Wordt vrijheid gevonden in jezelf, in je eigen gedachten en bewustzijn, of is vrijheid iets dat door de buitenwereld of de autoriteiten wordt toegekend of afgenomen? Dat is een steeds terugkerende vraag. Is het mogelijk om autonoom, dus in je eentje, vrij te worden, of moeten daarvoor eerst de bestaande externe machtsstructuren worden veranderd: regeringen omver geworpen, bankiers verjaagd?
Is vrijheid een mentale individuele toestand, of een culturele collectieve toestand?
Ik neig hoe langer hoe meer naar de gedachte dat daartussen geen verschil bestaat.
De macht van iedere heerser bestaat nergens anders uit, dan uit de gehoorzaamheid van anderen. Naarmate mensen meer aan hem gehoorzamen, of er meer mensen aan hem gehoorzamen groeit zijn macht. Macht is immers niks meer dan de mogelijkheid om anderen te laten doen wat de machthebber wil; om anderen te laten gehoorzamen.
En die macht kan hij aanwenden voor het uitoefenen van dwang. Dwang waarvoor hij gehoorzame onderdanen gebruikt om die ten uitvoer te brengen. Die gehoorzaamheid is
essentieel, omdat hij in zijn eentje niet langs alle deuren kan gaan om met zijn pistooltje ieders gedrag af te dwingen.
Zo heeft hij dus de gehoorzaamheid van bijvoorbeeld zijn politie en zijn leger nodig. Wanneer de heerser roept: ‘schiet!’ en de soldaten of de agenten zeggen: ‘nee, doe het zelf maar’, dan kan hij met zijn handen wapperen, en met zijn voeten stampen, of met een rood aangelopen hoofd gaan staan schreeuwen, maar dan heeft hij geen enkele macht. Het is de gehoorzaamheid van die soldaten en agenten die hem zijn dwangmiddelen verschaft, en die hem het gereedschap geeft om anderen (buiten politie, leger, ambtenaren) ook te dwingen om te gehoorzamen, waardoor zijn macht nog verder groeit. Zijn macht bestaat dus uit niets anders dan de gehoorzaamheid van anderen. Al of niet afgedwongen.
En vrijheid is nou juist de mogelijkheid om niet te gehoorzamen.
Kort gezegd: gehoorzamen leidt tot macht, en macht leidt tot afgedwongen gehoorzaamheid en dat leidt weer tot nog meer macht etc. En meer macht voor de één, betekent minder vrijheid voor de anderen.
Er zijn voor mensen twee motieven om te gehoorzamen: ten eerste (zoals hierboven beschreven) vanwege dwang. Maar daarnaast, en nog belangrijker: om geen verantwoordelijkheid te hoeven dragen. Veel mensen geven graag hun verantwoordelijkheid aan een ander, een leider, in de veronderstelling dat deze leider die verantwoordelijkheid voor hen zal dragen. In de veronderstelling dat ze daarmee niet meer zelf verantwoordelijk zijn. Maar dat is een illusie. Een misvatting.
Degene die zijn verantwoordelijkheid denkt in te ruilen voor gehoorzaamheid, is net zo verantwoordelijk voor de inrichting van de wereld als iemand die dat niet doet. Hij is namelijk verantwoordelijk voor het ontstaan van de bestaande hiërarchische structuur. Hij is degene die met zijn gehoorzaamheid de macht van de heerser voedt. Hij is daarmee verantwoordelijk voor de macht van die heerser. En daarmee voor zowel zijn eigen onderdrukking, als die van anderen. Net zoals degene die niet gehoorzaamt, verantwoordelijk is voor de vrijheid van zowel zichzelf als die van anderen. Verantwoordelijkheid voor de vormgeving van het collectief is daarmee nooit af te dragen of te ontlopen. Ook niet door te gehoorzamen want ook dat draagt bij aan de vormgeving van het geheel.
Wat er ontbreekt is dus niet verantwoordelijkheid, maar besef van verantwoordelijkheid.
De inrichting van het collectief bestaat uit het gedrag van alle individuen, en al die individuen zijn er dus verantwoordelijk voor. Willen we dat collectief veranderen (willen we bijvoorbeeld meer vrijheid) dan kan dat alleen in het besef dat wij (alle mensen) daarvoor verantwoordelijk zijn. Zolang we dus naar de machthebbers blijven schreeuwen en verbetering eisen, blijven we in de veronderstelling dat ZIJ verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van de wereld. En daarmee blijven we de vergissing ondersteunen dat we zelf geen verantwoordelijkheid dragen, maar dat ZIJ het beter of rechtvaardiger moeten doen. En met die vergissing voeden we hun macht én onze onvrijheid.
Het enige dat er dus nodig is voor vrijheid is: niet gehoorzamen. En de beslissing om dat al of niet te doen, kan pas gemotiveerd worden genomen als het besef doordringt dat iedere beslissing om wel te gehoorzamen zal leiden tot meer macht, en dat die macht zal leiden tot meer dwang om te gehoorzamen, en daarmee dus tot meer onvrijheid. Pas wanneer iedereen beseft dat zijn gehoorzamen direct leidt tot onvrijheid van niet alleen zichzelf, maar ook van anderen, dan kunnen degenen die met hun gehoorzaamheid deze macht voeden, gewezen worden op hun verantwoordelijk zijn voor de onvrijheid van de rest.
Vrijheid kan dus helemaal nooit bestaan zonder besef van verantwoordelijkheid voor het geheel. Vrijheid kan alleen ontstaan als iedereen ervan doordrongen is dat de werkelijke dictator niet bestaat uit de regering, of de bankiers, maar uit degenen die aan hen gehoorzamen. Wil je dus iemand verantwoordelijk houden voor onvrijheid, dan moet je daar niet aankloppen, maar bij degene die daarvoor werkelijk verantwoordelijk is: jijzelf, of je buurman als hij weer eens slaafs gehoorzaamt. Hij is de werkelijke boosdoener. Ook al weet hij het misschien nog niet.
Iedereen is daarmee in precies dezelfde mate verantwoordelijk voor hoe de wereld eruit ziet en dus ook voor de mate van vrijheid. Die wereld IS iedereen.
Is vrijheid een mentale individuele toestand, of een culturele collectieve toestand?
Ik neig hoe langer hoe meer naar de gedachte dat daartussen geen verschil bestaat.
De macht van iedere heerser bestaat nergens anders uit, dan uit de gehoorzaamheid van anderen. Naarmate mensen meer aan hem gehoorzamen, of er meer mensen aan hem gehoorzamen groeit zijn macht. Macht is immers niks meer dan de mogelijkheid om anderen te laten doen wat de machthebber wil; om anderen te laten gehoorzamen.
En die macht kan hij aanwenden voor het uitoefenen van dwang. Dwang waarvoor hij gehoorzame onderdanen gebruikt om die ten uitvoer te brengen. Die gehoorzaamheid is
essentieel, omdat hij in zijn eentje niet langs alle deuren kan gaan om met zijn pistooltje ieders gedrag af te dwingen.
Zo heeft hij dus de gehoorzaamheid van bijvoorbeeld zijn politie en zijn leger nodig. Wanneer de heerser roept: ‘schiet!’ en de soldaten of de agenten zeggen: ‘nee, doe het zelf maar’, dan kan hij met zijn handen wapperen, en met zijn voeten stampen, of met een rood aangelopen hoofd gaan staan schreeuwen, maar dan heeft hij geen enkele macht. Het is de gehoorzaamheid van die soldaten en agenten die hem zijn dwangmiddelen verschaft, en die hem het gereedschap geeft om anderen (buiten politie, leger, ambtenaren) ook te dwingen om te gehoorzamen, waardoor zijn macht nog verder groeit. Zijn macht bestaat dus uit niets anders dan de gehoorzaamheid van anderen. Al of niet afgedwongen.
En vrijheid is nou juist de mogelijkheid om niet te gehoorzamen.
Kort gezegd: gehoorzamen leidt tot macht, en macht leidt tot afgedwongen gehoorzaamheid en dat leidt weer tot nog meer macht etc. En meer macht voor de één, betekent minder vrijheid voor de anderen.
Er zijn voor mensen twee motieven om te gehoorzamen: ten eerste (zoals hierboven beschreven) vanwege dwang. Maar daarnaast, en nog belangrijker: om geen verantwoordelijkheid te hoeven dragen. Veel mensen geven graag hun verantwoordelijkheid aan een ander, een leider, in de veronderstelling dat deze leider die verantwoordelijkheid voor hen zal dragen. In de veronderstelling dat ze daarmee niet meer zelf verantwoordelijk zijn. Maar dat is een illusie. Een misvatting.
Degene die zijn verantwoordelijkheid denkt in te ruilen voor gehoorzaamheid, is net zo verantwoordelijk voor de inrichting van de wereld als iemand die dat niet doet. Hij is namelijk verantwoordelijk voor het ontstaan van de bestaande hiërarchische structuur. Hij is degene die met zijn gehoorzaamheid de macht van de heerser voedt. Hij is daarmee verantwoordelijk voor de macht van die heerser. En daarmee voor zowel zijn eigen onderdrukking, als die van anderen. Net zoals degene die niet gehoorzaamt, verantwoordelijk is voor de vrijheid van zowel zichzelf als die van anderen. Verantwoordelijkheid voor de vormgeving van het collectief is daarmee nooit af te dragen of te ontlopen. Ook niet door te gehoorzamen want ook dat draagt bij aan de vormgeving van het geheel.
Wat er ontbreekt is dus niet verantwoordelijkheid, maar besef van verantwoordelijkheid.
De inrichting van het collectief bestaat uit het gedrag van alle individuen, en al die individuen zijn er dus verantwoordelijk voor. Willen we dat collectief veranderen (willen we bijvoorbeeld meer vrijheid) dan kan dat alleen in het besef dat wij (alle mensen) daarvoor verantwoordelijk zijn. Zolang we dus naar de machthebbers blijven schreeuwen en verbetering eisen, blijven we in de veronderstelling dat ZIJ verantwoordelijk zijn voor het wel en wee van de wereld. En daarmee blijven we de vergissing ondersteunen dat we zelf geen verantwoordelijkheid dragen, maar dat ZIJ het beter of rechtvaardiger moeten doen. En met die vergissing voeden we hun macht én onze onvrijheid.
Het enige dat er dus nodig is voor vrijheid is: niet gehoorzamen. En de beslissing om dat al of niet te doen, kan pas gemotiveerd worden genomen als het besef doordringt dat iedere beslissing om wel te gehoorzamen zal leiden tot meer macht, en dat die macht zal leiden tot meer dwang om te gehoorzamen, en daarmee dus tot meer onvrijheid. Pas wanneer iedereen beseft dat zijn gehoorzamen direct leidt tot onvrijheid van niet alleen zichzelf, maar ook van anderen, dan kunnen degenen die met hun gehoorzaamheid deze macht voeden, gewezen worden op hun verantwoordelijk zijn voor de onvrijheid van de rest.
Vrijheid kan dus helemaal nooit bestaan zonder besef van verantwoordelijkheid voor het geheel. Vrijheid kan alleen ontstaan als iedereen ervan doordrongen is dat de werkelijke dictator niet bestaat uit de regering, of de bankiers, maar uit degenen die aan hen gehoorzamen. Wil je dus iemand verantwoordelijk houden voor onvrijheid, dan moet je daar niet aankloppen, maar bij degene die daarvoor werkelijk verantwoordelijk is: jijzelf, of je buurman als hij weer eens slaafs gehoorzaamt. Hij is de werkelijke boosdoener. Ook al weet hij het misschien nog niet.
Iedereen is daarmee in precies dezelfde mate verantwoordelijk voor hoe de wereld eruit ziet en dus ook voor de mate van vrijheid. Die wereld IS iedereen.