Elke wet, in iedere tijd en in iedere cultuur, is gebaseerd op twee universele wetten:
Gij zult niet doden
En
Gij zult niet stelen
Deze wetten zijn universeel menselijke wetten, en dat zijn ze omdat ze uitgaan van het enige werkelijke dat iedereen kan bezitten: zijn leven. Ze gaan ervan uit dat iedereen de beschikking moet hebben over zijn eigen leven.
Daarnaast is er een andere belangrijke factor die deze wetten universeel maakt, en dat is de factor tijd.
Wij leven niet alleen, maar wij leven ook nog eens gedurende een beperkte tijd. En beide wetten hebben te maken met die tijd.
Dood gaan we allemaal. Het is dan ook niet zozeer het doden op zich dat verwerpelijk is. Het gaat om het afnemen van tijd van leven. Iemand doden is niets meer dan het afnemen van zijn resterende levenstijd. In die zin is het de ultieme diefstal.
Maar ook partiële diefstal (stelen) is niets meer dan het afnemen van levenstijd. Wanneer je honderd euro per dag verdient, en iemand anders steelt honderd euro van jou, dan steelt die persoon dus een dag van je leven. Een dag waarvan je zelf geen eigenaar meer bent, maar die nu onrechtmatig eigendom is geworden van de dief. De dief heeft je veroordeeld tot een dag dwangarbeid.
Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor een boete. In essentie bestaat een boete als straf niet. Nogmaals het voorbeeld: als je honderd euro per dag verdient, en je krijgt een boete van honderd euro, dan ben je veroordeeld tot een dag dwangarbeid. Je leven is voor een dag eigendom van degene die je de boete opgelegd heeft.
De universele wetten gaan er dus van uit dat je tijd van leven je onvervreemdbaar eigendom is, en dat niemand anders dan jijzelf daarover mag beschikken.
In die zin zijn deze wetten eigenlijk de enige wetten die er nodig zijn. We zouden kunnen volstaan met een wetboek van minder dan een half A4tje. Wanneer iedereen zich aan deze wetten zou houden, dan zou er geen enkel onrecht in de wereld bestaan. Het zou simpelweg niet kunnen bestaan. Niemand zou de tijd van leven van een ander kunnen bekorten. Iedereen zou eigenaar zijn van zijn eigen tijd van leven. Niemand zou van de tijd van leven van een ander kunnen profiteren.
En dat laatste, de mogelijkheid om van de tijd van leven van een ander te kunnen profiteren, is de werkelijke reden van de dikte van alle bestaande wetboeken. Alle andere wetten dan de twee universele wetten, hebben tot doel om uitzonderingen te maken op die universele wetten. Ze hebben tot doel om dat profiteren van andermans leven juist wel mogelijk te maken. En om die mogelijkheid te gunnen aan de groep mensen waartoe degenen behoren die de wetboeken gemaakt hebben. Ten koste van alle andere mensen.
Profiteren (winst maken) van andermans leven kan alleen als die ander zijn eigendomsrecht over zijn eigen leven gedeeltelijk moet afstaan. Wanneer wetten dit gedeeltelijk toestaan, als er dus uitzonderingen gemaakt worden op de universele wetten, dan bestaan de universele wetten feitelijk niet meer. Ze zijn dan overruled. Om dan te voorkomen dat alles is toegestaan, moet vervolgens ieder detail worden vastgelegd in wetboeken. En daarom zijn de bestaande wetboeken zo dik.
Zodra er één enkele uitzondering gemaakt wordt, zoals bijvoorbeeld: de koning mag zich wel levenstijd van anderen toe-eigenen, dan moet vervolgens precies beschreven worden van wie, en hoeveel, en wie of wat is de koning, en wie niet, en wie heeft de autoriteit om voor de koning de heffingen op te halen, en welk geweld mag daar eventueel bij gebruikt worden, en in hoeverre is verzet toegestaan, enzovoort. Al dat soort zaken moet dan worden vastgelegd in wetboeken. Lees er maar eens een, en zie hoe dit alles tot in detail is vastgelegd.
Als we ervan uitgaan dat de universele wetten geldigheid hebben, dat we het recht hebben om eigenaar te zijn van ons eigen leven, dan zijn alle wetboeken dus strijdig met de geldige universele wetten, en daarmee ongeldig. Als wij, omgekeerd, de bestaande wetboeken wel als autoriteit accepteren, dan accepteren we dus ook de ongeldigheid van de universele wetten. En daarmee stemmen we in met de situatie waarbij we geen eigenaar meer zijn van onze eigen tijd van leven, maar dat die tijd van leven eigendom is van degene die de wetboeken geschreven heeft, en zich de macht heeft toegekend om de daarin beschreven regels te handhaven.
Ook als we volgens de wetboeken maar een klein gedeelte van onze tijd van leven zouden moeten afstaan, en we zouden tevreden zijn over die situatie, dan nog zijn we in geen enkel opzicht meer eigenaar van ons eigen leven. Wij kunnen zelf immers niet bepalen wat er in de wetboeken staat, en daarmee zijn we geheel overgeleverd aan de willekeur van de wetgever. Net zoals een hond (als huisdier) best een prima leven kan hebben, maar altijd eigendom blijft van zijn baas, en altijd is overgeleverd aan hetgeen die baas hem toewerpt, en of hij hem iets toewerpt.
De bestaande wetboeken beschrijven daarmee geen enkel recht, maar uitsluitend privileges: de botten die we toegeworpen krijgen. En die privileges worden bepaald door de wetgever, dus daarover hebben we niets te zeggen. Afstand doen van de universele wetten houdt daarmee in: afstand doen van ieder recht.
De mate waarin een wetgever kan afwijken van de universele wetten (en dus de dikte van de wetboeken) is afhankelijk van de mate van acceptatie bij degenen die bestolen worden. En van de hoeveelheid geweld die de wetgever kan inzetten om de naleving van zijn wetten af te dwingen. Hoe zichtbaarder het geweld, hoe kleiner de onbewuste acceptatiebereidheid, en hoe groter de angstbereidheid. Angst voor geweld (bestolen of gedood worden), en dus voor het nog verder afwijken van de universele wetten. Angst om nog meer eigendomsrecht over het eigen leven te verliezen. Eigendomsrecht dat we dus al niet meer hebben.
Dat maakt mensen dus bereid om het eigendomsrecht over hun eigen leven af te staan, in ruil voor de illusie dat recht juist te behouden. Zonder dit zonderlinge mechanisme zou iedere vorm van wetgeving (uitgezonderd de universele wetten) onmogelijk zijn. Je kunt namelijk niet iets beschermen dat al gestolen is: het eigenaarschap van je eigen leven. Je kunt hooguit vertrouwen op de goedhartigheid van de dief, in de hoop dat hij je een paar privileges zal toewerpen.
De wetboeken die onze rechten afnemen, hebben uitsluitend bestaansrecht omdat we ons aan de daarin beschreven wetten houden. Ze bestaan omdat we ze accepteren, en dat zorgt ervoor dat we geen rechten hebben. Door ons eraan te houden, ruilen we ons leven tegen privileges. Privileges die we nastreven en waarvan we ten onrechte geloven dat het rechten zijn. Door ons eraan te houden, door waarde te hechten aan privileges, geven we ons echte recht weg. En het resultaat is dan ook een wereld vol onrecht. Onrecht dat zonder wetboeken, maar met de universele wetten simpelweg niet zou kunnen bestaan.
Gij zult niet stelen, en gij zult niet doden betekent ook: gij zult niet bestolen worden en gij zult niet gedood worden. Het is het enige recht dat iedereen door geboorte heeft: het recht op het eigen leven. En dat is geen privilege maar een recht. Deze wet maakt zowel het verlenen als het nastreven van privileges overbodig. Het is de wet die alle andere wetten overbodig maakt.
Gij zult niet doden
En
Gij zult niet stelen
Deze wetten zijn universeel menselijke wetten, en dat zijn ze omdat ze uitgaan van het enige werkelijke dat iedereen kan bezitten: zijn leven. Ze gaan ervan uit dat iedereen de beschikking moet hebben over zijn eigen leven.
Daarnaast is er een andere belangrijke factor die deze wetten universeel maakt, en dat is de factor tijd.
Wij leven niet alleen, maar wij leven ook nog eens gedurende een beperkte tijd. En beide wetten hebben te maken met die tijd.
Dood gaan we allemaal. Het is dan ook niet zozeer het doden op zich dat verwerpelijk is. Het gaat om het afnemen van tijd van leven. Iemand doden is niets meer dan het afnemen van zijn resterende levenstijd. In die zin is het de ultieme diefstal.
Maar ook partiële diefstal (stelen) is niets meer dan het afnemen van levenstijd. Wanneer je honderd euro per dag verdient, en iemand anders steelt honderd euro van jou, dan steelt die persoon dus een dag van je leven. Een dag waarvan je zelf geen eigenaar meer bent, maar die nu onrechtmatig eigendom is geworden van de dief. De dief heeft je veroordeeld tot een dag dwangarbeid.
Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor een boete. In essentie bestaat een boete als straf niet. Nogmaals het voorbeeld: als je honderd euro per dag verdient, en je krijgt een boete van honderd euro, dan ben je veroordeeld tot een dag dwangarbeid. Je leven is voor een dag eigendom van degene die je de boete opgelegd heeft.
De universele wetten gaan er dus van uit dat je tijd van leven je onvervreemdbaar eigendom is, en dat niemand anders dan jijzelf daarover mag beschikken.
In die zin zijn deze wetten eigenlijk de enige wetten die er nodig zijn. We zouden kunnen volstaan met een wetboek van minder dan een half A4tje. Wanneer iedereen zich aan deze wetten zou houden, dan zou er geen enkel onrecht in de wereld bestaan. Het zou simpelweg niet kunnen bestaan. Niemand zou de tijd van leven van een ander kunnen bekorten. Iedereen zou eigenaar zijn van zijn eigen tijd van leven. Niemand zou van de tijd van leven van een ander kunnen profiteren.
En dat laatste, de mogelijkheid om van de tijd van leven van een ander te kunnen profiteren, is de werkelijke reden van de dikte van alle bestaande wetboeken. Alle andere wetten dan de twee universele wetten, hebben tot doel om uitzonderingen te maken op die universele wetten. Ze hebben tot doel om dat profiteren van andermans leven juist wel mogelijk te maken. En om die mogelijkheid te gunnen aan de groep mensen waartoe degenen behoren die de wetboeken gemaakt hebben. Ten koste van alle andere mensen.
Profiteren (winst maken) van andermans leven kan alleen als die ander zijn eigendomsrecht over zijn eigen leven gedeeltelijk moet afstaan. Wanneer wetten dit gedeeltelijk toestaan, als er dus uitzonderingen gemaakt worden op de universele wetten, dan bestaan de universele wetten feitelijk niet meer. Ze zijn dan overruled. Om dan te voorkomen dat alles is toegestaan, moet vervolgens ieder detail worden vastgelegd in wetboeken. En daarom zijn de bestaande wetboeken zo dik.
Zodra er één enkele uitzondering gemaakt wordt, zoals bijvoorbeeld: de koning mag zich wel levenstijd van anderen toe-eigenen, dan moet vervolgens precies beschreven worden van wie, en hoeveel, en wie of wat is de koning, en wie niet, en wie heeft de autoriteit om voor de koning de heffingen op te halen, en welk geweld mag daar eventueel bij gebruikt worden, en in hoeverre is verzet toegestaan, enzovoort. Al dat soort zaken moet dan worden vastgelegd in wetboeken. Lees er maar eens een, en zie hoe dit alles tot in detail is vastgelegd.
Als we ervan uitgaan dat de universele wetten geldigheid hebben, dat we het recht hebben om eigenaar te zijn van ons eigen leven, dan zijn alle wetboeken dus strijdig met de geldige universele wetten, en daarmee ongeldig. Als wij, omgekeerd, de bestaande wetboeken wel als autoriteit accepteren, dan accepteren we dus ook de ongeldigheid van de universele wetten. En daarmee stemmen we in met de situatie waarbij we geen eigenaar meer zijn van onze eigen tijd van leven, maar dat die tijd van leven eigendom is van degene die de wetboeken geschreven heeft, en zich de macht heeft toegekend om de daarin beschreven regels te handhaven.
Ook als we volgens de wetboeken maar een klein gedeelte van onze tijd van leven zouden moeten afstaan, en we zouden tevreden zijn over die situatie, dan nog zijn we in geen enkel opzicht meer eigenaar van ons eigen leven. Wij kunnen zelf immers niet bepalen wat er in de wetboeken staat, en daarmee zijn we geheel overgeleverd aan de willekeur van de wetgever. Net zoals een hond (als huisdier) best een prima leven kan hebben, maar altijd eigendom blijft van zijn baas, en altijd is overgeleverd aan hetgeen die baas hem toewerpt, en of hij hem iets toewerpt.
De bestaande wetboeken beschrijven daarmee geen enkel recht, maar uitsluitend privileges: de botten die we toegeworpen krijgen. En die privileges worden bepaald door de wetgever, dus daarover hebben we niets te zeggen. Afstand doen van de universele wetten houdt daarmee in: afstand doen van ieder recht.
De mate waarin een wetgever kan afwijken van de universele wetten (en dus de dikte van de wetboeken) is afhankelijk van de mate van acceptatie bij degenen die bestolen worden. En van de hoeveelheid geweld die de wetgever kan inzetten om de naleving van zijn wetten af te dwingen. Hoe zichtbaarder het geweld, hoe kleiner de onbewuste acceptatiebereidheid, en hoe groter de angstbereidheid. Angst voor geweld (bestolen of gedood worden), en dus voor het nog verder afwijken van de universele wetten. Angst om nog meer eigendomsrecht over het eigen leven te verliezen. Eigendomsrecht dat we dus al niet meer hebben.
Dat maakt mensen dus bereid om het eigendomsrecht over hun eigen leven af te staan, in ruil voor de illusie dat recht juist te behouden. Zonder dit zonderlinge mechanisme zou iedere vorm van wetgeving (uitgezonderd de universele wetten) onmogelijk zijn. Je kunt namelijk niet iets beschermen dat al gestolen is: het eigenaarschap van je eigen leven. Je kunt hooguit vertrouwen op de goedhartigheid van de dief, in de hoop dat hij je een paar privileges zal toewerpen.
De wetboeken die onze rechten afnemen, hebben uitsluitend bestaansrecht omdat we ons aan de daarin beschreven wetten houden. Ze bestaan omdat we ze accepteren, en dat zorgt ervoor dat we geen rechten hebben. Door ons eraan te houden, ruilen we ons leven tegen privileges. Privileges die we nastreven en waarvan we ten onrechte geloven dat het rechten zijn. Door ons eraan te houden, door waarde te hechten aan privileges, geven we ons echte recht weg. En het resultaat is dan ook een wereld vol onrecht. Onrecht dat zonder wetboeken, maar met de universele wetten simpelweg niet zou kunnen bestaan.
Gij zult niet stelen, en gij zult niet doden betekent ook: gij zult niet bestolen worden en gij zult niet gedood worden. Het is het enige recht dat iedereen door geboorte heeft: het recht op het eigen leven. En dat is geen privilege maar een recht. Deze wet maakt zowel het verlenen als het nastreven van privileges overbodig. Het is de wet die alle andere wetten overbodig maakt.
28 opmerkingen:
"Gij zult niet stelen, en gij zult niet doden betekent ook: gij zult niet bestolen worden en gij zult niet gedood worden. Het is het enige recht dat iedereen door geboorte heeft: het recht op het eigen leven."
Kortom, gij zult de ander respecteren?
@ Anoniem,
Het betekent: door uzelf (uw recht op uw leven) te respecteren, respecteert u iedereen.
Ik heb op school altijd geleerd dat je eerst respect moet krijgen en het dan pas moet geven.
dat respect iets is wat je moet afdwingen.
Ik begin Tara's "geneuzel" over respect te begrijpen. Beter laat dan nooit.
Maar een ander in zijn/haar waarde laten en waarderen om wie hij/zij is (ipv om wat hij/zij doet/heeft) zal een echte uitdaging zijn.
Vooral als die ander zo anders is!
Misschien werkt en dergelijke instelling echt alleen maar binnen een gemeenschap van een paar honderd mensen die geisoleerd leven van de beschaafde wereld op hun eigen eilandje.
@ Anoniem,
Begrijp je werkelijk niet dat respect geven en respect geven precies hetzelfde is? Dat als jij het niet geeft, de ander het niet krijgt, en andersom? En dat dit geldt voor alle mensen op de wereld (en dus niet voor een paar honderd mensen)?
Ik bedoel natuurlijk: Begrijp je werkelijk niet dat respect geven en respect krijgen precies hetzelfde is?
Nu wel.
Toch denk ik dat het wel de uitdaging van deze tijd is om ook wezens die verschillen van de "blanke beschaafde westerling" ook toe te laten tot de cyclus van respect.
Laten we realistisch zijn; vrouwen krijgen minder waardering dan mannen, kinderen minder dan volwassenen, donkergekleurden minder dan lichtgekleurden, dieren minder dan mensen en planten het minste van allemaal.
Een wezen word afgerekend op zijn/haar status in de maatschappij, niet gezien als wezenlijk gelijkwaardig onderdeel van de samenleving.
Wellicht heb je wat aan deze stukken:
http://www.sochicken.nl/jezelf/leven_met_de_wet_van_geven_en_ontvangen.html
http://www.sochicken.nl/leven/verander-je-leven-door-te-geven.html
http://www.sochicken.nl/leven/het_peble_effect_van_goede_daden.html
Bedankt Pieter,
Dit stuk legt helder uit in wat voor een keurslijf we wensen te leven.
En nog veel ernstiger dat het gros toch werkelijk overtuigd is dat het team van wetten dicteerders het goede met de mensheid voorhebben.
Vandaag werd ik weer misselijk over een docu: monsanto.
Met vriendelijke groet
insomnia
@ anoniem
Dat wat je uitstraalt kaatst terug. Blijf integer naar jezelf. Mag jij eens ervaren wat voor interacties je dan krijgt.
Wederom een goed stuk. Bedankt!
Pieter, ik vind je nogal materialistisch wat dit betreft. Alsof iemands bezit en productie gelijk staat aan iemands leven! Nou, ik heb ook wel eens dagen dat ik leef en waarop ik niks voortbreng, waarop ik geen bruikbare waarde lever.
Je doet voorkomen als winst iets vies is, maar in feite zijn alle vormen van winst een beloning voor een inspanning. De werknemer krijg winst in de vorm van een loon, de verschaffer van kapitaal krijgt winst in de vorm van rente of dividend en de ondernemer krijgt voor zijn inspanningen een deel van de opbrengst van het bedrijf. D'r is maar één partij die een flink deel van de opbrengst krijgt zonder er wat voor te hoeven doen, da's de overheid. Die ontvangt naast de belasting over de omzet ook de belasting op de boekhoudkundige winst.
En waarom zou profiteren iets naars zijn? Zolang het met wederzijds goedvinden is en op vrijwillige basis is profiteren wat mij betreft prima. Het hele idee van ruilhandel is dat de deelnemers er allebei beter van worden.
Ga maar na, ik heb zat appels en jij zat tomaten. Omdat ik zat appels heb en weinig tomaten waardeer ik een tomaat hoger als een appel. En jij andersom. We besluiten te ruilen, een tomaat voor een appel. Nu zijn we beiden blij, want we hebben beiden door de ruil een verbetering van onze situatie verkregen. Simpelweg door te ruilen is er waarde toegevoegd.
Of iets groters, ik heb een traktor-fabriek met duizenden traktors op de band, die voor mij niet zoveel waarde hebben (wat moet ik met zoveel traktors), maar voor individuele boeren wél. Door de traktors bij de boeren te ruilen voor een deel van hun oogst, creëren we waarde. De boer kan z'n oogst vergroten (en dus waarde creëren) en ik beschik over voedsel, waar ik zelf meer aan heb dan aan traktors (want daarmee kan ik m'n maag niet vullen).
Pieter, snap je het? Het hele idee van profiteren zit um in de waarde-creatie. Door te ruilen kunnen we allemaal beschikken over de spullen die we nodig hebben, die we zelf hoog waarderen.
Pieter, je stelt het volgende:
"Gij zult niet stelen, en gij zult niet doden betekent ook: gij zult niet bestolen worden en gij zult niet gedood worden."
Goed punt op zich wel. "Gij zult niet bestolen worden" is een fraaie grondwettelijke basis voor de wet "Gij zult niet stelen". Het eerste is dan een grondrecht, het tweede een praktische uitwerking daarvan.
Nog mooier zou het grondrecht "Gij hebt het recht op behoud van bezit" zijn. Op basis daarvan kunnen er wetten gemaakt worden die diefstal en onteigening aanpakken. Maar ook excessieve belastingheffing tegen kunnen gaan! Het is lief bedoeld als we democratisch besluiten dat de rijken 70% belasting moeten betalen, maar da's dan wel in strijd met het recht op behoudt van bezit.
Beste Hendrik,
Bedankt voor je opmerkingen
Voor de duidelijkheid wil ik graag een paar dingen toelichten:
Ik maak een verschil tussen (beloning voor) arbeid, en winst. De verkoopprijs van alle producten en diensten bestaat uiteindelijk uit een samenstelling van (beloning voor) arbeid + winst. Daarbij is winst dus geld waar geen arbeid tegenover staat. Terwijl de winst wel betaald wordt met arbeid (door de koper).
Ik maak daarom ook een verschil tussen bezit en rijkdom (het blijven natuurlijk maar definities, maar je moet het op een manier verwoorden). Bezit is daarbij de opbrengst van je eigen arbeid, en rijkdom een cumulatie van winst, en dus van de arbeid van anderen.
Natuurlijk is er met ruilen van arbeid niks mis. Van wat je zelf kan, heb je altijd meer dan je kunt gebruiken, van wat je niet kunt altijd minder, zoals je met het voorbeeld van de tractoren correct aangeeft.
Winst is het gevolg van een situatie waarbij de arbeid van een werknemer meer oplevert dan die werknemer ervoor krijgt. De werkgever profiteert daarbij dus van de arbeid van die werknemer, zonder dat hij er zelf arbeid tegenover stelt. Daarmee heeft de werkgever dus beschikking over een deel van (de opbrengst van) het leven van die werknemer. De arbeid die de koper van het product of de dienst ervoor in ruil geeft, komt maar gedeeltelijk ten goede aan degene die het product of de dienst geproduceerd heeft. De rest (de winst dus) is profiteren van het leven van een ander, en valt daarmee is de meest elementaire zin onder diefstal van levenstijd.
Beste Pieter,
Je schrijft: "Winst is het gevolg van een situatie waarbij de arbeid van een werknemer meer oplevert dan die werknemer ervoor krijgt. De werkgever profiteert daarbij dus van de arbeid van die werknemer, zonder dat hij er zelf arbeid tegenover stelt."
Pieter, je moet er wel rekening mee houden dat met de opbrengst van de verkoop niet alleen het loon van de werknemer betaald moet worden, maar ook diverse kosten:
- inkoopkosten;
- huur- en leasekosten;
- de vergoeding voor het beschikbaar stellen van het kapitaal (rente en dividend);
- de vergoeding voor het organiseren van de productiemiddelen;
- de vergoeding voor het beschikbaar stellen van geld voor de financiering van aanloopverliezen;
- belastingen.
Vergeet niet dat de werknemer met alleen zijn kennis en arbeid niet ver komt. Om iets te kunnen produceren heeft de werknemer kapitaal nodig, grondstoffen, energie, organisatie-kennis, maar ook inzicht en risico-dragend kapitaal. Niet alle ondernemingen zijn succesvol, het zijn de ondernemers en de eigenaren van de onderneming die dit risico dragen, niet de werknemer, die krijgt z'n loon wel.
Snap je Pieter, het is allemaal wat complexer dan jij voorstelt. En vergeet niet dat de werknemers zelf de grootste kapitalisten zijn! Samen hebben ze miljarden aan pensioenvermogen belegd in de ondernemingen én bovendien zet een groot deel van de werknemers een kapitaal in met de hoogste waarde, namelijk kennis en ervaring. En met die laatste twee kun je een aardig inkomen verwerven, ik verdien zelf 2x modaal, niet door extreem hard te werken, maar door mijn kennis en ervaring optimaal te gebruiken.
Ik verdien zo'n beetje 3 keer zoveel als een vriend van me die weinig kennis heeft en ook weinig ervaring opdoet. Overigens is hij zelf verantwoordelijk voor dit gebrek, niemand anders. Maar het geeft wel aan dat investeren in kennis en ervaring op den duur loont, sterker nog, dit is een betere investering dan in aandelen of obligaties.
Beste Hendrik,
Je zegt dat ik zaken simplificeer, maar dat is niet zo. Het is de illusie van complexiteit die de bestaande misstanden ondoorzien, en daarmee in stand houdt.
Collectief gezien bestaan alle verkoopprijzen uitsluiten uit de componenten arbeid + winst. Want:
Ook de inkoopprijzen bestaan uit arbeid + winst.
Ook de huur en leasekosten bestaan uit arbeid + winst.
Ook de kapitaalkosten bestaan uit arbeid + winst (arbeid vrijwel 0% en winst bijna 100%, maar toch: arbeid + winst).
Ook de prijs van productiemiddelen bestaat uit arbeid + winst.
Ook belastingen bestaan uit arbeid + winst (dienstverlening + staatskas).
En dat is niets meer dan logisch. Iets krijgt pas geldelijke waarde als er arbeid aan toegevoegd wordt. Of die arbeid nu hoogwaardig (dus duur) is, of laagwaardig (dus goedkoop) maakt niet uit. Het is allemaal waarde van arbeid.
Als er bovenop die arbeid (dus afgezien van alle arbeid die toegevoegd is aan het product of de dienst) ook nog winst gemaakt wordt, dan staat daar geen arbeid tegenover. De winst van een bedrijf wordt immers bepaald NADAT alle arbeidskosten en alle andere kosten (die ook weer bestaan uit arbeid + winst) van het brutoresultaat afgetrokken zijn.
Natuurlijk zijn er ook bedrijven die geen winst maken, of zelfs verlies. Maar verlies is gewoon negatieve winst. Bovendien zal zo'n bedrijf (als de situatie blijft bestaan) gewoon verdwijnen.
Collectief gezien (alle bedrijven van de wereld bij elkaar opgeteld) wordt er zeker winst gemaakt. En tegenover die winst staat dus geen arbeid. Maar die winst wordt wel betaald met arbeid. Arbeid van de kopers van de producten en diensten. En daarmee parasiteert het winstsysteem op arbeid. En daarom moet de wereld steeds meer arbeid leveren voor dezelfde (of een lagere) levensstandaard.
Beste Pieter,
Je stelt: "Collectief gezien (alle bedrijven van de wereld bij elkaar opgeteld) wordt er zeker winst gemaakt. En tegenover die winst staat dus geen arbeid. Maar die winst wordt wel betaald met arbeid. Arbeid van de kopers van de producten en diensten. En daarmee parasiteert het winstsysteem op arbeid. En daarom moet de wereld steeds meer arbeid leveren voor dezelfde (of een lagere) levensstandaard."
Laat ik het nou maar eens heel simpel houden, stel dat vanaf morgen de bedrijven de volledige opbrengst van de verkopen moeten uitkeren aan de arbeiders. Wat gebeurd er dan?
Nou, in de eerste plaats zullen de eigenaren geen beloning meer krijgen voor het beschikbaar stellen van het kapitaal. Dat kapitaal verdwijnt dan. En in de tweede plaats zullen de ondernemers stoppen met ondernemen. De bedrijven houden op met bestaan, de productiemiddelen worden niet meer georganiseerd.
Wat hebben de arbeiders dan? Geen bedrijfspand meer, geen machines, geen grond om te bewerken, geen computers, niks. En ook geen organisatie meer, geen onderneming.
Met andere woorden, de arbeiders kunnen thuis blijven en binnen een week, als de voorraden op zijn zijn we terug in het Stenen Tijdperk.
Is dit voorbeeld helder genoeg voor je? Begrijp je dat arbeid maar een deel van de productiemiddelen is? Je hebt ook nog kapitaal nodig en een organisatie. En die mensen die dat leveren willen hier voor beloond worden, daar is de winst voor.
En bedenk goed dat heel veel kapitaal in handen is van de arbeiders, in de vorm van pensioenvermogen. Stel dat er geen winst meer mag worden uitgekeerd aan de pensioenfondsen, dan worden in één klap heel wat ouderen beroofd van hun inkomen.
Misschien is bij jou ook nog niet goed duidelijk wat kapitaal is. Kapitaal is grofweg de som van de besparingen, het deel van de productie dat we niet consumeren. Zeg maar, het deel van de oogst dat we gebruiken als zaaigoed voor het volgende jaar.
Kapitalisten zijn mensen die iets gespaard hebben, die dus niet alles consumeren. In feite zijn we allemaal kapitalisten, ieder verstandig mens bouwt een vermogen op. Voor het beschikbaar stellen van dat kapitaal willen we natuurlijk een beloning, nou, daar is de winst (en de rente) voor bedoeld.
Pieter, nog één voorbeeldje om de zaak te verduidelijken. Stel ik ben boer en ik heb een groot stuk moerasland met veel bloed, zweet en tranen gecultiveerd tot bruikbaar land. Ik heb kapitaal gemaakt zeg maar. Dankzij mijn inspanningen heb ik elk jaar een oogst en dus inkomen.
Na een aantal jaren wil ik genieten van mijn oude dag. Ik ga zelf niet meer m'n land verbouwen, maar ik verpacht de grond aan andere boeren. Is het dan zo onrechtvaardig dat ik een vergoeding hiervoor vraag, zodat ik ook als gepensioneerde een inkomen heb?
En wat voor een boer geldt, dan geldt ook voor de andere ondernemers. Heel veel bedrijven zijn als eenmanszaak gestart en pas na vele jaren tot bloei gekomen. En dat geldt ook voor grote industriële bedrijven. De eigenaren van zulke ondernemingen krijgen een deel van de opbrengst, maar is dat dan zo onrechtvaardig?
Pieter, ik help je graag bij het verhelderen van in jouw ogen onrechtvaardige zaken. Als je iets nog niet snapt, kom maar op met de vragen.
Groet,
Hendrik
Beste Hendrik,
Met wat je hierboven schrijft ben ik het in grote lijnen eens. Maar we hebben het over twee verschillende dingen.
Jij hebt het over bezit. En daar is niks mis mee. Bezit is (zoals jij het beschrijft, en zoals ik het begrip bezit gebruik) opgebouwd tegoed aan arbeid voor de toekomst (geld is een tegoedebon voor arbeid), verkregen door arbeid uit het verleden. Spaargeld dus, in welke vorm dan ook.
Ik heb het over rijkdom, en rijkdom bestaat niet uit (opgespaarde) arbeid, maar uit winst. Wat simpelweg rekenkundig onmogelijk is, is de combinatie (corporate) winst en rechtvaardigheid. Tegenover winst staat namelijk geen arbeid. Maar die winst wordt wel betaald met arbeid. Iemand moet de winst tenslotte betalen. Het bestaat uit de opbrengst van arbeid die niet ten goede komt aan degene die deze arbeid levert, maar aan de winstmaker.
Zie je het verschil?
Winst is er de reden van dat 90% van al het bestaande kapitaal op de wereld, in handen is van 1% van de wereldbevolking. Die 90% is gegenereerd met de arbeid van 99% van de bevolking, zonder dat die 99% er de beschikking over heeft. Dat houdt dus in dat iedereen die geen deel uitmaakt van die 1% elite, gemiddeld 10 X meer arbeid moet leveren dan hij of zij ervoor in retour krijgt.
Die grote rijkdom is niet verdiend met eigen arbeid, maar met arbeid van anderen. Met parasiteren dus.
Beste Pieter,
Je stelt: "Bezit is (zoals jij het beschrijft, en zoals ik het begrip bezit gebruik) opgebouwd tegoed aan arbeid voor de toekomst (geld is een tegoedebon voor arbeid), verkregen door arbeid uit het verleden. Spaargeld dus, in welke vorm dan ook."
Dat bedoel ik dus niet met bezit. Bezit kan van alles zijn, maar zoals ik het bedoel is bezit kapitaal. En kapitaal wordt verkregen door niet alle productie te consumeren.
"Het bestaat uit de opbrengst van arbeid die niet ten goede komt aan degene die deze arbeid levert, maar aan de winstmaker."
Pieter, arbeid levert echt niet zoveel als jij veronderstelt. Het verschil tussen arm en rijk is de inzet van kapitaal (machines, gebouwen, kennis), voor de inzet van dat kapitaal moet de verschaffer ervan beloont worden.
Stel, ik spaar jarenlang om een grote machine te kunnen kopen waarmee ik een bedrijf kan starten en producten kan verkopen. Om de machine te bedienen, wat simpel werk is, huur ik jou in. Verwacht je dan nou echt dat de volledig opbrengst van de verkoop naar jou toe gaat?
"Winst is er de reden van dat 90% van al het bestaande kapitaal op de wereld, in handen is van 1% van de wereldbevolking. Die 90% is gegenereerd met de arbeid van 99% van de bevolking, zonder dat die 99% er de beschikking over heeft."
Pieter, je moet de wereld niet zien als een homogene economische zone, alleen de Westerse landen kennen alle langere tijd welvaart, de rest van de wereld pas sinds een paar decennia. Je kunt dus iemand in India niet gelijkstellen aan iemand in het puissant rijke Noorwegen.
Kijk je alleen naar de rijke Westerse landen, ook dan kun je best vaststellen dat het kapitaal in handen is van een relatief klein deel van de bevolking. Vooruit, in Nederland is iedereen dankzij de pensioenfondsen kapitalist, maar Nederland is een uitzondering in het Westen.
Gemiddeld genomen zal slechts een klein deel het kapitaal bezitten, maar is dat zo raar? Lang niet iedereen kan of wil ondernemer zijn, lang niet iedereen heeft het talent om kapitaal zinvol in te zetten en lang niet iedereen is bereid om een deel van het inkomen te investeren in plaats van te consumeren.
Overigens is kennis en ervaring het grootste kapitaal-goed wat we bezitten. Het rendement op fysiek kapitaal (machines etc) is niet zo hoog, het rendement op kennis-kapitaal is vele malen groter. Een ondernemer verdient veel meer geld met zijn organisatie-talent, dan met de machines die hij inzet.
En het rendement van rauwe arbeid is overigens erg laag. Puur met fysieke arbeid, zonder het gebruik van kapitaal, produceer je nog niet eens genoeg voor het minimum-loon. Vrijwel elke arbeider heeft kapitaal nodig én kennis om een bruikbaar inkomen te kunnen verdienen.
"Die grote rijkdom is niet verdiend met eigen arbeid, maar met arbeid van anderen. Met parasiteren dus."
Fout Pieter, die grote rijkdom is verdiend dankzij de inzet van kapitaal, veel kennis, veel talent, veel zweet, lange dagen, slapeloze nachten en het lef om wat risico's te nemen. De arbeiders waar jij het over hebt zijn niet zulke grote helden. De ondernemers, daar hebben wij onze welvaart aan te danken!
Beste Pieter,
Met bezit bedoel ik geen geld, maar kapitaal. Machines, gebouwen, grond, kennis, patenten. Verkregen door niet alle productie te consumeren, maar een deel te investeren in de productie van kapitaal-middelen.
Jij overschat de meerwaarde van arbeid. Echt Pieter, met arbeid alleen genereer je nog niet eens voldoende om het minimumloon te rechtvaardigen. Om een beetje inkomen te verkrijgen heeft een arbeider kapitaal en kennis nodig, zonder dat is ie nergens.
Het gebruik van kapitaal en kennis (kennis is ook een vorm van kapitaal) is de reden waarom wij in het Westen zo enorm welvarend zijn, vergeleken met de rest van de wereld. En ja, een deel van de verkoopopbrengst gaat naar de eigenaren van het kapitaal, maar ook de arbeiders profiteren ervan. Ga maar na, een arbeider in het Westen heeft het veel beter dan een arbeider in India en dat komt echt niet door de vakbond. Dankzij de inzet van kapitaal is de arbeidsproductiviteit van de arbeider enorm.
Pieter, het grote verschil in welvaart tussen het Westen en de rest van de wereld is de inzet van kapitaal en de talentvolle ondernemers. Niet omdat de arbeiders in het Westen zo hard werken......
Beste Hendrik,
Jouw visies zijn mij uiteraard al lang bekend. Ze vertegenwoordigen de gangbare kijk op de economische mechanismen. Ze worden met regelmaat verkondigd in alle media, en bevinden zich op dit gebied binnen de norm.
Die norm is al zovaak belicht dat het in mijn optiek weinig bijdraagt om hem nogmaals te bevestigen.
Dat neemt niet weg dat er desondanks grote problemen en misstanden in de wereld waargenomen kunnen worden, als je ze wil zien. Misstanden die in mijn optiek juist kunnen blijven bestaan vanwege de focus op de bestaande norm.
En ik wil ook buiten de norm kijken, en de mechanismen in een ruimere context observeren. Zonder de beperkingen van die norm.
Met dit blog probeer ik dat te doen, en dat is natuurlijk in bepaalde opzichten experimenteel. De waarnemingen die ik doe en beschrijf, wil ik graag met anderen delen, en daarvoor dient dit blog. En helderder dan hierboven kan ik mijn observatie niet beschrijven.
Ik wil je dus hierbij bedanken voor je bijdrage, en ik sluit deze discussie hiermee af. Uiteraard stel ik je opmerkingen ook in de toekomst op prijs, maar deze specifieke discussie zal eindeloos blijken als je de gangbare norm tegenover mijn observatie blijft zetten. We hebben dan het simpelweg over twee verschillende dingen.
Graag tot een volgende keer.
Pieter,
Ik vind het erg jammer dat je niet bereid bent om jouw stellingen te verdedigen. Iets roepen is niet zo moeilijk, maar er dan ook zijn om de zaak te verdedigen is een stuk lastiger.
Wie denk je dat het verste komt, de mensen die maar wat roepen of de mensen die achter hun stellingen staan, die bereidt zijn het debat aan te gaan, die niet weglopen zodra iemand kritisch is?
Kom met argumenten, Pieter, verdedig je verhaal. Wees dapper.
Hendrik,
Zoals ik al eerder aangaf, beschrijf ik op mijn blog geen stellingen maar observaties. Het zijn mijn waarnemingen. Uiteraard vanuit mijn perspectief. En het 'verdedigen' van een waarneming is natuurlijk onzinnig.
De obsevaties die ik beschrijf zijn voor mij waardevol, en ik schrijf ze op in de veronderstelling dat anderen er misschien iets aan zouden kunnen hebben. Maar dat bepaal ik niet, maar de lezer.
Het enige waarvoor ik mijn best doe, is het zo helder mogelijk verwoorden van de dingen die ik zie.
Helderder dan hierboven, inclusief de toelichtingen die ik naar aanleiding van onze correspondentie heb gegeven, kan ik het echt niet verwoorden.
Ik voel me dan ook in het geheel niet aangevallen, en zie dus ook absoluut geen aanleiding tot verdedigen.
Pieter,
Je neemt waar, maar je concludeert ook. Zonder te analyseren en zonder het te willen begrijpen. Dat is heel gevaarlijk, daarmee begeef je je op een hellend vlak. Je doet nu hetzelfde als de populisten doen, die willen ook meteen concluderen zonder na te denken, zonder te begrijpen.
En vergeet niet dat jouw bijdragen mensen beïnvloeden. Mensen die jouw blog lezen en die zich ontevreden voelen kunnen op bepaalde gedachten gezet worden.
Pieter, ik vind het helemaal niet erg als bepaalde (vermeende) misstanden aangekaart worden, dat moet je altijd blijven doen, maar ga niet zomaar wat roepen, blijf open staan voor debat, anders verlaag je jezelf tot het niveau van een bepaalde, blonde politicus die ook niet praten wil over zijn uitlatingen.
Ik wens je moed toe.
Hendrik
Hendrik,
Ik ga met iederen graag een dialoog aan. Zoals uit onze gedachtenwisseling hierboven ook blijkt. Maar het is zinllos als het uitdraait op een oeverloze discussie met als doel 'gelijk' te krijgen.
Dat ik me niet achter jouw standpunt schaar, en de dingen anders zie dan jij, wil niet zeggen dat ik niet analyseer. Ik vind dat onze discussie op het gebied van het betreffende ondewerp geen zinvolle bijdrage meer levert. We hebben allebei onze visie gegeven en toegelicht. Daarom ga ik er niet mee door.
Ik vind je vergelijking met Wilders wel erg flauw. Ik ben geen politicus, en zou ook nooit een politicus willen zijn. Ik hoef helemaal niets te winnen.
Pieter, excuus voor de suggestieve opmerking over Wilders.
Pieter, ik had het gevoel dat onze discussie nog lang niet klaar was. Ik zie een discussie als een gezamenlijke wandeling, niet als een race waar er maar één kan winnen. Het gaat mij ook helemaal niet om een 'gelijk' te halen, meestal leer ik zelf ook heel wat tijdens een discussie.
Ik heb je een aantal keren aangegeven dat het mij gaat om het verschaffen van helderheid over een complex onderwerp. Met name economische issues zijn vaak best ingewikkeld, zie maar eens hoe ongenuanceerd men denkt over de krediet-crisis en het bonus-aspect.
Het is dat simplistische denken waar ik me zorgen om maak. Ik constateer dat simplistische denken ook bij jou, je suggereert immers dat kapitaal er helemaal niet toe doet en dat arbeiders misbruikt worden. Kijk, op een vakbondscongres zal dat prima aanslaan, maar op een blog als dit verwacht ik toch een wat meer genuanceerder wereldbeeld.
Ik nodig je uit om met mij het debat te blijven voeren op zoek naar nog meer helderheid en inzicht.
Groet,
Hendrik
Ik geloof dus ook in de natuurwetten. Permacultuur vind ik daarom erg interessant. Dat is een praktische ideologie die visionair Douwe ook aanhangt en zit te promoten. Het is daarmee ook de meest duurzame praktische ideologie die ik ken.
Beste meneer Stuurman,
Zeer interessant stuk en uw stellingen spreken me aan. Ook al is het een blog en geen artikel, toch mis ik bronnen die uw stellingen onderbouwen: ik zou uw opinie beter kunnen testen als u zou refereren naar bronnen/feiten.
Met vriendelijke groet,
Leonoor
Beste Leonoor,
Bedankt voor je reactie.
Zoals je bovenaan mijn blog (onder mijn naam) kunt lezen, betreffen mijn stukjes mijn observaties. Het zijn dus mijn persoonlijke waarnemingen die ik beschrijf.
Visies van anderen zijn natuurlijk ook vaak waardevol, maar die zijn in ruime mate te vinden op internet.
Mijn bedoeling is dat de lezers hun eigen waarnemingen eens toetsen aan mijn waarnemingen. Dus niet zozeer om iets te bewijzen of zo.
Het aanvoeren van een bron, is eigenlijk niet veel meer dan het laten zien dat er meer mensen zijn die dezelfde visie hebben als ik.
Mijn bedoeling is juist dat mijn lezers hun EIGEN visie bekijken in relatie tot de mijne. Dus niet zozeer de visie van ANDEREN vergelijken met mijn observaties.
Een reactie posten