Het begrip privacy wordt steeds aangeduid als een ethische kwestie (en een enkel geval van persoonsverwisseling, maar dat wordt gezien als een systeemfout, of een ongelukje).
Die ethische kwestie speelt natuurlijk ook wel, maar dat is niet het belangrijkste probleem. Het werkelijke probleem is van praktische aard. En daarom is het woord ‘privacy’ ook verkeerd als het over deze problematiek gaat.
De ethische benadering levert twee stromingen op: ‘ik heb niks te verbergen’ of ‘privé is privé en daar heeft niemand iets mee te maken’. Beide een ethisch standpunt, en daar stopt het. Een kwestie van smaak dus. En eigenlijk zit de eerste van die stromingen er het dichtste bij. ‘Ik heb niks te verbergen’ zegt: ‘ik kan me vinden in de huidige regelgeving, en ik heb niet de behoefte die regels te overtreden’.
Maar het is geen ethisch probleem. Het is een praktisch probleem. Een beter woord zou zijn: Controle. Dat dekt de lading beter. Controle als in ‘in het oog houden’ en controle als in ‘onder controle houden’.
Er wordt wereldwijd met man en macht gewerkt aan een controlesysteem dat het mogelijk maakt om iedereen 24 uur per dag onder toezicht te houden. En als het klaar is, geeft dat overheden de mogelijkheid om regels in te voeren die zonder dat controlesysteem niet opgevolgd zouden worden, simpelweg omdat men weet dat ze voor de meeste mensen onacceptabel zullen zijn.
Omdat men weet dat mensen die regels vanuit zichzelf niet zullen opvolgen, zal er dus dwang en controle voor nodig zal zijn. En dan hebben de mensen die zich niet meer in die regelgeving kunnen vinden (en dan dus de behoefte krijgen om die regels wel te overtreden) ineens wel iets te verbergen. Maar dan is het te laat, want dat lukt dan niet meer.
Als een groep herten in een bos leeft dat ze overal in voorziet, is er geen enkele aanleiding voor die herten om dat bos te verlaten. Wanneer je het plan oppakt om die herten te gaan schieten, kun je verwachten dat ze na het eerste schot het bos uit zullen vluchten. Daarom zet je er eerst een hek omheen, voordat je gaat schieten.
De overgrote meerderheid houdt zich nu over het algemeen keurig aan de bestaande regels, en heeft dus niks te verbergen. Dus is NU het moment om een virtueel controlehek te plaatsen. Als dat er eenmaal staat hoef je geen rekening meer te houden met de bereidheden van het volk, en kun je doen wat je wilt. Je hebt dan controle, in elke zin van het woord.
En dan is het ineens geen ethisch probleem meer, maar een praktisch probleem.
Al die enorme inspanningen om een wereldwijde controle-infrastructuur te implementeren, zouden zinloos zijn als toch bijna iedereen zich aan de regels wil houden (zoals nu het geval is). Het feit dat dit desondanks gebeurt, en dat het nu gebeurt (nu bijna iedereen nog tevreden is met de regelgeving) zou de alarmbellen in werking moeten zetten. Het geeft ons namelijk de mogelijkheid om in de toekomst te kijken.
Door het te benoemen als ‘privacy’ en er een ethisch probleem van te maken, voorkom je dat mensen de werkelijke bedoelingen gaan doorzien, en zo kun je in betrekkelijke rust het hek voltooien.
De ethische benadering levert twee stromingen op: ‘ik heb niks te verbergen’ of ‘privé is privé en daar heeft niemand iets mee te maken’. Beide een ethisch standpunt, en daar stopt het. Een kwestie van smaak dus. En eigenlijk zit de eerste van die stromingen er het dichtste bij. ‘Ik heb niks te verbergen’ zegt: ‘ik kan me vinden in de huidige regelgeving, en ik heb niet de behoefte die regels te overtreden’.
Maar het is geen ethisch probleem. Het is een praktisch probleem. Een beter woord zou zijn: Controle. Dat dekt de lading beter. Controle als in ‘in het oog houden’ en controle als in ‘onder controle houden’.
Er wordt wereldwijd met man en macht gewerkt aan een controlesysteem dat het mogelijk maakt om iedereen 24 uur per dag onder toezicht te houden. En als het klaar is, geeft dat overheden de mogelijkheid om regels in te voeren die zonder dat controlesysteem niet opgevolgd zouden worden, simpelweg omdat men weet dat ze voor de meeste mensen onacceptabel zullen zijn.
Omdat men weet dat mensen die regels vanuit zichzelf niet zullen opvolgen, zal er dus dwang en controle voor nodig zal zijn. En dan hebben de mensen die zich niet meer in die regelgeving kunnen vinden (en dan dus de behoefte krijgen om die regels wel te overtreden) ineens wel iets te verbergen. Maar dan is het te laat, want dat lukt dan niet meer.
Als een groep herten in een bos leeft dat ze overal in voorziet, is er geen enkele aanleiding voor die herten om dat bos te verlaten. Wanneer je het plan oppakt om die herten te gaan schieten, kun je verwachten dat ze na het eerste schot het bos uit zullen vluchten. Daarom zet je er eerst een hek omheen, voordat je gaat schieten.
De overgrote meerderheid houdt zich nu over het algemeen keurig aan de bestaande regels, en heeft dus niks te verbergen. Dus is NU het moment om een virtueel controlehek te plaatsen. Als dat er eenmaal staat hoef je geen rekening meer te houden met de bereidheden van het volk, en kun je doen wat je wilt. Je hebt dan controle, in elke zin van het woord.
En dan is het ineens geen ethisch probleem meer, maar een praktisch probleem.
Al die enorme inspanningen om een wereldwijde controle-infrastructuur te implementeren, zouden zinloos zijn als toch bijna iedereen zich aan de regels wil houden (zoals nu het geval is). Het feit dat dit desondanks gebeurt, en dat het nu gebeurt (nu bijna iedereen nog tevreden is met de regelgeving) zou de alarmbellen in werking moeten zetten. Het geeft ons namelijk de mogelijkheid om in de toekomst te kijken.
Door het te benoemen als ‘privacy’ en er een ethisch probleem van te maken, voorkom je dat mensen de werkelijke bedoelingen gaan doorzien, en zo kun je in betrekkelijke rust het hek voltooien.