich”, waarbij een sterk gezag nodig is om alle geschillen te beslechten en om criminaliteit te beperken. Gezag dat door haar macht en de daaruit voortvloeiende dwang, over het algemeen meer bedreiging dan bescherming oplevert.
Nou zou je dus kunnen zeggen dat dit idee utopisch is omdat het alleen werkt in kleine gemeenschappen waar iedereen elkaar kent, en we wonen nou eenmaal niet meer in kleine gemeenschappen. En dat is natuurlijk zo. Maar dan hebben we geen rekening gehouden met het menselijk vernuft. De kleine gemeenschappen zijn verdwenen onder de invloed van de moderne technologie, maar het is juist die technologie die ons momenteel een mogelijkheid biedt om ons weer met elkaar te verbinden. En dat is internet.
Precies op deze manier werkt namelijk een van de meest succesvolle internetgemeenschappen: Ebay*. De Ebay gemeenschap bestaat wereldwijd momenteel uit meer dan 180 miljoen leden die elkaar in de regel niet persoonlijk kennen. Toch kunnen de leden ongelimiteerd met elkaar handelen, zonder dat er sprake is van een sterke centrale autoriteit. En dat komt omdat de leden ervan elkaar letterlijk en figuurlijk waarderen.
Ebay biedt de deelnemers grote voordelen. In veel landen zijn zowel veel particulieren als detaillisten helemaal overgegaan op handelen via Ebay. En dat doen ze omdat het systeem voordelen biedt waar ze graag van profiteren. De leden zijn dus gebaat bij een florerend collectief: Ebay.
Na iedere transactie geven de koper en de verkoper elkaar een waardering: is er netjes op tijd betaald, is er netjes op tijd de afgesproken waar geleverd. Het aantal positieve of negatieve waarderingen dat een verkoper gekregen heeft, is voor iedereen zichtbaar. Verkopers met een hoog percentage positieve waarderingen zijn dus betrouwbaar. En omdat iedereen dat kan zien en omdat iedereen graag van een betrouwbare verkoper koopt, kunnen die betrouwbare verkopers gemakkelijker verkopen. Goed presteren is dus in hun eigen belang, maar daarmee leveren ze ook een bijdrage aan het geheel: de Ebay gemeenschap.
Tegenwoordig hebben vrijwel alle verkopers een score van meer dan 95% positieve waarderingen. En dat is logisch. Mensen met een lagere waardering verkopen niks meer omdat klanten liever kopen bij mensen met een hogere waardering. Slechte verkopers worden zo uitgesloten of worden genoodzaakt om beter hun best te doen, willen ze van het systeem kunnen blijven profiteren. Omdat iedereen daarom beter zijn best doet, krijgt het systeem als geheel steeds meer waarde. En daarom valt er ook steeds meer van te profiteren: mensen ervaren kopen op Ebay steeds meer als prettig en veilig, en daarom komen er steeds meer kopers en dat is dan weer in het voordeel van de verkopers etc. Wie het meest bijdraagt, krijgt de meeste waardering, kan het meest verkopen en profiteert dus het meest. Een mechanisme dat zichzelf aandrijft.
Oplichters ontzeggen zichzelf de toegang tot de voordelen van het systeem, omdat ze zullen worden buitengesloten zodra ze slechte waarderingen krijgen. En zo reguleert een gemeenschap van 180 miljoen mensen (die allemaal iets willen verdienen) zichzelf. Zonder centraal gezag. Het wordt mogelijk omdat mensen elkaar waarderen, in plaats van bevechten.
Als dit met tweedehands spulletjes of handel in kleingoed kan, waarom zou zoiets dan ook niet kunnen met hetgeen waaruit al die artikelen zijn ontstaan: arbeid. Elkaars inspanningen en talenten (waaruit arbeid bestaat), over en weer waarderen op basis van de bijdrage die deze arbeid oplevert. Een bijdrage aan het geheel. Aan de mensheid. En dus aan alle leden ervan. Een mooie inrichting van de mensheid waarvan iedereen profiteert, en waarvan de voordelen, (de arbeid van anderen) meer toegankelijk worden naarmate je zelf meer zinvolle bijdragen levert. Waarvoor iedereen dus zijn best zal doen. Een mensheid en een omgeving die daardoor steeds mooier zal worden, in plaats van steeds lelijker zoals nu. Een omgeving die niet meer geteisterd zal worden door zinloze overproductie en de bijbehorende vervuiling zoals nu. Een omgeving die voor iedereen bestaansrecht zal bieden, simpelweg omdat wij elkaar dat bestaanrecht zullen geven, in plaats van afnemen zoals nu. Een omgeving waarin de bestaande overvloed voor iedereen toegankelijk zal zijn, in plaats van voor enkelen zoals nu.
De technologie is er. Het enige dat we nodig hebben is een handige webdeveloper, en de eerste paar deelnemers. Net zoals Ebay ooit begon met de eerste twee deelnemers: een verkoper en een koper. Ebay waarvan in het begin niemand de voordelen zag (‘dat gaat nooit werken!’), maar dat desondanks in 15 jaar uitgroeide tot wat het nu is.
Wie doet mee?
* Hierop werd ik opmerkzaam gemaakt door Stefan Molyneux. Ziehier wat hij erover te zeggen heeft. De filmpjes op zijn website zijn trouwens allemaal de moeite waard.
17 opmerkingen:
Top. En wat bedoel je met een webdeveloper? Iemand die een interactieve site als Ebay in elkaar zet?
@ Eugenie,
Yep. Ik ken er genoeg, dus dat is het probleem niet. Wat werkelijk nodig is, is enthousiasme en inzicht.
Dat wat Pieter wil ‘bereiken’ is er AL. Dat is zó mooi: alles is er AL en het werkt al. Mensen werken er al mee. Nieuwe structuren liggen al klaar en kunnen wereldwijd toegepast worden. Gelijke, onvoorwaardelijke, en evenwaardige toegang tot leven: het is er al.
Voor informatie, een powerpoint presentatie, en presentatie opgenomen door Uruboros kijk hier: http://www.equi-place.net/index.php?p=home&s=gebruik.
@ Mascha,
Voor de duidelijkheid: ik wil niks ‘bereiken’. Ik wil alleen iets aanbieden. En of dat waarde heeft hangt af van de waardering die de lezers er al of niet voor opbrengen. Daar heb ik niks over te zeggen.
Dat is juist Pieter. Vandaar dat ik 'bereiken' tussen aanhalingstekens zet.
Dan hebben we dat helder, levenskunstenares. ;-)
It asks yоu for more eneгgy, whiсh can be harԁ tο separate thе hype аnd lies frоm the truth.
This tуpe of workout, which blends high-intenѕitу exercise ωith
less intеnѕe trаining. Sometimes ωater cаn satisfy a midnight сrаving.
Кеeρing Your Weight Loѕs PeгmanentLosіng weіght is
a mаnnеr of triаl аnd егroг
ωill bе neсeѕsary for a hеalthy body.
Check out my homepage; yaiyalah.site88.net
Een reactie posten